Zo wordt het onderscheid tussen landelijke en gemeentelijke politiek steeds vager en de kloof tussen politiek en burger misschien wel weer een stukje groter. Want dit type politici brengt natuurlijk ook de Haagse bestuursstijl met zich mee. De gebruikte woorden worden nóg moeilijker, het gaat nóg meer over partijpolitiek in plaats van het plaatselijk belang en de ambities zullen nóg hoger zijn. Wat zit hier achter?
De huidige verkiezingscampagne voor de gemeenteraad en de stadsdelen onthult al een belangrijk motief. Plaatselijke politici zijn niet of nauwelijks bekend. Wanneer VVD en GroenLinks reden hebben om de opmars van de PvdA te vrezen, helpt het dus om een landelijk bekend kopstuk bovenaan de kieslijst te hebben.
Wanneer dat boegbeeld eenmaal is gekozen komt het volgende winstpunt tot z'n recht: voormalige parlementsleden hebben een uitgebreide Haagse achterban en dito netwerk. Dat kan uiteraard in het voordeel werken van de stad, maar ook in het nadeel. De wantrouwende burger zou kunnen denken dat het voor een Tweede Kamerfractie of regeringspartij best handig kan zijn om een 'mol' in die lastige hoofdstad te hebben. En wellicht is dat wantrouwen niet eens zo onterecht.
loyaliteit
Daarnaast komt bij de 'droppol' (de gedropte politicus) natuurlijk de loyaliteitsvraag aan de orde. Waar ligt die loyaliteit in de eerste plaats? Bij Amsterdam, de landelijke partij of bij de eigen politieke carrière? Bij het aantreden van Laetitia Griffith beweerden boze tongen dat zij eerst Amsterdam op haar CV moest hebben om in een volgende kabinetsperiode eventueel minister of staatssecretaris te kunnen worden.
Ze werkt er in elk geval hard voor, zelfs onder het eten zit ze met haar stukken op schoot zag ik laatst. Dat moet ook wel, want van haar portefeuille had ze bij haar aantreden nog nauwelijks enige sjoege. Dat verklaart meteen waarom zij in haar agenda amper tijd heeft voor verkiezingsdebatten en interviews. Hoezo 'dichbij de burger'?
gewiekst
Met die verkiezingsdebatten geef ik haar gelijk. Die hebben nauwelijks nut in mijn optiek. Na afloop weet je alleen wie het meest gewiekst debatteert, niet wie het best kan besturen.
De inmenging van landelijk bekende politici in de plaatselijke verkiezingsstrijd verdringt de lokale thema's naar de tweede plaats. Weliswaar zijn die thema's deels overlappend, maar in gemeenteraads- en deelraadsverkiezingen wil je nu juist duidelijkheid over de gedetailleerde uitwerking in jouw stad of wijk. Daar voegt dat 'stukje ondersteuning' van Balkenende of Bos helaas niets aan toe.
zwaktebod
Het resultaat van dit gedoe is dat wij (bijna) aan het eind van deze verkiezingscampagne een hoop bekende politici hebben gezien, maar daarentegen geen flauw idee hebben waar de kandidaten van het 'straatniveau' voor staan en wie ze zijn. Dat is niet alleen de schuld van de landelijke politici en partijen. Vooral de zittende lokale politici moeten zich dit aantrekken. Zij hebben vier jaar de tijd gehad zich te roeren, zich te profileren en aan hun imago te werken. De meesten hebben dit verzuimd. Dat haal je dus niet in tijdens een korte verkiezingscampagne. En om nou pas bekend te worden door een bonnetjesaffaire is ook weer zo'n zwaktebod...
Waar het bij de politici aan ontbreekt is zelfreflectie over herijking van de eigen politieke status quo. En dat is jammer, maar wel begrijpelijk.
Echter onbegrijpelijk is het feit dat we het woord 'kiezer' slechts eenmaal in de 4 jaar van alle politici horen. Namelijk enkele weken voor de verkiezingen.
Zij (de politici) bespringen dan met olijke & guitige smoeltjes 'de kiezers' die zich heel wat dienen te laten welgevallen van deze opdringerige meelwormen!
Bent u ook zo blij als de verkiezingen morgen achter de rug zijn, we weer normaal over straat kunnen en de politici weer achter hun bureautjes verdwijnen?
De raadsheer