De DKV is groot, jong en heeft een lekkere zongebruinde krantenkop. Ik sluip omzichtig telkens enkele tientallen meters naderbij, mij onderweg verschuilend achter een bank, een vuilnisbak, het reclamebord op de stoep voor de deur van de drogist. De laatste meters leg ik in tijgersluipgang af, met het hengsel van mijn lege boodschappentas tussen mijn tanden. Alleen de verrekijker zit erin. Ik ga uiteindelijk in dekking liggen tussen de fietsen in een afgeladen fietsenrek. Daar ga ik mij verbijten, urenlang wachtend op een kans ongezien naarbinnen te glippen.
Kijk hem daar nou staan met z'n stapeltje papier dat niemand leest! Waarom legt hij die kranten niet gewoon in het daartoe bestemde rekje, binnen in de supermarkt, tussen de Volkskrant, de Telegraaf en het Parool? Waarom gaat hij binnen geen vakken vullen, de vloer dweilen, helpen met boodschappen inpakken desnoods?
Sommige DKV's hebben zelfs een hond bij zich. Die ligt de godganse dag tegen de gevel te maffen met een boerenzakdoek om z'n nek. Denk maar niet dat 't mormel ooit een kunstje doet. Heb je ook al niks aan.
Voor de deur van de keurslager jengelt om de zoveel tijd zo'n kinderautootje. Als je er een muntje ingooit gaat het ding brommen, toeteren en schommelen. Kan de daklozenkrantverkoper óók niet zoiets doen? We stoppen hem een muntje toe, plempen een kleuter op z'n nek en dan gaat hij drie minuten op en neer staan hossen tot vreugde van het kraaiende kind. Iedereen blij.
Ik krijg honger. Ik krijg dorst. Ik kan niet naar Dirk van den Broek aan de overkant van het winkelplein, want daar staat er óók een DKV voor de deur. Net als bij de Edah, de Lidl, Super de Boer, de Konmar en weet ik veel wat we allemaal nog aan grootgrutters hebben. Hier zit duidelijk een geöliede organisatie achter met een doortrapt psychologisch inzicht.
Tussen de fietsen krijg ik ineens een briljant idee. Ik ga gewoon honderdtwintig kilometer verderop! Naar de Meermarkt! Dat is de dorpssuper te Echtenerbrug (Fr). Het is daar wel ietsje duurder, maar de deuren zijn er tenminste nog daklozenkrantverkopervrij. Daar kan ik ongehinderd tien, twintig keer achter elkaar uitzinnig van vreugde de supermarkt in en uit lopen. Niemand die mij zielig aanstaart, niemand die iets van mij wil. Een gevoel van totale bevrijding maakt zich van mij meester!
In het provinciale nieuwsblad staat een bericht dat het slecht gaat met de daklozenkranten. Zucht. Nu voel ik me weer schuldig omdat ik een spottend stukje over de daklozenkrantenverkopers heb geschreven. Maar iemand moest het doen. Dit gaat zo niet langer...
Heb het in het begin een paar keer gedaan tot ik besefte dat het inderdaad uit schuldgevoel was en ik het ding thuis zo de oud papierbak ingooide.
De bloemenstal moet er ook een boterham mee verdienen, maar daar stapt niemand uit schuldgevoel naar binnen. Waarom dan bij de DKV wel?