Tot ik er zelf als verpleegkundige ging werken was dat feit zelfs nooit in me opgekomen. Inmiddels is me duidelijk geworden dat medische zorg in een P.I. broodnodig is; veel gedetineerden zijn buiten het gedetineerd zijn ook patient en behoeven medische en vaak specialistische zorg.
Om de verpleegkundigen van een medische dienst alert te houden, krijgen zij, buiten de vakgerichte cursussen zoals psychopathologie of infectieziektenbestrijding, meerdere keren per jaar cursussen in het verlenen van eerste hulp, het werken met een AED-apparaat en bedrijfshulpverlening. Een PI is immers geen zorginstelling waar je meerdere keren per week tegen acute situaties aan kunt lopen en in je handelen daarin kunt oefenen. Het is dus zaak hier scherp op te blijven en daar wordt continu aan gewerkt.
Dat er toch weleens iemand overlijdt in een gevangenis, zoals deze zaterdag uitgebreid in een plaatselijke krant wordt uitgemeten, kan gebeuren, ook als alle medisch noodzakelijke hulp uit de kast is gehaald.
De details van dit geval ken ik niet, maar ik weet wel dat de inzet op elke medische dienst van een PI zeer groot is.
Juist omdat de medische problematiek enorm complex kan zijn in een setting als deze, is het een uitdaging voor verpleegkundigen en artsen om de gevolgen ervan voor de gedetineerde zo draaglijk mogelijk te maken.
Ik betreur het dan ook ten zeerste dat een ploeg hardwerkende mensen in een penitentiaire inrichting beschuldigd wordt van nalatig handelen. Zolang er geen 'schuld' bewezen is riekt dat naar stemmingmakerij.
Dat de gezondheidstoestand van een gedetineerde soms niet toelaat dat de geboden, adequate hulp succes heeft, wil niet zeggen dat de hulpverlening dan gefaald heeft.
Tegelijkertijd is de oorzaak van de wijzend vinger natuurlijk een andere: gedetineerden kunnen in tegenstelling tot vrijwel iedere andere inwoner van Nederland niet zelfstandig medische hulp naar eigen keuze en inzicht inroepen. In plaats daarvan zal de gevangenisdirectie het hen moeten aanbieden. Dit rechtvaardigt een zeer kritische blik op ieder overlijdensgeval in detentie. Zo nodig gepaard met een strafrechtelijk onderzoek.