<%image(20050820-SnoepfoutAC.jpg|140|140|)%>
Als kind mocht ik niet met vreemde heren mee. Al was de heer vriendelijk en waren zijn snoepjes mooi van kleur. Maar gewaarschuwd voor vreemde dames, nee, dat ben ik nooit. Terwijl loslopende dames misschien méér lekkers en kleurigs te bieden hebben dan een heer in lange regenjas. De jaren dat ik in het centrum woon, had ik bij veel vreemde vrouwen naar binnen kunnen wippen. Maar met drie flinke preien priemend uit mijn tasje kijk ik altijd bescheiden naar beneden als ik over de Wallen loop. Het agressief getik met gouden ring tegen de ruiten hoor ik niet. Kortom, ik ga niet zomaar met vreemde heren mee, maar ook niet zomaar naar binnen bij die oh zo vreemde dames.
Laatst drong zo'n dame mijn dagelijks territorium binnen. Aan het eind van mijn straatje kwam de vrouw gekleed in lange regenjas naast mij lopen. We keken elkaar even aan. Nog voor ik mijn hoofd weg kon draaien begonnen haar ogen al te rollen. Met haar tong bevochtigde ze haar lippen. "Hello Sir, how are you Sir?", zei ze met een diepe stem. Hello Sir, how are you Sir. Ik een Sir? En how am I ?, ratelden de cellen in mijn kop. "Not so well today, Miss", was al wat er uit mijn angstig schorre keeltje kwam.