Ruim 400 politici lijkt veel voor een stad die deel uitmaakt van een land dat door 251 politici bestuurd wordt: 225 leden van de Eerste en de Tweede Kamer, 16 ministers en 10 staatssecretarissen. Maar in Amsterdam gaat het niet om één politieke structuur, maar om 15 structuren. Die van de centrale stad en die van 14 deelraden. Het is gemakkelijk om te roepen dat dat minder kan - sommigen vinden zelfs dat halveren een goed idee is - maar is wat kan ook wenselijk?
Daar hebben we er veertien van, elk met 17 tot 29 raadsleden, een aantal dat is gebaseerd op het aantal inwoners per stadsdeel. Stel dat we dat aantal flink gaan terugdringen, nou vooruit, we halveren alles. Wat gebeurt er dan?
Ik neem mijn eigen stadsdeel, stadsdeel Centrum als voorbeeld. Nu: 27 zetels, verdeeld over 7 politieke partijen. PvdA en VVD hebben elk 7 zetels, GroenLinks heeft er 6, D66 3, Amsterdam Anders 2 en Mokum Mobiel en het CDA hebben elk 1 zetel. Halveren we het aantal zetels, zodat er afgerond naar boven 14 overblijven, dan komen er nog maar 6 partijen in de raad. De 4,4% van de stemmen die het CDA kreeg in 2002, zou niet langer genoeg zijn om de kiesdeler te halen, we hebben dus om te beginnen een hogere kiesdrempel gecreëerd.
Dan de rest: PvdA en VVD krijgen elk 4 zetels en GroenLinks 3, wat op het eerste gezicht redelijk overeenkomt met de huidige verhouding. De grootste verschuiving vindt plaats bij de overige drie partijen, die elk nog maar 1 zetel overhouden. Vooral pech voor D'66, dat nu nog drie keer zo groot is als Mokum Mobiel en opeens even groot, of klein, wordt.
Zetten we de stemkracht van elke partij om in een percentage, dan wordt het verschil nog duidelijker:
D'66 heeft nu 11,1% van de stemmen, Amsterdam Anders 7,4% en de mening van Mokum Mobiel en het CDA staat voor 3,7% van de raad. In het model met 14 zetels krijgen ze elk, op het verdwenen CDA na, 7,14% van de stemmen. En de partijen die het dagelijks bestuur vormen, VVD en PvdA, gaan er ook op vooruit, want waar die nu samen 51,8% van de stemmen bezitten, stijgt dat in het 14-zetels-model naar 57,1%.
Even het aantal raadsleden halveren mag dan leuk klinken, in de praktijk betekent het dat de politiek weer een stapje verder van de burger komt te staan, omdat een groter deel van de bevolking, dat deel dat op kleine partijen stemt, minder invloed krijgt. Dat bestuurt misschien dankzij de afgenomen oppositie wat gemakkelijker, maar daarvoor zijn de stadsdeelraden niet opgericht.
Hij geeft in zijn boek een heldere toekomstvisie van hoe het zou moeten. Probleem van alle politici is dat hun plannen (stap1)weliswaar lumineus zijn, echter de uitvoering (stap 2 tm 10) blijkt vaak niet praktisch haalbaar en duurzaam doordacht.
Waar vele forumbezoekers op wijzen (hetgeen door Asscher en alle overige politici wordt doodgezwegen) is het bizarre aantal politici (ruim 400!!) dat Amsterdam rijk is. Dit aantal staat in geen verhouding tot de door hen geleverde kwalitatieve en kwantitatieve prestatie naar de burger.
Waar het bij Asscher en andere politici aan ontbreekt is zelfreflectie over herijking van de eigen politieke status quo. En dat is jammer.”
Bovenstaande heb ik in eerder stadium op dit forum geplaatst, hopende op een fundamentele herbezinning van de huidige vigerende politieke elite.
Edoch, de werkelijkheid is bedroevend. Van het dichter bij de burger brengen van bestuur(waar de deelraden voor zijn opgericht)blijft een pover resultaat over.
Alle, welhaast megalomane mini-wethouders, houden zich liever bezig met onhaalbare prestige projecten ter meerdere ere en glorie van zichzelf.
Conclusie: het regelsysteem dient gewijzigd te worden door stimulering van burgerszelfbestuur.
de raadsheer