AmsterdamCentraal.nl

Wij hebben begrepen dat het initiatief voor de bouw van een parkeergarage wel afkomstig is van de gemeente, in de vorm van een verzoek aan de Key om dat op te nemen in de projectontwikkeling...
Van der Stoel: ‘Ik zou het niet weten, dat zit bij de portefeuille van Els Iping.’
Een meneer van de Key die ook aanwezig is, kan er wél wat over zeggen: ‘De vraag om te kijken naar de mogelijkheden voor een parkeergarage, is een verzoek geweest van een aantal ambtenaren van de stad. Op dit moment is het slechts een optie, een mogelijkheid, niet meer dan dat.’
Van der Stoel: ‘Ik ga nu gissen. De overweging zou geweest kunnen zijn, om als je hier stevig aan de gang gaat, er uiteindelijk - zoals dat in het jargon heet - er een witte vlek van te maken, dat de bewoners die hier komen te wonen met hun auto hier binnen in een parkeergarage komen te staan en niet op straat. Die bewoners krijgen dan ook geen vergunning meer voor de straat.’



De vraag van de Leefbare Kadijken is of er dan nog een inspraakprocedure komt over de eventuele aanpassingen van de bestemmingsplannen en hoe het zit met bomen die gekapt moeten worden als die parkeergarage er komt. Van der Stoel: ‘Als er bomen gekapt worden, worden die terug geplant, maar als er een parkeergarage komt, moeten er andere oplossingen worden bedacht.’ Een van de bewoners zegt ‘dat hij niet elke dag de overlast van tweehonderd tot vierhonderd auto’s in deze smalle straat wil.’ Van der Stoel reageert daar enigszins fel op: ‘U zegt nu alleen maar: ik wil hier geen tweehonderd auto’s voor mijn deur krijgen, dan moet ik toch misschien heel onaardig zeggen: misschien moet u dan een andere plek zoeken om te gaan wonen. Ik weet nog helemaal niet of ik hier een parkeergarage wil, maar als de vraag is gekomen bij de Key: denk eens na over de mogelijkheden voor een ondergrondse parkeer garage, dan heeft dat tot strekking om bovengronds ruimte te creëren. En als u de plannen volgt van de Centrale Stad, van wethouder Herrema, dan is die bezig met zoveel mogelijk ondergronds te stoppen, zodat je bovengronds de openbare ruimte weer kunt gebruiken. Nu is het heel erg leuk om te zeggen ‘ik wil in mijn straat geen tweehonderd auto’s’, maar er zijn nu eenmaal auto’s in de stad en ze moeten wel ergens gestald worden. En als de overgrote politieke meerderheid zegt - zowel centraal als decentraal - wij willen auto’s zoveel mogelijk ondergronds hebben, dan moet je dus zoveel mogelijk ondergronds plaatsen creëren. Je moet met zijn allen op zo’n klein grondgebied oplossingen vinden.’



Een van de omstanders merkt nogmaals op dat dit in deze smalle straat erg veel overlast zal geven. ‘Onvermijdelijk,’ volgens van der Stoel, ‘Als je een parkeergarage hebt, moet je er ook naartoe kunnen komen. We kunnen ze niet laten invliegen. Er zijn nu eenmaal auto’s in de stad, mevrouw! En iedereen vindt zijn plek daarvoor niet de goede locatie.’
Iemand brengt weer naar voren dat er geen bomen meer kunnen groeien als er een parkeergarage komt. ‘Kijk toch eens, hoe mooi die bomen zijn,’ roept andere een buurtbewoonster. ‘En als die auto’s hier moeten rijden, dan gaat de geluidsoverlast flink toenemen. Ik slaap daarboven, op vier hoog. Als er hier iemand beneden staat te praten dan kun je letterlijk verstaan wat er gezegd wordt, het is hier net een echoput. Je ligt hier al te trillen in je bed van één auto. Als er hier honderden auto’s heen en weer gaan rijden, is dat een kabaal voor heel veel mensen die hun slaapkamers aan deze kant van de Laagte Kadijk hebben. Het groen wat er nu is, is het enige groen wat we hier in de buurt hebben. Bovendien is dit een unieke plek in Amsterdam. Het is hier ‘s morgens doodstil, je hoort hier alleen maar vogeltjes...’
Van der Stoel: ‘Dat is een erg grote luxe in de grote stad, maar we wonen hier wel met 750.000 mensen...’