Na de woorden van Verbeet werd er niet om uitleg gevraagd. De messen werden geslepen. Er werd een bak stront over Verbeet gekieperd. Naast kritiek van zo’n beetje iedereen die ooit een voet heeft gezet in Amsterdam, kwamen er ook scherpe veroordelingen vanuit de partij van Verbeet zelf, de PvdA. Een opsomming:
Het is ongelofelijk dat dit soort hopmannen bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt en de wereld op z’n kop zet. Ik Verbeet mij. Ik verbijt mij. Wat mij betreft krijgen bestuurders als Verbeet wél een monument, een heel erg blijvend monument, een betonnen monument van lelijkheid als markering van hun vileine domheid. (…) Henk Spaan kon het vroeger zo ijskoud fraai laten schallen. "Vuilnisman! Kan deze zak ook nog mee?"
Kapser van Noppen, heeft een woordgrap nodig om zijn woede te uiten
Martin Verbeet. Een man van vroeger. Een PvdA’er. De oude reflexen. Diepe schaamte.
Marcel Duyvestijn, zet gelijk de oude garde te kakken
Natuurlijk moet er een permanent gedenkteken komen.
Lodewijk Asscher, genuanceerd en duidelijk
Met zulke partijgenoten heb je geen vijanden meer nodig.
Achteraf blijkt dat men niet goed naar Verbeet heeft geluisterd. Marion de Groot, deelraadslid in Oost/Watergraafsmeer voor de PvdA, maakt duidelijk dat de zaken genuanceerder liggen. Zij zegt dat het dagelijks bestuur van Oost/Watergraafsmeer denkt dat de plek van de moord misschien niet de ideale plek is voor een permanent gedenkteken: "Ten eerste is op die plek weinig ruimte, een monument moet recht doen aan waar het voor staat. Daarnaast is het helaas ook een feit dat de muurschildering verderop aan de Linnaeusstraat meerdere malen het doelwit was van vernieling. Natuurlijk is hier van alles tegenin te brengen, maar zover was het nog niet gekomen want dat debat is nog niet gevoerd in de stadsdeelraad."
Zo heeft iedereen voor zijn beurt gesproken. Misschien dat de critici nu met een constructievere bijdrage kunnen komen. Daar zal dit getroffen stadsdeel meer nut van ondervinden dan aan stoere woorden.
Hoezo? Mietjes zijn het. Daar kon je vergif op innemen dat de halve wereld over verbeet zou heenvallen. Daar kopen we natuurlijk helemaal niets voor, voor bange politici die rekening willen houden met de verschillende emoties in het stadsdeel.
En dan later terugkrabbelen en stellen dat het niet zo bedoelt was. Nee, ik neem mijn petje af voor de moeder van Theo, wat een krachtige dame. Zij durft dit stadsdeel uit te lachen en zij zet dit bestuur gewoon even lekker te kakken.
Theo woonde notabene in de Watergraafsmeer, hij kocht zijn peuken op de Middenweg, hij fietste elk dag over de Linnaeusstraat, en uiteindelijke werd hij daar afgeslacht.
Wat een ontkenning.
En dan het argument dat er geen ruimte zou zijn. Werkelijk wat een onzin. Er is plek zat achter het hek waarachter het stadsdeel kantoor niet schuil gaat.
Ik denk aan Henk van Randwijk, dichter, prozaschrijver, publicist en verzetsheld, hij schreef:
een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen
dan dooft het licht...
Stadsdeel Oost dooft voor mij het licht. Ik ween zacht. Maar voor dat het licht uit is zal ík mijn maatregelen genomen hebben.