Als mensen na een jaar of zes, zeven plotseling gezegd wordt binnen twee maanden hun huis te verlaten, dan slaat de schrik om het hart.
Ook als je contract ondeugdelijk is en je wist dat het tijdelijk was.
Veel mensen denken niet alleen 'waar moet ik heen?!', maar ze denken ook vaak 'ik wil hier eigenlijk niet weg'.
Dat ken je toch wel? Dat gevoel van 'Maar het ruikt hier zo vertrouwd, en die boom daar uit mijn raam moet ik dan missen, en ik heb net zo fijn die kast op maat gemaakt in de hoek.'
Verhuizen is niet leuk, voor de meeste mensen niet. Zeker niet als niet zeker is dat het beter wordt.
Ook mensen die veel te krap of in heel slechte huizen wonen staan vaak toch niet te popelen om te gaan.
Verhuizen schijnt na dood en scheidingen, de grootste stressfactor te zijn in iemands leven.
Toch krijgen sommige typen bewoners fanatieke verwijten naar hun hoofd als ze zich bij verhuizing onwillig tonen.
Zo wordt outsiders die als tijdelijken tevergeefs proberen hun positie te verzilveren het voordringen verweten.
Dat geldt krakers die uit zijn op legalisatie, maar ook tijdelijke huurders die na 6 jaar hopen op z'n minst recht op coulance te hebben als de sloop toch nog op zich laat wachten.
Ik vind het onzin om die mensen morele verwijten te maken.
Het zijn gewoon mensen die een basale levensvoorwaarde ontbeerden: een woning. Ze hebben zich ingezet om deze toch te verwerven en hebben zich vervolgens gehecht aan de plek.
Een beetje hechten aan je woonplek is logisch en noodzakelijk voor je gemoedsrust, het moet immers een 'thuis' zijn.
Of willen we al deze tijdelijken optellen bij de cijfers van dak- en thuislozen in deze stad?
Emotionele barrière
In de manier waarop beleidsmakers en politici over woonzaken praten wordt veel te weinig met verhuisstress rekening gehouden. In plaats van als serieus weegfactor in het beleid, wordt de onwil om te verhuizen behandeld als aspect van onwetendheid of een emotionele barrière die overwonnen moet worden.
Er wordt vaak heel neerbuigend over gedaan. "Mensen zijn bang voor verandering, maar ze hebben niet door dat het in hun eigen voordeel is."
En dan volgt er nog een voorlichtingsavond.
Maar alle tijd, stress, energie, onwennigheid, heimwee en sociale onveiligheid die het kost wordt niet in de balansrekening meegenomen.
Worden onnodige verhuizingen wel voorkomen?
Wordt er eigenlijk beleid gemaakt om minder verhuizingen nodig te laten zijn?
Dat zou misschien een hoop geluk kunnen opleveren.
Scheefwoners
Er is nog een categorie mensen die we verwijten maken over het hechten aan hun woning: de scheefwoners.
Ik haat de term en was blij dat wethouder Freek Ossel het ook had over 'scheefbetalers' in het Parool afgelopen zaterdag.
Je kan mensen niet verwijten dat ze lage lasten hebben voor iets.
Ik hoor wel eens scheefwoners zich schuldig voelen, maar gek genoeg hoor ik nooit mensen zich schuldig voelen over hun hypotheekrenteaftrek.
Sterker nog: scheefwoners die verhuizen naar een koopwoning voelen zich moreel opgelucht, terwijl de volkshuisvestelijke staatskas toch diep in de buidel moet tasten voor deze verschuiving.
Constante druk
Doordat we 'doorstroming' topprioriteit gemaakt hebben in het woonbeleid, zetten we een constante druk op mensen om te verhuizen.
De vraag is of we onszelf daarmee een gunst bewijzen of met een last opzadelen.
Want, ja: een mooiere grotere woning -de zogenaamde wooncarrière die we allemaal zouden moeten willen en ons beloofd wordt-, daarvoor is doorstroming nodig.
Maar tegelijk zijn gedwongen verhuizingen en verhuizingen die geen verbetering opleveren vaak een zware inbreuk op het leven van mensen.
Hogere bijdrage
Ik vind dat we zoveel mogelijk moeten proberen om te voorkomen dat mensen moeten verhuizen om een andere reden dan dat ze zelf graag ergens anders willen wonen.
Dat is ook de reden dat ik een voorstander ben van inkomenshuren of huurbelasting.
Laat de mensen gewoon lekker wonen waar ze gelukkig zijn.
En als het op een gegeven moment gerechtvaardigd is om een hogere bijdrage te vragen aan hen die het kunnen om in de woningbehoeften van anderen te kunnen voorzien, dan moeten we dat doen.
Goeie zet dus van Freek Ossel om te pleiten voor het optrekken van de huurgrens en flexibeler huren. Fijn dat hij (na aandringen van o.a. GroenLinks) nu ook een stap in de discussie zet die nodig is om het wonen voor lage middeninkomens in deze stad mogelijk te houden. De VVD kan wel lekker sputteren, maar het gaat helemaal niet om meer regels. Het gaat om dezelfde regel voor meer gevallen .
Waar het om gaat is dat woningen in Amsterdam gewoon bereikbaar moeten zijn voor iedereen en de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
Tamira Combrink is raadslid voor Groen Links in de Amsterdamse Gemeenteraad.
Dat gaat niet gebeuren.
Er schijnen te weinig woningen te zijn in deze stad. Hoe kan het dan dat er zoveel huizen te koop staan?
Vergeet ook miljoenen vierkante meters lege kantoorruimte.
Er is genoeg plek om te wonen in Amsterdam.
Alleen maakt de marktwerking het onbetaalbaar.