Nu de boom van Anne dood is, is Nederland collectief verdrietig. Daar zijn we goed in, samen rouwen. Helemaal nu, want het gaat hier om een Hele Belangrijke Boom. Niet dat ik in de 41 jaar van mijn leven er ooit een gesprek met iemand over heb gevoerd of überhaupt gehoord heb van Anne’s boom, maar toch. De boom wordt in het dagboek beschreven en is dus van historische waarde. Iedereen, behalve ik blijkbaar, wist van het bestaan van de boom. We hadden er allemaal een speciale band mee. Vooral nu hij dood is.
De komende dagen zullen we er nog wel een paar keer mee geconfronteerd worden. Met al die bekende Nederlanders die voor de camera gaan zitten vertellen wat voor bijzondere band ze hadden met de boom. Dat ze er begin jaren tachtig al mee knuffelden toen dat helemaal niet gebruikelijk was. Eind december zal de boom met tenminste drie nummers in de top 2000 staan, net zoals Ramses in 2009. Diezelfde Ramses waarvan we de muziek al een maand of 8 niet meer gehoord hebben. Vers drama, dat vinden we het lekkerst!
Begrijp me niet verkeerd. Het dagboek van Anne Frank en het achterhuis zijn waardevolle herinneringen aan een geschiedenis die nooit vergeten mag worden. De boom was echter een levend iets. Een mooie stam met takken en bladeren waar Anne naar gekeken en over geschreven heeft. Maar vooral een levend stuk natuur en dus voorbestemd om te sterven. Het massaverdriet over de boom van Anne komt daarom op mij over als het zoveelste staaltje Hollandsche Hypocrisie. Toen de boom nog leefde was er weinig aandacht. Gewoon, een boom, was het toen. Nu is het een nationaal drama.
Het verhaal van Anne Frank is te verschrikkelijk voor woorden, maar die woorden zijn er wel. Het had mij daarom een goed idee geleken om de boom te vermalen tot pulp. Om vervolgens de pulp te verwerken tot papier en hier een hele speciale druk van het dagboek van te maken. Zodat de woorden bewaard blijven en gedrukt worden op het papier van de boom waar de woorden over gesproken hebben. Deze speciale druk had geveild kunnen worden, zodat het Anne Frank Huis nog jaren in stand gehouden kan worden.
De symbolische waarde die de boom enkele dagen geleden nog had is inmiddels verdwenen. Het drama is niet meer vers en knapperig en de restanten van de kastanjeboom zijn of worden, als ik de laatste berichten moet geloven, vernietigd. Een paar brokstukken worden bij opbod verkocht op Marktplaats. Kijk, zo kennen we de Nederlanders weer. Ik ben benieuwd of de boom de jaaroverzichten nog haalt.
Illustratie: Wilgenbroed - via Flickr (CC)
Eerdere berichten over dit onderwerp: Het Kastanjeconflict (15 november 2007)
twaalf reacties op "Pulp"
“Lieve Kitty, vader, moeder en Margot kunnen nog steeds niet aan het geluid van de Westertorenklok wennen, die om het kwartier zegt hoe laat het is. Ik wel, ik vond het dadelijk zo fijn en vooral 's nachts is het zo iets vertrouwds.”
Zevenendertig jaar woon ik in Amsterdam, diverse keren heb ik vòòr het Achterhuis gestaan, elke keer als ik zo`n minstens een kwartier lange rij zag staan dacht ik: “Ik kom nog weleens terug”. De laatste keer dat ik langer dan vijf minuten in een rij stond was tijdens een regenachtige octoberzondagmiddag in 1979 voor het Guggenheim Museum in New York City. In zijn eigen stad, land, stad, men niet in een rij, laat men zich niet in nauwelijks meer dan een minuut tijd door een kamer jagen.
Vèèl interessanter vind ik het Merwedeplein waar de op 12 juni 1929 in Frankfurt am Main geboren Anne woonde tussen begin 1934 en het onderduiken van de familie Frank juli 1942 in het Achterhuis. Op het plein waar ze de gelukkigste jaren van haar leven had werd pas op 9 juli 2005 een standbeeld van haar onthuld. Naar dat plein fiets ik weleens, stap altijd even af bij dat standbeeld. Tja; daar hoef ik niet in de rij te staan, prijs ik me gelukkig dat er geen Anne Frank-souvenirs worden verkocht.
Maar ja, fatsoenlijk opgevoed en nog sterker: stel je voor dat iemand me hoort en dan.........(hel en verdoemenis vallen mij deel...)
Natuurlijk, jammer van de boom. Maar een zaailing van de boom in dezelfde tuin is m.i. ook prima, al is 'tie pas over 40 jaar op het niveau als toen Anne (en haar vriendje) hem toen zagen....
Het gaat om de herinnering.
(ik ken het Achterhuis gelukkig van vóór de tijd dat er dagelijks honderden wachtenden voor de nieuwe ingang staan).
- Zojuist zag ik op het nieuws dat de instrumenten van een of andere Dr. Death uit de Nazi tijd, zijn aangeboden aan een museum- Daar schrik ik nu echt heel erg van, dat iemand die vervloekte 'collectie' zolang in bezit heeft gehad, en dat nu nog schaamteloos durft aan te bieden als 'collectie'! Hoeveel mensen zijn daar niet mee verminkt, vermoord of gemarteld?
Gruwelijk!!!
Op die speciaal ontworpen stalen steunconstructie konden we dus kennelijk niet rekenen.
Dat gebeurt wel vaker bij het rekenen aan bouwontwerpen c.q. het uitvoeren daarvan.
Hoe regelen we het dat we de volgende keer wèl op de bouwers kunnen rekenen?
Het ging om de keus tussen de boom afmaken of zelf laten sterven, dat is alles. Goed, die is nu gestorven, einde discussie.
Waarom u de instrumenten van Dr. Death hierbij haalt is me een raadsel. Ik zie het verband niet, echt niet.
Een waardig einde, lees http://www.hernehim.nl/cult...
Dat relativeerde het einde van de Boom in het licht van zoveel afschuwelijkheid destijds..
Ik weet ook niet wat een particuliere verzamelaar heeft bezield om de instrumenten van experimentele Nazi dokters te willen bezitten en bewaren. Heb het allang opgegeven te proberen om me in te leven in de gedachtenwereld van zulke kromgegroeide geesten. Het gebouw waarin die instrumenten werden gebruikt staat er nog, misschien zijn ze daar op hun plaats, hoewel ik dat ook niet zal gaan bekijken. Ik heb in Vlaanderen eens een museum bezocht waar de martelwerktuigen uit de middeleeuwen in volle glorie werden getoond. Spijkerbedden en stoelen met een zitting van ijzeren pinnen, met riemen om de zitter te fixeren, installaties voor het zg kromsluiten, enz. Een heuse kerker van 1 bij 1 meter en drie meter diep zonder raam of deur waarin van bovenaf door een tralierooster de gevangene werd geworpen Sindsdien heb ik zulke vakantiegenoegens afgezworen. Vaak in Polen geweest maar nooit naar Auschwitz-Birkenau, ook tientallen keren Buchenwald woorbij gereden, nooit gestopt.
Ik weet hoe afschuwelijk de mens is en laat me dat niet vrijwillig nog eens inwrijven.