Ik loop metrostation Waterlooplein uit, aan de kant Nieuwe Herengracht/Hortus. Rechts in het tunneltje onder de Weesperstraat staat een aantal silhouetten in groepjes bij elkaar. Het is weer zo ver. Gretige ogen kijken uit ingevallen, ongezonde gezichten en hun te grote jassen hangen versleten over hun schouders. Het is moeilijk het verschil te zien tussen de mannen en de vrouwen. Ik sla linksaf. Bovenaan de trap blokkeert een groepje de doorgang.
Het parkje met het rode grint bij het metrostation is de standaard plek voor hangbehoeftigen. De alcoholistengang, de junkiegang en de hiphopgang wisselen elkaar om de beurt af. De hangers houden zich vooral met zichzelf bezig en behalve een beledigende opmerking af en toe uit de junkiehoek, doen ze niemand kwaad. Zo nu en dan, echter, dient de metro-ingang als dealplek. Dan worden voorbijgangers op klaarlichte dag ongegeneerd geconfronteerd met de ondergrondse handel en scheidt een muurtje ze niet langer van de ellende.
Pardon heren, mag ik er even langs? Ik stap middenin het groepje. Eén van de mannen valt op door zijn gezondere gelaat. Handenvol kleingeld rinkelt. ‘Ik heb grote aantallen, ik wil alles kwijt.’ De mannen negeren me totaal terwijl ik tussen ze door loop. Zal ik de politie bellen? Maar het valt wel erg op als vijf minuten nadat ik langskwam de politie voor hun neus staat. Ik moet nog vaker met de metro.
Thuis besluit ik toch de brave burger uit te hangen en bel geen nood wel politie. En warempel! De volgende dag staat er een mobiel steunpunt van onze blauwe vrienden in het rode parkje. Geen hanggast te bekennen. Ik ben onder de indruk.
Maar de daadkracht duurt net zo kort als dat ze plotseling is. Als ik twee dagen later de metro uit wandel, hangt het parkje weer vol versleten kledingstukken en hun eigenaren. De junkies hebben hun gedoogplek terug. Was te verwachten.
zes reacties op "Kortdurende daadkracht"
De brave burger als verklikker laat de medemens liever wegknuppelen als erover na te denken hoe het zover is gekomen!