Amsterdam Centraal is vernieuwd. De lokatie waar je je momenteel bevindt vormt het archief van de jaren 2003 tot en met 2019. Voor de actuele artikelen en discussies moet je nu dus zijn op amsterdamcentraal.nl.
Reageren op artikelen is in dit archief niet meer mogelijk. Maar op de nieuwe site staat waarschijnlijk weer genoeg om je druk over te maken.
In 2019 kwam het Klimaatakkoord. Hierin speelt elektrisch vervoer een grote rol, ook in stadslogistiek. Voor ondernemers die in Amsterdam komen is de uitdaging niet alleen om de stap te maken naar zero-emissie bestelwagens en vrachtwagens. De vraag is ook met zo min mogelijk voertuigen de stad in te gaan. Lopen, fietsen en openbaar vervoer krijgen voorrang.
In 2025 moeten 30 tot 40 gemeenten een binnenstedelijke zero emissie zone voor stadslogistiek hebben. Een mooi streven. De gemeente Amsterdam zet er inmiddels volop de schouders onder. Het aanbod van elektrische voertuigen komt op gang. Onder leiding van de bestelauto’s van Streetscooter en Nissan, de licht elektrische Goupil en de vele vrachtfietsen zit Amsterdam nu al op 5 procent elektrisch bestelverkeer.
Je moet als ondernemer wel heel erg dom zijn om een bestaande dieselbus zomaar om te zetten naar een elektrische dieselbus. Er zijn zoveel alternatieven, ook kleinere. Waarom heb je eigenlijk een grote dieselbus nodig? De meeste bestelauto’s rijden rond in de bouw, service en installatiebranche. Dat kan ook anders, ontdekken bedrijven die er nog eens goed over nadenken; kleiner, lichter, elektrisch of zelfs geheel zonder.
Met de dalende kosten van dagelijks gebruik van een elektrische bestelauto hoef je als Amsterdamse ondernemer echt niet te wachten tot 2025.
Elektrische vrachtwagens? Dat is een heel ander verhaal. Er rijden er nu 128 rond in Nederland met de nodige ‘lessons learned’. De Rabobank schreef dat transportbedrijven er niet aan moeten beginnen. De ING meldde dat we op z’n vroegst in 2028 een betaalbare oplossing hebben. Met de magere winstmarges in de transportsector en handel zie ik nog veel beren op de weg. Bovendien zijn vrachtwagens met een Euro-6 motor nu al zo schoon dat het effect op de luchtkwaliteit amper te meten is. De CO2 doelen kunnen we veel sneller bereiken met vollere vrachtwagens en de inzet van de binnenvaart. Elektrificeren van die paar stadskilometers zet geen zoden aan de dijk. Wel moeten ondernemers, vanwege de schade aan kademuren en bruggen, nadenken over lichtere alternatieven.
Toch ben ik optimistisch dat Amsterdam 2025 gaat halen. Ik mocht deelnemen aan een workshop met World Economic Forum over de toekomst van stadslogistiek. Elektrisch rijden is nu al een ‘no brainer’ bij bestelauto’s en op termijn ook voor zware vrachtwagens. Ze zijn goedkoper om te maken en, op termijn, goedkoper in het dagelijks gebruik. Het is de techniek van de toekomst: beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar.
We hebben die zero emissie zones eigenlijk niet nodig, maar een duwtje in de rug helpt altijd. De overgang naar elektrische stadslogistiek blijkt bij de bedrijven die het nu al doen ook een goed moment te zijn om de stadslogistiek anders en slimmer in te richten. Minder is beter dan schoner, toch?
We moeten er wel voor waken dat elektrische stadslogistiek niet het monopolie wordt van de kapitaalkrachtige bedrijven. Mijn oud-hoogleraar Jo van Nunen zei dan altijd: “als je rijk bent, dan kom je vanzelf in een beter milieu”. Tweederde van de bijna 1 miljoen Nederlandse bestelauto’s zijn van zelfstandigen en kleine ondernemer. Die rijden vaak in een oudere bestelauto’s. Echte roetmonsters. Hebben zij straks de financiële middelen om te investeren in een nieuw elektrisch voertuig? Krijgen zij straks het geld bij een bank of leasemaatschappij? Ondernemers moeten met de overheid en de banken in gesprek over een betaalbare aanpak.
De transitie van diesel naar elektrisch gaat niet voor iedereen pijnloos. Het is bloed, zweet en tranen. Maar, doe je als ondernemer niks, dan kom je straks niet meer bij je klanten; dat is toch geen plezierig vooruitzicht?
Wacht dus niet af tot 2025. Zet in 2020 de eerste stappen.
Redactie en medewerkers van Amsterdam Centraal wensen de lezers allemaal een gelukkig 2020 en daarmee ook een gelukkig splinternieuw decennium.
Terugkijken hebben we niet gedaan. Ten eerste word je daar dikwijls niet vrolijk genoeg van, ten tweede kost het een hoop moeite en ten derde is het complete jaaroverzicht al terug te vinden op de archiefpagina.
Liever hebben we het over de plannen die we in dit nieuwe jaar hopen te realiseren. We zijn namelijk druk bezig met het construeren van een nieuw uiterlijk voor de site. Na zoveel jaren is het huidige systeem tamelijk verouderd en niet makkelijk op te pimpen naar een moderne uitstraling. We hopen dat een vernieuwing ook weer een mooie impuls is tot het lezen en schrijven van verse stukken.
Het is de bedoeling dat de oude website als archief online blijft.
Blijf ons volgen en lezen. Wie bijdragen wil leveren is altijd van harte welkom.
Henk en Trudy bleven vandaag maar eens binnen. Het was de laatste dag voor kerst. Het was buiten stralend weer, hoewel een beetje fris. Het was echt een dag waarop half Nederland nog snel even naar Amsterdam trok. Gauw het laatste kerstcadeau kopen of gewoon genieten van een biertje op een van de verwarmde terrassen. Gezellig, dat wel, maar de binnenstad barstte uit zijn voegen. Je kon er over de hoofden lopen.
Het Centraal Station was bom- en bomvol. De Intercity’s reden er af en aan. De Oosterdokparking was zelfs preventief gesloten om een verkeerschaos te voorkomen. De wachttijd voor de Bijenkorfgarage bedroeg inmiddels meer dan twee uur.
Het sturen van die mensenmassa in de binnenstad was geen sinecure en de mensen van crowd management van de gemeente hadden er hun handen vol aan. Borden stuurden de bezoekershordes via slimme way finding door de stad. Vriendelijke welkomstteams wezen toeristen de juiste weg. En ondertussen grepen stille, stiekeme zakkenrollertjes hun kans in die anonieme massa.
Henk en Trudy blijven vandaag dus maar eens binnen. Veel te druk op hun Zeedijk. Zelfs een wijntje bij de Rode laars met de vaste stamgasten trekt ze vandaag niet. Heerlijke geuren helpen daarbij. Henk bakt in de keuken een appeltaart. Zijn beroemde kerstappeltaart. Terwijl Henk bakt, jengelt Sky Radio een engelenkoor de huiskamer in met een kerstlied over honger in de wereld. Trudy bewondert hun kunstkerstboom uit de opheffingsuitverkoop bij Hudson’s Bay. ‘Hij staat er fraai bij’, vindt ze. ‘En voor een schijntje!’ Verder zal ze geen traan laten om Hudson’s.
Morgen komt Jos op bezoek. De broer van Henk woont in de Flesseman. Alweer drie jaar nu, rekent Henk onder het maken van het deeg. De kinderen van Henk en Trudy laten het afweten met kerst. Al jaren. Veel te duur om zomaar even een hele kerstdag te komen. De laatste keer moesten ze 67 euro ‘aftikken’ voor parkeren. Ja doei! ‘We skypen wel met de kerst.’
Nee, de kinderen zouden ze niet tot last zijn. En ach, met z’n drietjes kunnen ze de kerst ook gezellig maken. De fles rode Casillero del Diablo van de Albert Heijn staat al klaar. En morgen maakt Trudy boerenkoolstamppot met huisgedraaide gehaktballen. Heerlijk.
Maar dan opeens, terwijl Henk de kaneel in het keukenkastje zoekt, klinkt er een enorme dreun. Het licht valt uit, het zoemende geluid van de voorverwarmde oven verstilt. ‘Wat heb je nu weer gedaan?’, roept Trudy naar de keuken. Henk komt de kamer binnen ‘Niks’, zegt hij, maar we hebben geen stroom meer. Kijk! De overburen ook niet. De hele straat zit zonder!’ Het is niet de eerste stroomuitval dit jaar. Maar juist nu? Vlak voor de Kerst. En de appeltaart dan?
Gelukkig doet de mobiele telefoon van Henk het nog. De NOS meldt een grote storing in de Amsterdamse binnenstad. Twintigduizend woningen zijn getroffen. Maar, ook winkels, bars en hotels moeten hun deuren noodgedwongen sluiten. Erger nog, er zijn 200.000 bezoekers in de stad. De treinen rijden niet, de parkeergarages gaan niet open. Hotelgasten zitten vast in een lift. Maar nog erger: de appeltaart van Henk staat half afgemaakt op het aanrecht!
Dan valt het laatste internetsignaal ook weg. Het is vijf uur in de middag. In huis is het donker. Buiten op straat is het nog steeds druk. En ook donker. De lichtreclames zijn uitgevallen, lantaarns hangen als nutteloze kerstballen boven de menigte die elke richting kwijt is in deze verduistering. De wifi is uitgevallen, Google Maps is nutteloos en bellen lukt ook niet meer.
Het Centraal Station stroomt vol, maar er kan geen trein vertrekken. ‘Waar motten al die mensen straks eten en slapen?’, vraagt Henk zich hardop af. Het zijn van toeristen ineens asielzoekers geworden. In de Oude Kerk kunnen ze niet terecht, weet hij. Dat is nu een oorlogszone met zandzakken. Zelfs de kerstnachtdienst ging er niet door. Kerkgangers zijn er niet meer welkom. Het maakt Henk boos en hij moppert: ‘alles voor de kunst. Maar voor de mensen in welbehagen? Ho maar.’
Trudy maakt zich zorgen over Jos in de Flesseman. Ook daar moet iedereen in het donker zitten. Zelfs een warm koppie koffie zal er niet inzitten voor de bewoners. En Jos zal toch niet vastzitten in de lift? Dat idee beklemt haar en ze stuurt Henk eropuit om poolshoogte te gaan nemen.
Henk trekt zijn jas aan en doet een warme sjaal om. Het is raar op de Zeedijk. Overal schijnen de lichtjes van de mobieltjes. Niet om te bellen of de weg te vinden, maar enkel om al die duizenden voetjes bij te schijnen. Het zal niet lang duren voor die mobieltjes allemaal uitgeput zijn, denkt Henk.
De winkels hebben hun deuren gesloten. Pinapparaten werken niet meer en wie heeft er nog cash op zak tegenwoordig. Een enkele kroeg probeert het met waxinelichtjes gezellig te maken. Dat heeft iets vredigs.
Op de Nieuwmarkt is de sfeer een stuk minder. Politie en handhaving zijn massaal aanwezig. Bezoekers en toeristen willen weten wat er gebeurt. Metro’s rijden niet. Het Stationsplein is inmiddels afgesloten. Hotelgasten met rolkoffertjes kijken wanhopig om zich heen. Geen telefoon. Hoe kunnen ze nu hun ‘host’ bereiken die ze naar hun illegale hotelletjes moet brengen. Waar moet iedereen straks heen als de stroom uit blijft. Het wordt steeds kouder naarmate de avond invalt. Ze staan er allemaal wat verloren bij.
Bij de Flesseman houden twee strenge, stevige beveiligers de wacht. Ze houden mensen buiten die er niets te zoeken hebben. Nee, dit is geen kroeg, en geen openbaar toilet. In deze herberg is geen plaats voor de getroffen toerist. Henk mag wel bij Jos langs. Jos vindt het allemaal nogal vermakelijk. Hij heeft uitzicht op de mensenmassa op de Nieuwmarkt die steeds bozer wordt. Pizzapunten en patat zijn niet meer te krijgen. De biertaps in de cafés zijn uitgevallen.
Samen zien Jos en Henk hoe de deur van de Albert Heijn eraan gaat. Er wordt geplunderd. Mensen graaien kratten bier, flessen wijn en chips mee. De politie staat te kijken. Onbegonnen werk. ‘Laat mij hier vanavond maar zitten!’, kraaide Jos met pretoogjes, ‘Dit verzin je niet jongens! De pleuris is uitgebroken op het plein!’
Na een paar hartverwarmende jonge borrels gaat Henk gerustgesteld weer naar Trudy, die alleen is thuisgebleven. Als hij de Nieuwmarkt oversteekt, blèren luidsprekers van de politie dat men naar de parkeergarage onder de Stopera moet gaan. Daar hebben het leger en het Rode Kruis noodstroom, veldbedden en noodrantsoenen geregeld. Iets als dit hebben ze nog nooit meegemaakt. Op de Zeedijk is het nu pikkedonker.
De Sint-Olofskapel is een vast baken voor Henk. Het jaarlijkse kerstfeest, de Hartjesdagen … altijd is er wel een of een ander excuus voor een groot feest. En de buurt is er altijd welkom. De deuren van de kapel staan open. Henk herkent vrijwilligers van We Live Here en van Stop de Gekte. Fijn om bekende gezichten te zien in de anonieme menigte op de Dijk. Het project 'We Live Here' heeft dit jaar de Galjaardprijs 2019 gewonnen, weet Henk. Dat was voor het initiatief dat op de meest aansprekende en uitnodigende wijze deuren heeft geopend. Letterlijk en figuurlijk. Met posters, een informatiepunt en een website met bewonersverhalen wordt aan toeristen duidelijk gemaakt dat er mensen op de Wallen wonen waar je rekening mee moet houden.
Henk was er best wel trost op dat een groep bewoners uit de buurt zo de nek had uitgestoken voor de buurt. Dat was nodig ook. Tijd voor een beetje vrede op aarde. Bewoners en ondernemers stonden inmiddels veel te vaak recht tegenover elkaar.
De buurtvrijwilligers maakten er samen met de lieve mensen van het hotel een vrolijke boel van. Er was zowaar wat noodstroomvoorziening. Niet veel, maar toch net sterk genoeg voor de lichtjes in de meterhoge kerstboom. Verder flakkerden overal kaarsen en drie verdwaalde Zwaantjes stonden om de piano op het podium een medley van kerstliedjes te zingen. Op meegebrachte campinggas- en petroleumstelletjes werden glühwein en erwtensoep verwarmd.
Henk wist meteen: hier moet je zijn op kerstavond. Hij beende naar huis om Trudy op te halen. Hier is hier toch veel gezelliger. Ook de fles Casillero del Diablo en een pond kaas neemt hij mee naar de Sint-Olofskapel.
Er zijn niet alleen buurtbewoners. Boven de liedjes uit brult een ‘loud American’ dat dit ‘onder Trump nooit zou gebeuren’. Hij is hotelgast en ‘this is no service’. Hij is niet alleen ‘loud’ in geluid, maar ‘loud’ in alles, in schreeuwerige kleding, met zijn rode MAGA-basketbalpet en met ongezouten meningen. Zijn vrouw is dan weer allesbehalve ‘loud’. Stilletjes zat ze in een hoekje naar alles te kijken.
Hoe het precies kon wist niemand, maar er was eten. Warm eten voor iedereen. En er was genoeg. Net als in dat verhaal uit de Bijbel over manden met broden en vissen die niet opraakten.
Ondertussen duurde de stroomstoring voort. Om tien uur klom buurtgenoot Simon het podium op. Hij is de oude pastoor uit de Nicolaas. Drie turven groot, maar met een stem als een brulboei nodigt hij mensen uit om op het podium hun dierbaarste kerstverhaal te delen. De Zwaantjes zingen intussen kerstliederen begeleid op de piano door een verdwaalde conservatorium student uit Brussel. De zaal stemt in met ‘Komt aaallen te saaaaamen’. De ‘loud’ American brult ‘don’t they speak English?’ Vooruit dan maar, wie houdt er niet van Jingle Bells? The more the merrier, om het maar in goed Nederlands te zeggen.
Dan beklimt buurvrouw Gerda het podium. Tussen de flonkerende kaarsen vertelt ze hoe ze 40 jaar geleden begon als apothekersassistente op de Wallen. Over hoe de klanten veranderden van buurtgenoten, naar drugsgebruikers uit de buurt. En over de vele ouderen die in de buurt wonen.
Haar kerstverhaal is een herinnering uit 1982. Over een van de eerste aidspatiënten in de buurt. Hij werd met argusogen aangekeken. ‘Je zou het wel eens via de lucht kunnen krijgen’, dachten ze toen nog. De ziekte greep om zich heen in de Amsterdamse homowereld. Iedereen kende in die periode wel iemand in zijn vriendenkring die de verschrikkelijke ziekte had. De verzwakte jonge man uit het verhaal van Gerda kon amper nog lopen. Toch boden zijn buren geen hulp. Bij het Leger des Heils werd hij met kerstmis wel liefdevol opgevangen. Drie maanden later overleed hij in het AMC.
De Zwaantjes zingen ‘De herdertjes lagen bij naaàààchte …’. Het daaropvolgende verhaal van Rosita is ook ontroerend. Ze komt uit Colombia. Het geld dat zij achter haar raam verdient gaat altijd rechtstreeks naar haar twee jonge kindertjes. Al drie jaar heeft ze haar kinderen niet gezien. Drie jaar geleden dus voor het laatst. Met kerstmis. Met een koffer vol Hollandse cadeautjes. Nadat vader bij een drugsconflict om het leven kwam, zorgt oma nu voor het tweetal. Ze mist Kerst en Oud en Nieuw met haar familie enorm. Door alle drukte op de Wallen neemt haar klandizie af. Dit jaar zit een vliegticket naar het warme Bogota er opnieuw niet in.
‘O denneboom’, zingen de Zwaantjes als een Koptische kok van een restaurantje op de Zeedijk het podium betreedt. Hij heet Paphnutius, ‘maar noem me maar Pappie’ grapt hij vrolijk. Hij geniet van het samenzijn, maar voor hem is het nog geen kerstmis. ‘Dat vieren wij pas op 7 januari’, legt hij uit. Dan drinken we koffie, en we eten popcorn en zelfgebakken zuurdesembrood. Maar er wordt vooral veel gepraat. Hij maakt zich zorgen over zijn familie in Egypte met kerst. Christenen hebben het zwaar te verduren de laatste jaren. Daarom was hij gevlucht. Hij was bang voor bomaanslagen op de volle kerken met kerst in Egypte. De laatste jaren waren er veel doden gevallen. Pappie krijgt een verdiend en hartverwarmend applaus.
Dan besluit ook de ‘loud American’ het podium te beklimmen. Met brede gebaren en met bezwerende worstenvingertjes vertelt hij over zijn vader. Hoe die na de bevrijding in Amsterdam was beland. Het huis van zijn vader staat er niet meer, weet hij. Dat moest wijken voor de aanleg van de metro. Hij had een paar jaar in een kroeg gewerkt waar hij zangeres Bettie ontmoette, die hij zwanger meenam naar Amerika. Altijd had de vader van ‘loud American’ verteld over de smalle trappen in Amsterdam, de tochtige kleine woninkjes en de karige kerstdiners. Niks geen Big Turkey uit de oven, maar een paar plakjes varkensrollade en een roompuddinkje toe. Maar de kerstavond in de Olofskapel vindt hij ‘the greatest ever’ en ‘the best in his life’. Uit volle borst zet hij Silent Night in. Jee! Wat kan die man zingen.
Trudy is ook blij dat ze zo’n kerstavond mag meemaken. In zo’n mooie buurt, en met al die fijne mensen en hun persoonlijke verhalen. ‘Dat heb je toch niet in Almere of Purmerend?’
Ze wordt een beetje balorig van al die warme wijntjes. Ze heft haar glaasje en vat het jaar simpel samen; ‘Laat al die klootzakken maar lekker in processie naar de Zuidas vertrekken. Vanavond geen rode lichtjes op de Wallen.’ Het zit Trudy hoog. Die mooie Zef Hemel had met allemaal experts gesproken. ‘Oh ja? Niet met haar! Terwijl ze toch al 40 jaar op de Wallen woont! Haar buurt!’
In 1975 stond ze nog arm in arm met de krakers in de Nieuwmarktbuurt tegenover de ME. Niks geen Zef Hemels en Zuidassen en wiet verkopende vegan food trucks in een sjieke kantoorwijk. Rauw vechten voor je buurtje. Zo was Trudy. En ondertussen is er geen handhaving op de Wallen en liggen er bergen smerig afval op straat. ‘Waarom gebeurt daar niks aan?’ Van de burgemeester begrijpt ze helemaal niks. ‘Meer ramen? Was de overlast niet erg genoeg? Alle ramen dicht? Dan zijn het de Wallen niet meer’
Toen Trudy begon over ‘laat toch al die meisjes gewoon hun werk doen’ en de Amerikaanse lawaaimaker ‘no collusion’ begon te schreeuwen, vond het Henk het welletjes: ‘Mee naar huis, jij!’ Stevig gearmd liepen ze ietwat onvast langs de donkere gevels van de Zeedijk naar huis en kropen lekker onder de warme wollen deken in de koude slaapkamer. Twee lieve nachtzoentjes. Tot om twaalf uur ineens de lampen aanfloepten. En vanuit de woonkamer klonk plotseling Sky radio met White Christmas.
Er was licht! De carillons van de Nicolaas en de Oude Kerk speelden hun door de storing uitgestelde wijsjes. Morgen samen met Jos aan de boerenkoolstamppot en appeltaart. O! De appeltaart! Maar nu eerst slapen als een roos.
Buiten begon het zachtjes te sneeuwen.
Walther Ploos van Amstel.
Met dank aan de redacteuren van de Oude Binnenstad voor de suggesties en eindredactie.
]]>Ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding is er veel aandacht voor de eindfase van de Tweede Wereldoorlog. De NOS heeft daarover een mooie site. Andere media wijden er eveneens artikelen aan.
Ook de wreedheden komen aan bod. Zoals het executeren van verzetsmensen, het massaal doodschieten van krijgsgevangen en natuurlijk de niet aflatende jacht op de joodse medeburgers.
Oorlog geeft ruimte aan allerlei psychopaten die dan ook ongeremd hun gang gaan. Types als Joachim Peiper en Reinhard Heydrich bouwden een weerzinwekkende reputatie op. Het zijn mensen die normaal gesproken door de maatschappelijke instituties nog enigszins beteugeld worden in hun ziekelijke driften. Maar binnen oorlog en dictatuur krijgen ze vrij spel. Daarom is het belangrijk te strijden tegen fascisme, rechts-extremisme, religieus extremisme en zware criminaliteit. Want juist het groepsverband legitimeert en ontremt het handelen van het individu. En het zijn er altijd meer dan je zou verwachten.
Dikwijls begint het 'klein', zoals bij de persoon die onlangs een stuk vuurwerk in de anus van een kat ontstak. De kat overleefde dit niet. De wreedheid als bizar vermaak. Binnen de context van een extreme beweging kan zo’n zieke geest later helemaal tot ontplooiing komen en de ergste misdaden begaan. Wij zagen daarvan recent voorbeelden bij IS, waar men zich te buiten ging aan het martelen en onthoofden van 'ongelovigen'.
Afgelopen week werd in mijn woonplaats de Marokkaanse crimineel Rachid Kotar geliquideerd voor een sportschool. Risico van het vak, kun je zeggen, maar het blijft een mens. Veel erger is dat het gebeurde in het bijzijn van zijn vierjarig zoontje. Het arme kind rende in ontzetting weer de sportschool binnen onder het roepen van ‘mijn vader, mijn vader!’.
Het is niet het eerste incident waarbij een ouder in het bijzijn van jonge kinderen werd doodgeschoten, het gebeurde ook Luana Luz Xavier. Dit gangsterliefje was eveneens niet smetteloos, maar kom op, hoe diep kun je zinken om haar te vermoorden in het bijzijn van familie en kinderen?
De nu vermoorde crimineel schijnt een concurrent van Ridouan Taghi te zijn geweest. Het spoor lijkt dus weer te leiden naar degene die de afgelopen jaren met allerlei moordopdrachten de wreedheid in Nederland een verderfelijke nieuwe impuls heeft gegeven. Die gast moeten ze pakken, anders gaan we Mexico achterna.
De wreedheid is van alle tijden. Je zou toch zeggen dat we inmiddels genoeg van het verleden hebben kunnen leren om de stap te maken naar een meer mensvriendelijke maatschappij. Maar nee, het onkruid steekt telkens weer de kop op. Waakzaam blijven dus. En schoffelen, altijd maar schoffelen…
Tevens gepubliceerd op het blog van de auteur.
]]>We ontvingen een bericht van de inspectie SZW en we vonden het belangrijk om te delen:
Vijf vleesverwerkers in Amsterdam zijn in overtreding op het gebied van veilig en eerlijk werken. Dit blijkt uit een controle van de Inspectie SZW in samenwerking met de Nationale Politie. Eén van de vijf bedrijven had eerder al een boete van ruim 28 duizend euro gekregen van de Inspectie.
Er zijn verschillende overtredingen geconstateerd op het gebied van de arbeidsomstandigheden. De overtredingen varieerden van het niet-dragen van de verplichte beschermende kleding, het ontbreken van afschermingen bij machines en andere vereiste veiligheidsvoorzieningen waardoor er ernstig gevaar ontstaat voor medewerkers. Bij enkele machines werkte zelfs de noodknop niet.
In totaal zijn door de Inspectie 14 waarschuwingen voor onveilig werken gegeven. In zes gevallen moest een deel van de productie zelfs tijdelijk worden stilgelegd.
Ondanks een goed georganiseerde branche, met een eigen RI&E (om risico's in kaart te brengen en in te perken), arbocatalogus en aanvullende afspraken over de arbeidsomstandigheden, was het veiligheidsbewustzijn volgens de Inspectie SZW niet erg groot.
Ook op het terrein van eerlijk werken constateerde de Inspectie SZW overtredingen. Bij de controles zijn er ongeveer 80 medewerkers bevraagd. Zowel van de bedrijven zelf, als van 6 verschillende uitzendbureaus die personeel leverden. Bij een aantal bedrijven vermoedt de Inspectie onderbetaling, niet-toegestane contante betalingen en waarschijnlijk ook onterechte inhoudingen op het loon. Bij een aantal vleesverwerkers was de urenregistratie onvoldoende of niet aanwezig. De Inspectie vermoedt dan ook dat de werknemers te lange werkdagen maken.
Bij één vleesverwerker dachten 6 werknemers tevergeefs aan de controle te ontsnappen door zich in het bedrijf te verstoppen. De Inspectie denkt dat een aantal werknemers niet in Nederland mag werken of zwart verloond worden. Het bedrijf is gesommeerd om gegevens van deze medewerkers aan de Inspectie te overhandigen.
De uitzendbureaus die personeel leverden aan de vleesverwerkers worden de komende tijd door de Inspectie gecontroleerd op onderbetaling, tewerkstelling van vreemdelingen en specifieke wetgeving gericht op uitzendbureaus.
In mei dit jaar controleerde de Inspectie op de Veluwe al een aantal vleesverwerkers. Ook bij deze bedrijven werden overtredingen geconstateerd. In 2020 gaat de Inspectie door met het controleren van de bedrijven in deze sector.
]]>Bij mij in de buurt wonen veel studenten die zich massaal op Swapfietsen voortbewegen. Die fietsen met zo'n blauwe voorband. Je huurt die fiets voor een mooi, en zorgeloos, bedrag per maand. Amsterdam kan natuurlijk niet zonder fietsen en hun fietsers. Die dragen bij aan een leefbare stad. Maar, de fiets als wegwerpartikel geeft ook kopzorgen.
De Swapfiets is het ultieme wegwerpartikel. Mijn studenten raken hem soms twee keer per jaar 'kwijt'. Na een avondje stappen of omdat ze 'em achteloos ergens hebben neergezet. Op de stoep, liefst op de blindengeleidestrook of voor een huisdeur.
Het puberbrein is nog niet zover ontwikkeld dat ze nadenken of hun fiets niet in de weg staat voor anderen. Het past bij hun hedonistische levensstijl waar iets nooit hun eigen verantwoordelijkheid is. Met het Swapfietscontract lijkt het ook niet hun probleem. Die fiets is niet van hun.
Soms worden die fietsen dan weggehaald. Terecht natuurlijk. Maar, meer dan de helft van die fietsen worden niet opgehaald bij het depot. Verongelijkt mekkeren ze in koor over fietsdiefstal door de gemeente. Hun fiets moet altijd en overal voor de deur kunnen staan, toch? Zijn ze te beroerd om een paar meter te lopen?
Het niet meer bezitten, maar huren, van de fiets leidt tot anonimiteit en het niet nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het zou Swapfiets sieren als ze een oplossing bedenken die de gebruikers aanspoort tot goed gedrag. Elke fiets heeft al een tag. Zorg dat de Amsterdammers handhavers op straat daarmee kunnen werken. Dat kan Swapfiets de gebruiker een appje sturen voordat de gemeente de fiets afvoert naar het fietsdepot. Voor Swapfiets moet die informatie waardevol zijn. Je haalt de 'domme blauwtjes' eruit die wel heel vaak hun fiets zeggen 'kwijt te zijn'. Die informatie kan de gemeente helpen op de juiste plekken, op de juiste tijden, voldoende fietsparkeerplekken te regelen.
Zo'n concept kan de opmaat zijn naar een slimme fietsID waarmee de gemeente effectiever de overlast van 'fout' geparkeerde fietsen kan aanpakken als we straks veel meer ruimte hebben om fietsen te parkeren op de 10.000 parkeerplaatsen die straks vrijkomen. Anders blijft iedereen achteloos die fiets op de stoep parkeren. Gedrag is de vaak onbesproken 'olifant in de kamer' bij gesprekken over mobiliteit in de Amsterdam.
]]>De klassieke muziek minnende wereld -en vooral Amsterdam- leed dit weekeinde een groot verlies.
Maris Jansons (1943-2019) is in de nacht van zaterdag 30 november op zondag 1 december in St. Petersburg overleden op 76 jarige leeftijd.
In 2014-2015 tijdens zijn chef dirigentschap van het Koninklijk Concertgebouw Orkest bracht hij het beroemde KCO tot de werelderkenning van: ''het beste orkest ter wereld''.
Hij was zeer geliefd bij de concert musici die onder zijn leiding speelden. Ik begreep dat heel goed, want ik heb ruim 5 jaar in een vierstemmig koor gezongen, dan leer je het belang van een prima dirigent.
''Zeg het met je handen, die vertellen alles'' was zijn primaire raad die hij als dirigent aan zijn leerlingen gaf. Maar als ik Jansons bezig zag in het Concertgebouw zag ik veel méér: hoe hij met zijn blik, mimiek en alle mogelijke lichaamstaal zich verhield met elk lid van dat immens grote symfonisch orkest. Tegelijk zat hij volledig ín het stuk dat werd gespeeld. Gedreven door wat de componist had bedoeld. Een meeslepende meester in de hele lijn van communicatie.
Hij had geen sterk hart, zijn vader ook dirigent overleed in de jaren 80 terwijl hij een concert gaf, aan een hartinfarct. Ook Maris was in 1996 in Oslo bijna ''in het harnas gestorven'' zoals dat wordt genoemd. In de nacht van zaterdag op zondag stierf Maris Janssons in St. Petersburgh na een tweede hartaanval. Met zijn musici ondernam hij vele pogingen om ''samen in de hemel te komen'' – de afgelopen nacht ging hij alleen op weg.
Martin Veltman over "Ik heb niets warms voor de winter" , een boek als klein monument voor het echtpaar Veltman en andere verzetsstrijders in de 2e wereldoorlog met onder andere brieven uit kamp Vught,
]]>De Amsterdamse politie maakte afgelopen week bekend dat ze het belangrijke Team Bestrijding Ondermijning van de recherche opheft. Bepaalde grote onderzoeken komen tot stilstand. De betrokken rechercheurs zijn onthutst en kwaad. Maar ja, personeelsproblemen, hè. Te weinig blauw op straat. Het water staat zelfs tot bóven de lippen.
Al jarenlang zijn er capaciteitsproblemen bij de politie, in tegenstelling tot bij de georganiseerde misdaad. Er moeten meer agenten bij, maar dat gaat langzaam. Den Haag moet nou eindelijk eens flink afkomen met poen, maar het is nooit genoeg. Er komen alleen maar taken bij. Vooral in de grote steden en dus ook in Amsterdam. En dan zijn het ook nog van die zaken die veel politie-inzet vereisen, maar waarvan je je afvraagt of dat niet anders moet.
Neem het belachelijk aantal festivals waarbij de politie moet komen opdraven. Of de voetbalwedstrijden. De chaos op de Wallen.
Handhaving van de openbare orde is een politietaak, maar de gemeente maakt het zichzelf extra moeilijk door meer evenementen toe te staan waar openbare orde in het geding kan zijn.
Daarnaast is er ineens meer personeel nodig voor het beveiligen van advocaten, officieren van justitie en rechters.
Daar is kennelijk allemaal te weinig aandacht voor, dus ik zou als korpsleiding hetzelfde doen: blufpoker spelen en dreigen een van de meest belangrijke rechercheteams op te heffen. Daarmee krijgt de zware criminaliteit dan vrij spel in de stad, is de boodschap.
Ik ben benieuwd hoe dit afloopt. Hoe heet wordt de soep gegeten? Want zoals in de kleine lettertjes van de opgewonden berichtgeving te lezen stond: het besluit is nog niet definitief.
'In de bosjes met Merel Westrik en Martin Melchers' is een boek over hun liefde.
Hun liefde voor de wilde natuur in die prachtige stad Amsterdam, waar flora en fauna bloeien, groeien en blijven boeien.
Een liefde waarvan ze getuigen in korte puntige stukjes over hun ervaringen van jaren samen op avontuur zijn, de paden op, de lanen in, vaak langs de rafelranden, op onverwachte en voor de hand liggende plekken, in weer en wind, overal en nergens, en dat allemaal in onze zo geliefde metropool.
Voor de ware natuurvorser en voor wie goed oplet en er een oog voor heeft is er vlakbij een enorme rijkdom te ontdekken, daarvoor hoef je niet naar verre buitenlanden af te reizen en helse ontberingen te doorstaan. Om je heen kijken in de mooiste stad ter wereld, wat Amsterdam vanzelfsprekend is, volstaat.
Om de hoek is een verbluffende weelde, rijkdom en diversiteit aan natuur, zo bewijst dit boek..
Hulde voor de gedrevenheid en doorzettingsvermogen van Merel en Martin en felicitaties met het wonderschone en uiterst leesbare resultaat.
Hier een gesprek met Martin Melchers:
Vrijdag was het moment suprême, het hoogtepunt uit de carrière van imam Yassin Elforkani van de Blauwe Moskee in Nieuw-West. De ‘Azan’ zou door de luidsprekers schallen, de oproep tot het vrijdaggebed. Een unicum in Amsterdam! De hoofdstad moest maar eens wennen aan de islam, vond hij. De versterkte oproep leverde daarmee een bijdrage aan de integratie van die enkele ongelovige hond die er wellicht nog in Nieuw-West rond schooide. Pers en publiek waren van heinde en verre toegestroomd om deze historische gebeurtenis mee te maken.
Alleen: buiten bleef het stil. Het werd de ultieme deceptie voor imam Elforkani. Beteuterd moest hij vaststellen dat alleen binnen de oproep klonk. Niet buiten. Draadje doorgeknipt. Sabotage! Waar was Allah als je hem nodig had? Hier werd het geloof van de imam danig op de proef gesteld. Even overwoog hij boeddhist te worden, die gasten hadden tenminste geen last van gedoe met kutluidsprekers. Maar dan moest hij misschien wéér een heel boek uit zijn hoofd leren en dat zag hij niet zitten. De Kamasutra of zo, had hij wel eens gehoord. Of hadden ze geen boek? Zijn kennis schoot hier tekort. Je kunt ook teveel vragen van een simpele ziel.
De buurt schuddebuikte van stiekem leedvermaak. Vermoedelijk vooral vanwege de aanvankelijk hoogmoed van de imam: hij zou Amsterdam wel eens even een lesje leren.
Elders in de wijk stond vroeger de Pius-X kerk. Gelukkig in 2008 gesloopt, hoewel sommigen het zonde vonden. Steevast elke zondag klepelde Pius met z’n klokkenspel tot iedereen er gek van werd. Ongetwijfeld heeft dit bijgedragen tot de uiteindelijke islamisering van Overtoomseveld en Slotervaart. Want een paar minuten Akbar-gejengel is altijd nog beter dan een uur christelijk gebeier aan en in je kop.
Of stilte. Gewoon hemelse stilte! Ja, laten we dát eens proberen!
Ook gepubliceerd op het weblog van de auteur.
]]>Begraafplaats De Nieuwe Ooster bestaat 125 jaar.
Trudy Admiraal schreef voor dit jubileum een boek over de mensen die er werken.
Een interview.
]]>In mijn politieke werk heb ik vaak transparantie bepleit en daarom hecht ik eraan om zelf ook transparant te zijn. Eind november 2019 stop ik als politicus en zal ik de stadsdeelcommissie van Nieuw-West verlaten. Met deze brief wil ik jullie uitleggen waarom.
Na negen jaar actief te zijn in de lokale politiek van dit stadsdeel, valt het mij zwaar om dit besluit te moeten nemen. Twee eerdere termijnen heb ik afgemaakt tot de laatste dag. Ditmaal loopt het anders. Dat begon al bij de verkiezingen van 2018 toen ik bewust een stap terug deed voor een andere kandidaat vanwege mijn naderende vaderschap. In de zomer van dat jaar werd Zenon geboren en veranderde mijn leven.
Het was niet mijn plan om terug te keren in de stadsdeelpolitiek, maar toen mijn opvolgster voortijdig stopte en er geen andere vervanger beschikbaar was, ben ik begin januari 2019 na lang twijfelen toch weer ingestapt. Met als kanttekening dat ik de balans zou opmaken in de zomer. Die balans slaat negatief uit.
Het prille vaderschap (inmiddels als co-ouder) heb ik bijna een jaar gecombineerd met een drukke baan én de lokale politiek. Die combinatie werkt niet meer voor mij. Het een heeft te lijden onder het ander. Daarom heb ik een duidelijke keuze gemaakt: voor mijn zoon, niet voor de politiek.
Natuurlijk zijn er ook andere redenen te bedenken om de stadsdeelcommissie te verlaten. Iedereen die me kent, weet dat ik al voor de invoering geen voorstander was van dit aangepaste politieke stelsel. Een te vrijblijvend systeem, met te weinig concrete invloed. Dat moet en kan beter. Ook kan de commissie zélf beter: minder politiek gesteggel en meer concrete adviezen uit de buurt.
Toch stop ik niet vanwege deze politieke redenen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat je met advies en overtuigingskracht altijd iets kunt bereiken, hoe beperkt je macht ook is. Goede ideeën zijn altijd welkom. Ga dus vooral door met het scherp houden van dagelijks bestuur, gemeenteraad en college.
Voor mij komt er nu een einde aan negen jaar als volksvertegenwoordiger in Nieuw-West. Negen jaar waarin ik me heb ingezet voor veel lokale belangen. Voor buurtveiligheidsteams en veilige verkeersknooppunten. Voor het beschermd dorpsgezicht van Sloten en het redden van de subsidie voor bouwspeelplaats Het Landje. Voor op tijd verstrekte vergunningen en een goede balans van festivals. Voor politieke buurtadoptie (voorloper van wat we nu doen) en het online platform Stem van Nieuw-West.
Hoe nu verder? Praktisch gezien zal de vergadering van 19 november mijn laatste zijn. Ik dank mijn vijftien collega’s in de stadsdeelcommissie, het dagelijks bestuur, de ambtenaren en de D66’ers die mij actief hebben ondersteund. Maar bovenal bedank ik alle 160.000 inwoners van Amsterdam Nieuw-West. Het was een voorrecht om u negen jaar lang te mogen dienen.
]]>Jeroen Mirck zit sinds 2010 in de D66-fractie van Nieuw-West en schrijft columns over de lokale politiek van Amsterdam. Dit is zijn afscheidsbrief aan de stadsdeelcommissie.