Om de scheiding tussen witte en zwarte scholen te doorbreken komt GroenLinks Oud Zuid met een nieuw plan. Op aangeven van de zogenaamde Baliegroep, stelt Roel van Duijn voor om een gezamenlijke aanmelding van een allochtone en een autochtone leerling voorrang bij inschrijving op basisscholen te geven. Volgens deelraadslid Van Duijn schuilt de kracht in het feit dat allochtone en autochtone kinderen in de aanmeldingsfase contact met elkaar moeten maken. "Scholen zouden het ontstaan van gemengde groepjes kunnen bevorderen via een website, waarop de kinderen of hun ouders ‘aanmeldkameraadjes’ kunnen vinden", verklaart Roel van Duijn aan Amsterdam Centraal.
Van Duijn heeft het daarom over een andere boeg willen gooien. In het plan worden ouders zelf gestimuleerd om de onderwijssegregatie tegen te gaan. De overheid (het stadsdeel) maakt slechts afspraken met verschillende scholen. Dat de lokale politiek iets wil doen aan de segregatie is begrijpelijk. Maar geef ouders eens ongelijk in de ‘huidige’ situatie, waarin witte scholen populairder zijn dan zwarte: autochtone ouders zien hun kroost graag op een school waar kinderen alleen Nederlands spreken. En omgekeerd heeft een kind met een taalachterstand meer kans op een school met autochtone kinderen dan op een school met verschillende moedertalen.
Helaas wordt het initiatief in het plan neergelegd bij de actieve ouder, de ontwikkelde autochtoon of allochtoon. De beoogde doelgroep, de allochtone ouder die niet of nauwelijks Nederlands spreekt, wordt waarschijnlijk niet bereikt. Is het daarom niet verstandiger om de kinderen centraal te stellen? Investeer in zwarte scholen, creëer bijvoorbeeld weekendonderwijs en beperk taalachterstanden op die manier tot een minimum. De ouderavonden zijn een uitstekend middel om de beoogde doelgroep te bereiken en te wijzen op de taalcursussen die de gemeente Amsterdam hen biedt. "Zegt het voort, zegt het voort", aldus Floris in een reactie over het Amsterdamse taalbeleid.
zeventien reacties op "Segregatie in het basisonderwijs"
Ik ben wel een voorstander van de gemengde school. Als je als kind al leert omgaan met verschillende culturen en gewoonten, zal dat je als volwassene ook beter afgaan. Ook denk ik dat je dan minder snel zult denken in autochtonen vs. allochtonen, want je ziet elkaar als gelijken.
maar een kind dat zich in een school bevindt
waar een grote groep een andere taal onderling spreekt
en een onderlinge sterke band heeft die zal dat
snel ervaren als bedreigend.
Zou zelf ook niet willen dat mijn kind met amsterdams/marokkaans
accent gaat spreken...
Iemand die slecht nederlands spreekt wordt niet voor 'vol' aangezien...
Als we gaan regelen dat koppels van witte en zwarte kinderen voorrang krijgen bij inschrijvingen, hoe lang duurt het dan voordat we deze onzin doorvoeren naar andere delen van onze samenleving? Gaan we allochtonen voorrang geven bij de huizenjacht in het overwegend blank Wassenaar? Of zullen we de inwoners van de Bijlmer voorrang gaan geven op woningen in Friesland? Waar ligt dan de grens?
Het is haast te belachelijk voor woorden dat mensen die geacht worden onze samenleving te sturen, zoals dhr. Van Duijn, met dit soort onzin op de proppen komen. Het enige wat met dit voorstel bereikt wordt is frustratie, onbegrip en verdeling van de mensen, precies het tegenovergestelde wat men wilde bereiken. Daarnaast wordt er geselecteerd op afkomst van kinderen, wat gewoon discriminatie is.
http://www.debalie.nl/artik...
Bedankt voor de link, het is toegevoegd. Op aangeven van de Baliegroep heeft Van Duijn namens de fractie van GroenLinks dit raadsinitiatief genomen.
Er is weinig twijfel over. De meerderheid van de ouders van kinderen op de basisschool heeft een voorkeur voor gemengde klassen.
Wij,GroenLinks OudZuid, hebben een enquete gehouden onder 72 ouders van twee heel verschillende basisscholen in OudZuid. De Nicolaas Maesschool, een bijna volledig “witte” school en anderzijds “De Avonturijn” in De Pijp, een school met een “zwarte” meerderheid. De eerste een populaire éliteschool, de tweede een volksschool.
Alle ouders van “De Avonturijn” geven de voorkeur aan goed gemengde klassen. Het meest gehoorde en logische argument: de integratie verloopt dan beter. “De kinderen wennen alvast aan elkaar en wisselen met elkaar van gedachten.” Driekwart van de ouders van de Nicolaas Maesschool is het daar zonder meer mee eens.
Eén kwart van de ouders van de Nic. Maesschool voelt daar niet voor, maar is er onder voorwaarde zeker ook toe bereid om het kind in een gemengde klas onder te brengen. Zij schrikken terug voor de taalachterstand van allochtone kinderen, die het tempo van taalontwikkeling van de gehele klas zou schaden. Hun voorwaarde is dat er voldoende geld beschikbaar moet worden gesteld om de klassen kleiner te maken en meer individuele aandacht aan de kinderen te besteden.
Geen vader of moeder stelt zich op het standpunt dat men het kind principiëel liever alleen bij kinderen van dezelfde “soort” of huidskleur ziet opgroeien. Integendeel. Bij “ De Avonturijn” verklaren meerdere allochtone ouders, dat zij liever zouden zien dat er meer Nederlandse kinderen in de klas van hun kind zouden zitten. Dat zou ook de taalvaardigheid van hun kinderen ten goede komen. Voor de poort van de Nic. Maesschool zeggen een aantal ouders dat zij hun kind eigenlijk liever naar een gemengde school hadden gedaan, maar dat dit er niet van gekomen was omdat deze school nu eenmaal in de buurt was, een goede school is en bovendien vriendjes en vriendinnetjes er al eerder op zaten.
De tegenstelling tussen witte en zwarte “concentratiescholen” is dus een ongewild verschijnsel, ook in een aardig gemengd stadsdeel als OudZuid.
Vanuit “De Balie” is het idee opgekomen om het mengen te bevorderen door op wachtlijsten gemengde groepjes (autochtone + allochtone) schoolkinderen bij de aanmelding voorrang te geven boven individuele.
Een ijzersterk idee. Dat bovendien nog aangevuld kan worden door voorlichting over een bewuste, op mengen gerichte schoolkeuze in groepen ouders die voor de aanvang van het nieuwe schooljaar bijeen geroepen kunnen worden.
Ik heb nu ons stadsdeel voorgesteld een afspraak met alle basisscholen in ons stadsdeel te maken, dat zij het mengen van de klassen zullen bevorderen. Door gebruik te maken van de recepten die we nukennen.
Daarom blij ik blij stadsdeelraadslid te zijn, want dit is ook precies het juiste niveau waarop een dergelijk besluit genomen kan worden. De gemeenteraad heeft al weer veel minder rechtsstreekse invloed op de scholen,omdat zowat al haar bevoegdheden overgedragen zijn aan enerzijds de verzelfstandigde besturen van de scholen en anderzijds de stadsdelen die nog wel verantwoordelijk blijven voor bijv. scholenbouw.
Bovendien is de samenstelling van de bevolking in de stadsdelen heel verschillend. Waar er in OudZuid nog sprake is van een flink aantal autochtone kinderen en witte scholen, is er in de Westelijke Tuinsteden en in Zuid-Oost een zó overgrote meerderheid van allochtone kinderen dat het nastreven van scholen met een redelijke menging met autochtone kinderen een illusie is. Wat daar wel realistisch is, is het nastreven van scholen waar de minderheden van Turken , Marokkanen ,Surinamers en anderen redelijk gemengd zijn.
Een afspraak per stadsdeel maakt het dus heel goed mogelijk ook het soort van ideaalbeeld van menging aan te passen aan de demografische werkelijkheid.
Lang is er erover gefilosofeerd de menging van de scholen van bovenaf te bevorderen. Door bijvoorbeeld een mengingsverhouding van 70 % tegen 30 % of 60 % tegen 40 % verplicht te stellen. Maar dat kan allemaal niet. Het loopt stuk op onze anti-discriminatiewetten, die onverminderd van kracht moeten blijven.
Van onderop op initiatieven van ouders steunen is daarom de beste weg. Dat hoeft geen zaak van een actieve elite te blijven, wanneer stadsdelen en vooral scholen dit zouden gaan steunen. Scholen kunnen dat doen door een website te openen waarin allochtone en autochtone “aanmeldkameraadjes” aan elkaar gekoppeld kunnen worden.Of door bijeenkomsten aan het eind van hetschooljaar, wanneer ouders (en kinderen) hun keuze gaan bepalen, waar gepleit wordt voor een keuze , in groepsverband, voor de gemengde school.
Een pleidooi dat nauwelijks gehouden hoeft te worden; dat heeft onze enquete wel duidelijk gemaakt. Maar de oren zullen zich spitsen wanneer de practische, bovengenoemde weg gewezen wordt.
Roel van Duijn, deelraadslid GoenLinks in Amsterdam OudZuid
roelvduijn@planet.nl
Hoe ziet u dit?
Gevolg van een laf Amsterdams onderwijsbeleid, dat gemengde scholen zegt te willen bevorderen, maar dat een jarenlang aanhoudende en tot op de dag van vandaag voortdurende segregatie kweekt. Het percentage 'zwarte' of 'witte' scholen is inmiddels 60% en stijgt nog steeds. Zonder dat er iets aan gedaan wordt. Nog even, en er is geen gemengde school meer te vinden in Amsterdam.
En het gevolg van mijn beslissing om mijn kind in onze buurt naar school te doen. Er zijn alleen zwarte scholen in onze buurt. Dat heb je met de segregatie op de Amsterdamse woningmarkt. In de a.s. klas van mijn kind zijn alleen Mohameds, Fatima's en Younoussi's. Daar zit dan straks mijn Hannelore tussen. Ik doe het met overtuiging, want ik vind dat kinderen in principe in de eigen buurt op school horen, waar ze vriendjes en vriendinnetjes kunnen maken die om de hoek wonen. Dus binnenkort speelt hier binnenkort een Yasmina met mijn dochter samen in huis. Of is dat te optimistisch gedacht.
Dat is precies het vraagteken dat boven onze schoolkeuze hangt. Kan een wit kind integreren op een zwarte school? Grenst onze keuze om een wit kind te parachuteren temidden van een overgrote meerderheid aan allochtone kinderen niet aan kindermishandeling? Of is het zo dat 'huidskleur' de kinderen niet eens opvalt, zoals sommigen willen doen geloven?
Wie het weet, mag het zeggen.
waar een grote groep een andere taal onderling spreekt
en een onderlinge sterke band heeft die zal dat
snel ervaren als bedreigend”.
Als vader van twee meisjes die recentelijk hun lagere school tijd op de (cat.7) Blauwe Lijn in de Bijlmer hebben doorlopen, kan ik U verzekeren dat dit totale onzin is. Ten eerste spreken allochtonen niet allemaal dezelfde taal en ten tweede zijn kinderen niet zo bang. Maar misschien ligt dat laatste aan wat ze van hun ouder meekrijgen.