Om zo'n tragedie tot menselijke, begrijpelijke proporties terug te brengen, hebben we symbolen nodig. Gewone, alledaagse symbolen die we herkennen en waarmee we ons, als het even kan, kunnen identificeren. Iedereen kent de mythe van het orkest op de Titanic, dat dapper bleef doorspelen terwijl het schip in de golven verdween. De foto van de negenjarige Kim Phúc, die zwaar verbrand raakte door een napalmbombardement, gaf een gezicht aan de Amerikaanse misdaden tijdens de Viëtnamoorlog. En in Amsterdam hebben we Anne Frank, die als geen ander de slachtoffers van de holocaust symboliseert.
Juist daardoor is Anne postuum uitgegroeid tot een symbool van de jodenvervolging. En juist omdat ze een alledaags meisje was is haar nagedachtenis zo'n beetje heiligverklaard. Over gevoelige passages in haar dagboek is jarenlang gesteggeld. Wanneer er ansichtkaarten verschijnen van Anne Frank met een Palestijnse sjaal wordt er furieus gereageerd. En wanneer een kastanjeboom, die een paar keer in haar dagboek is beschreven, dreigt te worden gekapt, is Amsterdam te klein.
De soap rond de Anne Frankboom heeft maandenlang de media beheerst. Van alles is in het werk gesteld om de doodzieke kastanje voor kap te behoeden. Er waren expertises en contra-expertises, trekproeven en protesten. In Vroege Vogels is er meermalen een item aan gewijd, de zaak stond wereldwijd in de kranten, er werden heuse websites gemaakt en de boom kreeg zelfs een Wikipedia-artikel. In drie talen. Ook de Bomenstichting ging zich ermee bemoeien, en ironisch genoeg groeide de Anne Frankboom uit tot een soort symbool voor alle anonieme bomen die rücksichtslos worden gekapt. De uitkomst van al het (letterlijke) getouwtrek was dat in januari werd besloten om de boom 'nog vijf of tien jaar' te laten staan met behulp van een ondersteunende constructie.
Al die soesa rond één symbolische boom staat in schril contrast tot de geruisloze wijze waarop in Zuidoost liefst 8500 bomen worden gekapt. Jarenlang hebben de bewoners van het stadsdeel geprotesteerd tegen de vernieling van het park. Er zijn bezwaarschriften ingediend, alternatieve plannen aangeboden en procedures gestart. Maar het stadsdeel dreef - op voor Zuidoost kenmerkende wijze - ijzerenheinig zijn zin door. Terwijl de laatste bezwaarprocedures nog liepen werd al met de sloop begonnen. In de media, zelfs in de lokale media, is relatief weinig aandacht besteed aan de kap. En Vroege Vogels wijdde er pas een item aan toen de motorzagen al knetterden.
Afgelopen weekeinde ben ik nog even door het park gelopen. (De hekken, die pottenkijkers op afstand moeten houden, sluiten het park niet zo hermetisch af als wel wordt beweerd.) Het werd me droef te moede. Staartmeesjes ravotten nog wat in de kruinen van omgezaagde bomen. Twee buizerds voerden een baltsvlucht uit boven een deel van het park dat nog deze week tegen de vlakte gaat. Kraaien, kauwen en roeken scharrelden lusteloos door het maanlandschap dat na de kap is achtergebleven. Er wordt verteld over ontheemde kraaien, die mensen aanvallen op het Anton de Komplein. Mocht dat waar zijn, dan kan ik ze geen ongelijk geven.
Bij thuiskomst vond ik op de mat een kleurige folder van het stadsdeel. 'Bijlmerpark MIJN park' stond erop, in vette letters. (De bedenker van die slogan zou ik graag eens om de oren slaan met een lang eind hout. Er liggen er genoeg.) Hans Kapteijn, projectmanager voorlichting en groeninkoop, legt in de folder uit waarom er 8500 bomen moeten worden gekapt: 'Deze grond is verzakt en de bodem veel te vochtig, waardoor de bomen oppervlakkig wortelen en minder stabiel staan.' Een paar regels later wordt gevraagd of het niet mogelijk is om de bomen te verplanten. Dat kan niet, volgens Kapteijn: 'De bomen staan heel dicht op elkaar en de wortels zijn verstrengeld. Dit geeft ze steun om te blijven staan in deze grond. Als hieraan intensief wordt gesnoeid staan ze instabiel.' Ben ik de enige die het gevoel heeft dat hij besodemieterd wordt?
Laten we het beestje toch gewoon bij z'n naam noemen: Stadsdeel Zuidoost werkt aan een woonwijk annex sportcomplex op de plek van het Bijlmerpark. En om die aanslag op het groen voor de bewoners nog een beetje verteerbaar te maken wordt er in de nieuwe wijk ook ruimte uitgespaard voor een plantsoen, waar misschien al over vijf jaar een paar sprieterige boompjes worden gepoot. Over de 8500 volwassen bomen die om zeep geholpen worden hoeven we ons geen zorgen te maken. Dat is maar statistiek. Dus worden protesten genegeerd, alternatieve plannen ongezien terzijde geschoven en bezwaarprocedures weggelachen. Alles voor de vooruitgang.
Het is te hopen dat de stadsdeelbestuurders die ons park hebben verkwanseld, wanneer de aannemers en projectontwikkelaars met hun dertig zilverlingen over de brug zijn gekomen, de eer aan zichzelf houden en een voorbeeld nemen aan Judas Iskariot. Al vrees ik dat er tegen die tijd geen boom meer overeind staat waaraan ze zich kunnen opknopen.
Burgers worden kennelijk als achterlijk versleten. Zelfs als het om duizenden bomen gaat.