Maar vandaag heb ik ze nodig, want ik wil het huis binnen van mijn broer, die al een paar dagen niet gesignaleerd is in het schaakcafé waar hij normaal gesproken elke avond komt en waar hij vanmiddag achter de bar had moeten staan. Er zijn redenen genoeg om me zorgen over hem te maken en die vertel ik net aan de agent achter de balie, als buurtregisseur Jack Druppers binnen komt lopen. Hij luistert mee en ik zie hem snel schakelen. Een paar minuten later lopen we richting het huis van mijn broer, dat niet ver van bureau Raampoort ligt. Ondertussen belt hij al - nadat hij wat gegevens van me heeft gekregen - met instanties die op de hoogte zijn van gewonde mensen, die vanaf dinsdagavond in Amsterdamse ziekenhuizen zijn opgenomen. Er is een eventuele kandidaat die in het OLVG ligt, iemand die dinsdagavond laat steekwonden had opgelopen bij een steakhouse ergens op de Nieuwezijds. Ondertussen neemt Druppers het pand op en zegt dat de brandweer waarschijnlijk erbij moet komen om van buitenaf door het raam op twee hoog naar binnen te kijken of hij daar misschien binnenligt.
Dan moet ik hem maar officieel als vermist opgeven, vindt Druppers en we lopen terug naar het bureau. Eerst wordt er nog een keer gechecked in de ziekenhuizen of er iemand aan de omschrijving van mijn broer voldoet. Niemand, maar ziekenhuizen zijn op rare wijze niet erg happig om hieraan mee te werken.
Net op het moment dat ik de eerste kenmerken van mijn broer op moet geven, belt mijn zoon dat hij zijn oom heeft aangetroffen op de Rozengracht. Die vertelt dat hij dinsdag ergens gevallen was en vandaag de hele middag in het OLVG verbleef. Het OLVG? Die hadden net aan de telefoon verklaard, dat mijn broer na 28 juni niet in het OLVG geweest was. Raar, de agent die de aangifte opneemt, wordt er een beetje pissig van. Pissig op het OLVG, dat moeizaam meewerkt en pissig op mijn broer omdat die zich zo onbereikbaar hield.
Na zo’n middag politie, kijk ik anders aan tegen politiewerk. Als je een bon krijgt, vergeet je dat ze meer doen dan alleen maar een bon uitschrijven. Ik was onder de indruk van het optreden van de agenten van dit bureau. Toen ik ze bedankte voor hun inzet werd er wegwerpend geantwoord: ‘Ach, we worden er voor betaald.’
Als het kabinet zijn zin krijgt dan krijgen we nationale politie.
Iets in me zegt dat de buurthulpverlening waarin de Amsterdamse politie zo sterk is dan langzaam zal verdwijnen. De menselijke maat kan je niet landelijk aansturen...