
Een groot nadeel van religie is dat het kennelijk in de meer orthodoxe gelederen een belangrijk deel van het eigen denkvermogen uitschakelt.
Men houdt star vast aan wat geschreven staat en peinst er niet over om daar eens een kritische evaluatie tegenaan te gooien. Zoals: is er na de eerste druk van het handboek nog sprake geweest van voortschrijdend inzicht op diverse gebieden?
We zien de orthodoxe onwil tot zelf nadenken haarscherp terug in de discussie over het ritueel slachten.
Het debat spitst zich toe op de vrijheid van godsdienst en een welles-nietes over de leedbeleving van het onverdoofd geslachte dier.
Het verdeelt Kamer en gemeenteraad dwars door de partijen heen.