Café verhalen
Amsterdam – Twee weken geleden boorde een vrachtwagen zich in de gevel van café Het Bruine Paard aan de Prinsengracht. Op zichzelf geen bijzondere gebeurtenis, toch haalde dit nieuws de voorpagina van Het Parool. Het café bleek zijn naam te danken aan een soortgelijk ongeval zo’n honderd jaar geleden. Een paard en wagen glibberde destijds van de brug, recht in de pui van het pand. Vier dagen later volgde opnieuw een stukje over het café in de krant. Wat barman Albert Hartman betreft heet de zaak voortaan naar de vrachtwagen van de bezorgservice die het pand ramde: café Albert. Een kleine maar amusante geschiedenis. Helaas blijven de verhalen vaak in kleine kring circuleren of nog erger: ze gaan verloren. Genoeg aanleiding dus om ze te verzamelen. Want zeg nu zelf: Jan Trammelant, Bruine Bertus en Japie Pestpleuris wekken toch de nieuwsgierigheid?
Als telg van een kroegbaas zijn de verhalen er met de paplepel ingegoten, op feestjes doen de verhalen van mijn vader het nog altijd goed. Zo goed dat ik me soms wel eens afvraag of ik later zelf wel met leuke verhalen op de proppen kan komen. Ooit meegemaakt dat een bataljon brandweerlieden de kazerne inwisselt voor een café? "Terug naar de kazerne jongens!", moet een brandmeester ooit hebben geroepen in café De Randeraat in de Westerstraat. "Ga toch lekker zelf terug naar die kazerne ouwe", was de reactie van zijn mannen. Mijn eigen ouwe tapte ondertussen alweer vijftien bier. De brandweermannen van de kazerne aan de Prinsengracht hielden sowieso wel van een grapje. "Piet, je auto is gemaakt. Rij maar een rondje." Piet stapte in zijn auto, stak de sleutel in het contactslot en moest tot zijn verbazing vaststellen dat de motor in zijn geheel ontbrak.
Met een beetje geluk zat ook Jan Trammelant aan de bar, zoals de naam zegt gebeurde er dan altijd wel iets. Maar de sfeer kwam pas goed op gang wanneer Japie Pestpleuris weer eens begon te schelden na een verloren potje kaarten. "Pestpleuris! Krijg de...pestpleuris," doet mijn vader lachend na. En omdat het oude mannen café donderdags gesloten was bezocht Bruine Bertus de Randeraat die dag. "Alles goed Bertus?!", vroeg altijd wel iemand. "Prima pantoffels, de pantoffels zijn prima", antwoordde de gepensioneerde man steevast. Waar de uitspraak vandaan kwam is tot op de dag van vandaag een groot raadsel.
Een hele andere buurt, maar voor verschillende generaties minstens zo leuk is de Pijp. Tot groot ongenoegen van de stamgasten en talloze sympathisanten sloot Carels Café augustus vorig jaar definitief zijn deuren. In de laatste weken liep het storm in het café, bijna alle vaste gasten kwamen nog een keer langs, evenals de mensen die lucht kregen van de naderende sluiting. Nog één keer die sfeer. Het interieur van de tent werd niet voor niets vereeuwigd door een fotograaf van het gemeentearchief. Maar wie archiveert de verhalen die minstens zo mooi en interessant zijn? Zo schijnt de aanbouw van de kroeg gebouwd te zijn door marktkooplui van de Albert Cuyp, in ruil voor levenslang gratis maaltijden. Mythe of niet, het verhaal doet de ronde en dat is op zichzelf al fascinerend.
Zomaar twee cafés. Maar hoeveel cafés telt de stad wel niet? Het internet heeft zijn toegevoegde waarde al vaker bewezen. Kunnen we dat niet nog een keer aantonen? Daarom: verhaal hier!
twee reacties op "Café verhalen"
Las laatst de biografie van Johnny Jordaan puur voor de sfeer, een klein stukje A'dam zit al vol verhalen.