Als het gaat om verdraagzaamheid en maatschappelijke empathie, dan hebben we in Amsterdam al een behoorlijke ontwikkeling achter de rug. Nadat wij ons in eerdere jaren hadden geworpen op de Surinamers, de Turken, de Marokkanen, de hippies, de homo's, de Tokkies en de Trafo's, is er een nieuwe categorie bewoners ontstaan waar we heerlijk met onze vooroordelen en bezwaren tegenaan kunnen trappen: gescheiden ouders. Want laten we eerlijk wezen, dat ze bestaan dat is tot daar aan toe en dat ze ergens moeten wonen begrijpen we allemaal. Maar náást ons komen wonen, nee dat willen we niet, althans niet naast ons dure huis in IJburg.
Het leek zo'n leuk idee van dominee Rob Visser en wooncoörperatie De Key om pas gescheiden ouders met hun kinderen onder te brengen in een al jaren leegstaand huis in de IJburgse Eva Besnyötraat. De bewoners in de straat dachten daar echter heel anders over. Zij spraken een knalharde NIMBY uit over het project Parenthouse, waardoor De Key zich genoodzaakt zag het plan in de ijskast te zetten.
Heel begrijpelijk natuurlijk. Gescheiden ouders ruiken al niet zo fris. Door alle emoties zorgen ze niet zo goed voor zichzelf en als je ze ook nog eens met z'n allen in een huis met maar één douche stopt, dan ga je dat echt wel ruiken in je straat. Dat zelfde geldt ook voor hun kleren, en die van hun kinderen natuurlijk. En als ze dan al wassen dan moet dat in de tuin hangen, want geld voor een condensdroger is er niet. Lekker als je net in je tuin munt aan het knippen bent voor een verse Mojito, zit je meteen in de stank van goedkope wasverzachter. En dan hebben we natuurlijk ook nog de frituurlucht, want geen geld voor goed eten betekent automatisch elke dag patat, gebakken in te oud vet. Gescheiden ouders grijpen in hun ellende eerder vaak naar de fles en worden dus 's avonds al gauw luidruchtig, om maar te zwijgen over de stalkende ex'en die 's nachts dronken voor de deur staan te schreeuwen.
Gescheiden ouders kunnen geen auto betalen, hooguit een oude die walmt en olie lekt op de toch al spaarzame parkeerplaatsen. Of ze brengen hun kroost naar school op de fiets. Niet in dure bakfietsen waarbij je het jengelen van de kinderen kunt temperen door de plastic kap dicht te ritsen, maar op oude, piepende kadavers zonder licht, zodat je 's avonds ook nog moet uitkijken waar je rijdt, want voordat je het weet heb je er eentje onder je SUV liggen. Kinderen van gescheiden ouders schreeuwen sowieso ook harder, want dat hebben ze geleerd toen hun ouders nog bij elkaar waren. Gescheiden ouders hebben natuurlijk behoeftes. Voordat je het weet zitten ze aan je kinderen, of erger: aan je man of vrouw. De kinderen zelf zijn vast ook vaker geneigd tot seksuele afwijkingen, ook dat schijnt namelijk bij instabiele en liefdeloze huwelijken te horen. Daar wil je je eigen kinderen niet naast laten opgroeien.
Overdreven? Misschien. Feit is dat de bewoners zelf hun mond houden over het waarom van hun weerstand. Eén van hen was moedig genoeg om anoniem iets te roepen over een verstoorde dynamiek in de straat of over de dalende prijs van hun huizen. Dat laatste is wel bijzonder te noemen. Een blik op Funda leert ons dat de gemiddelde prijzen van de huizen die in deze straat te koop staan onder de drie ton blijven hangen. Geen prijzen waaruit je de arrogantie zou kunnen ontlenen om te kunnen roepen dat je geen relationeel gehandicapt gepeupel in je straat blieft. Blijft over: vooroordelen over vermeende instabiliteit en onaangepastheid van gescheiden ouders, wellicht gelardeerd met de wetenschap dat gescheiden mannen en vrouwen die dit soort initiatieven nodig hebben wel armoedzaaiers móeten zijn, die ook nog eens lijden onder de terreur van hun emotioneel beschadigde, luidruchtige kinderen.
Volgens het CBS ligt het scheidingspercentage onder de Nederlandse bevolking op ongeveer 35%. Bij hoogopgeleide mensen iets lager. Dat betekent dat in de Eva Besnyötraat ongeveer een kwart of meer van de gezinnen een scheiding achter de rug, óf nog voor de boeg heeft (waarbij ik er voor het gemak even vanuit ga dat de NCOI cursus Juridische Dienstverlening onder "hoog" valt). Mocht u tot die laatste categorie horen dan hoop ik wel dat u dan het fatsoen heeft om te verhuizen. Niet alleen verstoort u namelijk de dynamiek in de straat van uw buren, u drijft ook nog eens de prijs van hun huizen omlaag.
acht reacties op "Gescheiden is de nieuwe melaatse"
De tolerantie is inderdaad een stuk verminderd, niet alleen in Amsterdam maar de "stadse mensen" die naar de dorpen zich uitgewaaierd om daar te gaan wonen gedragen zich precies zo als de IJburgers: Alles wat niet precies zo is en leeft als zijzelf wordt buitengesloten en als een bedreiging van hun "bezit" gezien.
Ook in Amerika, "the land of freedom" is de discriminatie van "anders dan de rest" heel sterk. Probeer maar eens als je lichtelijk gekleurd bent om je in een "white man's world" te vestigen.
Gelukkig hebben we in Amsterdam nog geen Amerikaanse wapenwetten.
Kies dan voor een provinciestadje of op zijn minst een flink groot dorp. De mensen uit het westen die dachten gelukkig te worden in hun schattige dorpshuisje komen er bekaaid af, de generaties lang samengeklonterde gemeenschappen laat je niet echt toe, als je het heel slecht treft word je zelfs systematisch weggepest. Ik ken mensen uit Amsterdam in Drente, Groningen, Friesland, die dat is overkomen. In de middelmaat dorpen (waar nog wat resteert van winkels, scholen en voorzieningen) kom je als nieuwkomer terecht in wat ze hier noemen: "de witte schimmelrand". Daarmee duiden ze de nieuwbouwwijkjes van de buitenkant aan. Daar komt alles terecht wat uit "het westen" komt, om er van hun verdiende geld te genieten of het te parkeren in een "tweede woning". Ze worden vijandig bejegend door de "autochtonen", tenzij er aan hen te verdienen valt (professionele vriendelijkheid). Onder de witte schimmelbewoners is er echter ook geen samenhang. Je moet meedoen in de trend van voortdurend bezig zijn je bezit te verfraaien en uit te breiden, en voor de grote tuinen moet je kiezen uit 3 varianten: 1. asfalteren of een klinkerveld met lekker veel parkeerruimte op eigen terrein voor auto, boot en caravan, 2. volstorten met mijnsplit met daarop een paar buxuspotten. 3. kavelbreed gazon dat voortdurend op 1 cm maaihoogte dient gehouden te worden, eventueel in het midden ervan een trampoline. Om de vrede te bewaren gelieve u zich te houden aan deze beperkte keuze.
Ik heb ook zo'n naar stadse begrippen grote tuin, omdat ik vogelliefhebber ben heb ik die daarop ingericht: wat rommelig, bomen en veel (bloeiende) struiken. Er is een broeihoop voor padden, ringslangen en hagedissen aan de waterkant. Er leven egels en er nestelen zangvogels. Zo ongeveer zoals veel tuinen in het oude dorp zijn, maar daar ergert de witteschimmelwijk zich dood aan: de aanblik van "de rotzooi" vermindert de status van hun bezit. Als ik langer weg ben (men ziet mij met weekendtassen, vouwfiets e.d. per auto vertrekken) ben ik niet eens meer verbaasd als men zich bij mijn afwezigheid heeft uitgeleefd met kettingzaag en rooiarbeid zonder overleg vooraf.
Vestig je niet tussen de witte schimmel en mijd de kleine dorpen als de pest tenzij je zo'n mens bent die ook meent dat iedereen om je heen precies zo hoort te leven als jij (en zo zijn de meeste mensen in Nederland, heb ik in mijn lange leven geleerd). Tolerant? De meeste mensen vormen een rare diersoort, ze kunnen niet zonder elkaar en toch verdragen ze elkaar niet. Jammer hoor.
Ik herken in de IJburgers precies de mentaliteit van de "witteschimmel bewoners" van mijn dorp. Het betreft waarschijnlijk dezelfde mensensoort. Net als in die suburb in New Jersey, waar ik jarenlang bij Amerikaanse vrienden kwam. In hun mooie groene wijk van koopwoningen vestigde zich de eerste Afro-Amerikaanse familie. De woede over "loss of value in our property" die in de buurt opstak is vergelijkbaar: We're all "NIMBY people"...