Het had niet veel gescheeld of ik had dat kunnen zeggen. Één of enkele 'onverlaten' zoals Balkenende het zou noemen, heeft of hebben hetzij achteloos iets brandends, bijvoorbeeld een sigaret, in de kliko's bij de ingang gegooid, of met opzet de boel er in de hens gezet. Het resultaat: een brandje bij de ingang waar maar liefst twee brandweerauto's bij moesten komen kijken, die er, as I write, nog staan. (waarschuwing: beroerde video's met mobieltje opgenomen).
Maar wat opvalt is de reactie van de mensen op deze brand.
De bewoners van de eerste drie verdiepingen zullen het het zwaarste hebben: zij hebben brand- en rookschade. Zij zullen dus niet heel vrolijk dit weekend in gaan.
Maar bij mij op de achtste is de reactie al heel anders: terwijl er toch luid loeiend twee brandweerauto's gearriveerd zijn en de rooklucht vrij penetrant is, leek het er in het begin op dat ik de enige was die de kamer uit kwam en verder ging onderzoeken. Dat bleek niet zo te zijn - één van de buurvrouwen was zelfs even op en neer gerend. Maar na beneden gezien te hebben dat onze jongens alles onder controle hadden, kwam ze hijgend en puffend de trap weer op met de woorden: "Nou... ik ga zo maar slapen hoor...".
Op de één of andere manier... wil het leven maar niet serieus worden op de Cleyndertweg.
Een vergelijkbare laconieke houding is te merken vanaf de bewoners van de vierde verdieping: hang uit het raam, en je hoort vanaf, bij degenen die met je uit het raam hangen, daar alleen maar de typische Jack-ass lach. Die hyena-lach die alleen maar lijkt te willen zeggen "Kijk wat een stunt! Woehaha, dit moet ik op video zetten!".
Op de één of andere manier... wil het leven maar niet serieus worden op de Cleyndertweg.
Ik geef toe, ik ben niet vrij van blaam: u ziet hier boven mijn eigen opnames genomen met mijn mobiel. Beroerde kwaliteit natuurlijk, maar je moet toch wat. Maar mijn eerste reactie toen ik uit het keukenraam hing en de (toen nog) enorme rookwolken zag was niet: "KUT! RENNEN!", maar: "Hey wat een rook! Dat zal wel een fikse brand zijn". Toen pas, heel kalm, de gedachte: "Zou ik eigenlijk niet weg moeten?". En toen: "Nee, laat ik mijn mobiel halen om het op te nemen...".
Op de één of andere manier... wil het leven maar niet serieus worden op de Cleyndertweg.
En terwijl ik dit schrijf en ik buiten de ronkende motor in ieder geval één van de brandweerauto's nog hoor, hoor ik buiten nog iets anders. De bonkende beat van het pre-Valentijnsfeestje wat voor dit intermezzo druk aan de gang was, dat blijkbaar vrolijk weer verder gaat. Alsof het bij het thema hoorde: 'Brandende liefde! Het Pre-Valentijnsfeest!'.
Ah, de beat verstilt. Ik denk dat ik, net als mijn buurvrouw, maar weer ga slapen. Op de één of andere manier...
Reageer op "The Unbearable Lightness of Being"