Hierdoor was ik gedwongen om een route te kiezen door de aso-oase van de H-buurt en de mensonterende troosteloosheid van Höllendrecht-West. Gelukkig bereikte ik snel het Centraal Park van Gaasperdam. Maar mijn goede bui werd vertroebeld door de gedachte dat het stadsdeel ook dit park wil opofferen aan woningbouw. Toen ik twintig minuten later met een sub-optimaal humeur mijn voordeur opende lag er een brief van de gemeente op de mat, waarin de directeur van de Dienst Onderzoek en Statistiek me persoonlijk uitnodigde om deel te nemen aan het Grote Groenonderzoek 2008. Asjemenou. Zelden viel een envelop op een juistere deurmat.
Dat laatste stelde me voor een onverwacht probleem. Want in alle lijsten prijkte nog fier de naam van het Bijlmerpark. Zouden ze bij de gemeente überhaupt wel weten dat het Bijlmerpark ten prooi is gevallen aan de destructieve hebzucht van stadsdeelbestuurders en projectontwikkelaars? En dan: hoe geef je een cijfer aan een park dat er niet meer is? Als ik, met het oog op de door het stadsdeel aangerichte ravage, een 1 zou geven, zou men kunnen zeggen: 'Zie je wel? Iedereen vond het oude Bijlmerpark kut. Het is maar goed dat we het verkwanseld hebben.' Zou ik aan de andere kant een dikke voldoende geven, dan bestond het risico dat men zou denken dat de plannen van het stadsdeel mijn volledige instemming genieten. Ik kwam er niet uit.
Omdat ik volgens eigen opgave het meest in het Gaasperpark kom (het Centraal Park Gaasperdam stond vreemd genoeg niet in de lijst, wellicht wordt er al op de nieuwe plannen van het stadsdeel geanticipeerd), volgde er een lijst vragen die specifiek op dat park betrekking hadden. Langzamerhand begon het me op te vallen dat alle vragen draaiden om de wijze waarop ik de parken gebruik. Tot mijn teleurstelling werd nergens gevraagd om een visie over het toekomstig gebruik (lees: behoud) van de parken. Bovendien waren het multiplechoicevragen en werd bijna nergens ruimte geboden voor een open antwoord. Ik besloot om grensoverschrijdend gebruik te maken van de weinige gelegenheden die het onderzoek me bood.
Voor wat voor activiteiten kwam ik naar het Gaasperpark? Naast de gebruikelijke activiteiten (hardlopen, voetballen, de liefde bedrijven/cruisen) mocht ik ook een eigen antwoord invullen. Ik dacht even na en schreef: 'Treuren om de teloorgang van het Bijlmerpark en plannenmakers van het stadsdeel in de smiezen houden'. Zo, die konden ze in hun zak steken. En het was nog waar ook.
'Zijn er voorzieningen of dingen die het Gaasperplas/Gaasperpark voor u (nog) aantrekkelijker zouden maken?', wilde de gemeente weten. Ik mocht meerdere antwoorden aankruisen en koos dan ook voor meer groen, een gevarieerdere beplanting, meer horeca, groene verbindingen tussen de diverse parken en (alweer mocht ik een eigen antwoord invullen!) landmijnen.
In de reeks vragen die volgde werd me letterlijk het hemd van het lijf gevraagd. Vreemd genoeg hadden de vragen nauwelijks meer betrekking op parken of groengebieden, maar op mijn opleidingsniveau, mijn baan, mijn inkomen, mijn etnische afkomst, het geboorteland van mijn moeder én dat van mijn vader, mijn burgerlijke staat en mijn thuissituatie, mijn mening over het winkelbestand in de omgeving, je kunt het zo gek niet verzinnen. Zelfs mijn Body Mass Index (BMI) wilden ze weten. Geloof het of niet: het schijnt dat mijn lichaamsmassa van onschatbaar belang is voor het groenbeleid van de gemeente.
Maar hoeveel gewicht ik ook in de schaal leg, nergens werd om mijn advies gevraagd. En dat is jammer. Want ik had de gemeente graag geadviseerd om de drie resterende bomen in het Bijlmerpark te gebruiken om vernielzuchtige bestuurders, plannenmakers en projectontwikkelaars aan op te knopen, opdat ze, zodra hun lichamen zachtjes beginnen te fermenteren, de uit hun bomen verdreven kraaien tot voedsel kunnen dienen.
Aan de andere kant: hoewel deze suggestie prima uitvoerbaar is (in tegenstelling tot wat het stadsdeel graag beweert zijn die bomen kerngezond), denk ik niet dat ze zou worden overgenomen. Per slot van rekening gaat het slechts om een mening. En in onze mening is de gemeente, alle mooie enquêtes ten spijt, helaas niet geïnteresseerd.
Er zal straks wel weer uit het onderzoek blijken dat parken zogenaamd niet genoeg gebruikt worden en ziedaar het argument om maar weer te gaan schoffelen en te bouwen, bah!