We zien elkaar. Ik raak haar aan met mijn ogen.
Twee overbuurvrouwen, twee levens die door een gracht metaforisch zijn gescheiden, voeren virtuele gesprekken. We zijn elkaars voyeur.
Ze knikt bemoedigend wanneer ik m'n fiets tegen de bergingdeur zwaai en is de sleutelbewaarder van mijn geheimen aan de bekende-voor-één-nacht.
Ze luistert mee met fluistergesprekken in het schemerdonker, echt donker wordt het niet aan een stadse kade. Privacy is in het centrum niet te koop.
Boven het vitrineraam van mijn overbuurvrouw zijn de gordijnen op gluurafstand geopend.
Ze gunt de buurtbewoners ook een kijkje in haar wereld, de vitrine waarin zij zichzelf avond aan avond tentoonstelt.
Van de een op andere dag waren de gordijnen niet meer gesloten. Lichamen die zich verhuurden zijn verruild voor het bord "Kamer te huur".
Haar stoel stond doelloos in de kale ruimte, maar dag en nacht scheen onverminderd haar licht over de kade als eenzaam eerbetoon aan het oudste beroep.
Was dit een direct gevolg van de bezuinigingen die hier werden doorgevoerd in deze industrie?
Ik was gewend geraakt aan de blik van dit typische decor van Amsterdam. Die paar ogen hoorden bij de buurt.
Ik voelde me bijna naakt zonder die paar ogen die me aanstaarden in het rode schemerige licht.
Sinds een paar weken zijn de gordijnen op gluurafstand weer geopend. Vreemd soort opluchting dat ze er weer zit. Zonder haar geen Amsterdam.
Dit is haar buurt, haar kleedkamer waar zij zich voorbereidt op de rol die zij vanavond gaat vervullen. Het is dáár waar zij aan haar striptease van rituelen begint.
Ze strijkt met haar nagels langs haar been dat langzaam wordt opgetrokken in glanzend zwart. Haar ogen zullen blikken moeten vangen.
Met mascara borstelt ze haar wimpers zorgvuldig op de juiste plaats als de wachters die de mannen moeten toelaten.
Ze stapt uit de coulissen om roerloos plaats te nemen op haar kruk. Een quasi-nonchalante houding die plots verandert wanneer er voetstappen verschijnen.
Iemand werpt een schaduw in haar licht. Het wandeltempo is niet zo hoog als de frequentie van haar drillende borsten.
Een metronoom die op tilt slaat en hij kan het niet meer bijbenen. Zij opent de deur met een uitnodigende doch ferm gebaar en strikt haar web.
Ik zie hoe ze met purperfluwelen handen de wereld om haar heen sluit.
Nee, van recessie is hier gelukkig nog geen sprake...
Foto: Arnoud de Jong
Ik stel me voor: ga eens samen koffiedrinken