Alleen, niet met alle herinrichtingen van de openbare ruimte ben ik even blij. Dat kan natuurlijk aan mij liggen. Misschien ben ik gewoon een ouwe zeur, hang ik teveel naar de klassieke stedenbouw, of heb ik gewoon geen oog voor de economische en maatschappelijke verhoudingen in de stad. Maar in hoeverre kan iemand van de gemeente of een projectbureau wél bepalen wat de geschiktste, mooiste of lucratiefste nieuwe bebouwing van een stukje Amsterdam is. En vanuit welk oogpunt bepalen ze dat dan?
Daarmee voldoet het park ruimschoots aan zijn bestemmingsplan, lijkt me. Echter, toen ik een tijdje terug weer eens door het Rembrandtpark rende, na er een jaar niet geweest te zijn vanwege die baan in het buitenland, kwam ik voor een ongewenste verrassing te staan. Aan het einde van het park bij Oud-Zuid, waar de afslag naar de ringweg het park doorkruist, was een hele rij hoge bomen gekapt. Terwijl die hoge bomen juist het zicht op de voorbijrazende auto’s verhulden.
Ik had wel eens gehoord van een actie tegen het kappen van bomen in het Rembrandtpark, omdat dit veiliger zou zijn. Maar zo hard rijden ze hier toch niet? Of nee, zijn dit nu de bomen die waren gekapt voor de aanleg van een nieuwe sloot? Wat de reden ook moge zijn, dit stukje idyllisch park, zo mooi omsloten met die hoge rijen bomen aan alle kanten, en het hoge, ongemaaide gras, gaven het een sfeer van een kleine, groene oase in een drukke stadswijk. Die oase blijkt nu dus een fata morgana te zijn, want met auto's die voorbij razen waan je je gewoon weer in de grote stad. Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben die het kappen van de bomen op deze plek in het park niet kan waarderen. Ik weet ook dat de vereniging Vrienden van het Rembrandtpark hiertegen actief is geweest. Maar klaarblijkelijk dus zonder succesvol resultaat
Doorgedraaide renovatie
En zo zijn er wel meer plekken in Amsterdam te bedenken waar dubieuze beslissingen zijn genomen wat betreft tot de ruimtelijke (her)inrichting. Zoals de plannen voor economische bebouwing van het stuk groen rondom Osdorp of luxe woningen in het Bijlmerpark, zoals al eerder op deze site viel te lezen. Zelf kon ik mijn ogen een paar jaar terug niet geloven toen ik zag wat ze met park Frankendael hebben gedaan. Met het oog op renovatie waren ze daar behoorlijk doorgeschoten bij het opknappen van een tuinhuis achter het landhuis. Van oorsprong was dit tuinhuisje gebaseerd op de tijd van de Romantiek, en de muren waren dan ook afgebrokkeld. Het moest immers een ruïne voorstellen. Wie er nu heengaat, ziet dat de muren netjes zijn 'hersteld' tot een vierkant geheel, met moderne rode bakstenen. Het hele effect is nu weg. En de woest Engelse tuin achter het huis is meteen ook maar even getransformeerd tot een Franse Baroktuin. Omdat dit op een van de oude bouwtekeningen van de tuinen zo stond. Terwijl van oorsprong de tuinen in Watergraafsmeer helemaal geen Baroktuinen waren.
Het omringende stuk veld rond Frankendael, waar vroeger de stadskassen waren, is een aangeharkt groen grasveld geworden. In een kinderrijke buurt als Oost-Watergraafsmeer is dat fijn voor kinderen om op te spelen, maar voor de lokale flora en fauna is het een ramp. Maar toen ik mensen die bij dit park wonen hierover sprak, gaven zij juist aan die grasvelden een hele verbetering te vinden. En die Baroktuin bij Landgoed Frankendael was toch zo mooi geworden, vonden zij.
Dit geeft in ieder geval duidelijk aan dat de goed- of afkeuring van de (her)indeling van de Amsterdamse ruimtelijke orde persoonlijk gebonden is. Maar bij bepaalde keuzes betwijfel ik - en dan is dit behoorlijk eufemistisch geformuleerd - toch of de beste, meest gedeelde keuze doorslaggevend was voor de uiteindelijke bestemming van een gebied. Het kappen van de hoge, snelwegverhullende bomen in het Rembrandtpark is daar in ieder geval mijn eigen pijnlijke voorbeeld van.
Flipper