
Ik droomde van het openbaar vervoer. Niet dat van tegenwoordig, maar het OV van de toekomst.
Ik trof mijzelf aan in een situatie dat ik van Amstelveen naar Amsterdam wilde, liefst naar Slotervaart.
Er waren geen trams meer, maar enorme treinstellen, breed en fors, met veel ruimte binnenin.
De haltes waren grote stations geworden met verschillende lagen.
Kennelijk was in de toekomst de behoefte aan openbaar vervoer gigantisch toegenomen.
Ik was in grote verwarring. Er kwamen en gingen metrotreinen, maar ik kon nergens ontdekken welke ik hebben moest.
De informatie aan de reiziger schoot nog steeds tekort.
Op goed geluk stapte ik in een van de metrotreinen die op het station arriveerden.