Bijna klaar, nog even een paar puntjes op de i. En toen dacht de nachtburgemeester: dan doen we het toch maar niet. We doen het anders. Een nieuw plan... geheel bedacht door meneer zelf. Ook daarmee ging ik akkoord. Drie dagen later kreeg ik een mail: ook zijn eigen plan vond Van Zelst eigenlijk niet leuk. Toen ik hem vroeg hoe het precies zat zei hij alleen maar: ik heb helemaal geen zin in gedoe, geen zin in politiek. Hij legde mij voor toch een nieuw programma te gaan ontwikkelen. Gezien de krapte in tijd, en omdat ik niet nog een keer zin had in gedoe, heb ik voor de eer bedankt.
Het gaat natuurlijk niet om mijn persoonlijke verhaaltje. Het gaat om de functie van nachtburgemeester. Hij of zij heeft geen formele politieke macht, maar hij of zij heeft wel een mandaat en een vertegenwoordigende functie. En die wil hij wel erg goed uitvoeren. Dus een van de argumenten die hij aangaf om de talkshow die ik zou organiseren te schrappen was dat hij niet wilde dat ik kritische vragen ging stellen aan de wethouder van cultuur, waarvan hij in eerste instantie zei dat ik die dan maar moest interviewen. Met enige ironie denk ik dan: mijn interview zou hem zomaar zijn subsidie kunnen kosten.
De creatieve economie, zoals beschreven door Richard Florida, is gebaat bij tolerantie, technologie en talent. Dat eerste kun je volgens hem onder andere aflezen aan hoe het nachtleven in elkaar zit. Het Amsterdamse nachtleven wordt wel eens betiteld als vertrut. Vooral de zeer vroege sluitingstijden, en het feit dat je niet eens met een stoelpoot over de terrasgrens heen mag staan. Ondanks de mooie woorden van het college van (de echte) Burgemeester en Wethouders over het stimuleren van creativiteit, is dit nog wel een echte kritische vraag waard. Tolerantie en innovatie zijn gebaat bij het stellen van kritische vragen, van het kritisch aanschouwen van de interpretaties van de werkelijkheid die jij, de beleidsmaker of de kijker als werkelijkheid beschouwd.
Aan de hand van een persoonlijk verhaaltje wordt dus duidelijk dat de nachtburgemeester die geen politiek wil, ook geen bruisend nachtleven wil. Geen innovatie, geen kritiek. Een feestje organiseren is voldoende om het nachtleven te vertegenwoordigen, maar dan wel een feestje in het veilige midden. In plaats van het broodnodige tegenwicht tegen het nog steeds vertrutte Amsterdamse nachtbeleid te zijn, is de nachtburgemeester blij met pappen en nat houden.
Nouja, alleen als dat nachtleven niet veel soeps is gaat dat wel werken.