Samen voor Oranje.
Ook uitvallende treinen op Amsterdam Centraal waren afgelopen week reuze goed voor het samenhorigheidsgevoel tussen anonieme reisgenoten.
Ik leende iemand m’n mobiele telefoon, een ander luisterde naar mijn frustratie dat iemand voor niets naar een afspraak in Utrecht was gekomen.
Samen tegen de NS.
Medeweggebruikers in de files achter hen stapten uit.
Er klonk gelach in plaats van plat gescheld. Mensen hielpen me toen ik op de fiets onderuit ging.
Samen voor en tegen de sneeuw.
Leed verbroedert en verzustert. Je afkomst, het soort werk dat je doet, je standpunt, seksuele voorkeur of vrijetijdsbesteding: ze doen er even niet toe.
Die aardige medeweggebruikers of jongen die m’n mobieltje leende zitten misschien nu weer boos achter hun pilsje. Af te geven op die, al dan niet linkse, ‘elite’ of ‘grachtengordel’ (waar ik niet woon) types als ik.
Mijn ‘soort’ mensen zijn de kwaaie pieren, die voor multiculti of zelfs islamisering hebben gezorgd.
Ik erger me aan mannen die rochelen en op straat spugen en wind me op over de slechte smaak van New Kids-liefhebbers.
Maar toch, zo slecht rooien we het niet met elkaar in Amsterdam.
Mooi om te merken hoe aardig de meeste mensen eigenlijk zijn als het systeem vastloopt en we allemaal in hetzelfde schuitje zitten.
Zullen we dat ook volhouden als de sneeuw weg is?
Het is immers de tijd voor goede voornemens.