Amsterdam -"Ennnn wie niet springt, wie niet springt die is geen jood!" Aan Ajax kleeft een joods imago en daar wil de clubleiding van af. Het gekoketteer met het jodendom heeft namelijk weinig met Ajax te maken. Op termijn zou de geuzennaam ‘joden’ daarom moeten verdwijnen uit het stadion. Het dwepen met joodse symbolen en de term ‘joden’ heeft misschien weinig met Ajax te maken, interessant fenomeen is het wel.
Onder de mooie titel De bal bleef rollen – Ajax binnen voetballend Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef Susan Smit in 1997 haar doctoraalscriptie over Ajax, vol met boeiend materiaal. Een joodse markt op de route naar het Ajax-stadion zorgde er jaren voor de oorlog bijvoorbeeld voor dat tegenstanders van andere clubs een uitwedstrijd in Amsterdam bestempelen als bezoek aan ‘de joden’. Aan dergelijke ‘taalconstructies’, banden met specifieke buurten, (joodse) supporters en donateurs dankt de club uiteindelijk het joodse imago. Want een echte joodse club is Ajax nooit geweest: met Bennie Muller en Sjaak Swart hebben we de bekendste joodse spelers wel genoemd. Pas in de jaren zeventig beginnen supporters te dwepen met joodse symbolen en werd ‘jood’ een geuzennaam, tegenstanders zouden zich anti-joods uitlaten richting Ajax.
In diezelfde jaren zeventig waaide de hooligan cultuur namelijk over naar Nederland. Elementen uit de eigen geschiedenis worden overgenomen, ‘mythen’ worden gevormd, de geuzennaam is geboren. Je zou het bijna een vorm van nationalisme kunnen noemen, ook daar ontstaan op dezelfde manier geuzennamen en mythes. Kortom, de geschiedenis wordt naar de eigen hand gezet. Joodse elementen zijn aanwezig, maar dan vooral in ‘taalkundige’ zin.
Toevallige routes, bijnamen en veel joodse supporters uit Oost creëerden een gedeelte van de identiteit waar helaas ook nadelen aan kleven. Heel wat mensen nemen aanstoot aan het oneigenlijke gebruik van joodse symbolen door supporters. Maar nog veel erger, in bepaalde supporterskringen gaat het hard tegen harder. Denk aan de Hamas-hamas-uitspraken of fans die Ajax-fans met gestrekte rechterarm begroeten. Clubliefde is niet altijd vriendelijk.
Daar volgt een interessante discussie uit: moet Ajax af van het joodse imago? Een misschien nog wel belangrijkere vraag: kun je supporters dwingen zich anders te voelen of te gedragen? De eerste Ajacieden (ruim een eeuw geleden) waren leerlingen van de "HBS aan de Weteringsschans". Gepokt en gemazeld in de klassieke talen, kwamen ze met de naam Ajax op de proppen. Misschien moeten we lering trekken uit hun kennis en creatief opzoek gaan naar nieuwe ‘mythen’.
Hoe je er vanaf komt, is vraag twee. De laatste die zich er tegenaan moet bemoeien is John Jaakke, de voorzitter. Want zodra die man de Davidster gaat verbieden, heb je zo 50.000 van die David-vlaggen in het stadion, en dat is nu ook weer niet de bedoeling.
Hier is wellicht een goede taak weggelegd voor de (oud)spelers, denk aan types als Jaap Stam en Sjaak Swart die samen met vertegenwoordigers van supporterskernen een korte maar hevige campagne gaan voeren en de fans uitleggen wat er zoal misplaatst is aan het dwepen met het jodendom. Of het werkt? Niet geschoten is altijd mis.
Mooi logo trouwens Jeff, verrassende bijdrage.