Als kind speelde ik met mijn klasgenootjes graag Floris en Sindala. Want ik mocht meestal Floris wezen. Vanwege de blonde haartjes die boven uit het gaatje van mijn, door m'n moeder gebreide, riddermuts staken. Dat zag er dreigend uit. Onze fantasie deed de rest. Zo bevochten wij het kwaad op het schoolplein. Wij hadden geen idee van wat ooit allemaal werkelijkheid zou worden.
Afgelopen week presenteerde de Amsterdamse korpschef Bernard Welten zijn rapport, zijn plan, zijn spel, zijn jongensfantasie. Hij gaat nog verder dan waar ik over schreef in 'stadspoorten' van 08 mei 2005. De stad zal, als het aan Welten ligt, omgeven gaan worden door een virtuele slotgracht. Iedere burger die zich, in en rond de stad, op de infrastructuur van wegen, spoornet en openbaar vervoer niet 'normaal' gedraagt, kan worden gevolgd en aangehouden. In het interview bij Nova haalde de korpschef zelfs Steven Spielberg erbij. En Jules Verne. Want mede door deze visionairs is hij geinspireerd tot het ontwikkelen van deze nieuwe visie op de toekomst.
Ik trek mij vooralsnog terug binnen de stadsmuren, in mijn stinkende steegje. Ik hoop dat ik het spel niet hoef mee te spelen. Met een boek, fantaserend over andere tijden, sluimer ik in op mijn hooizak. Buiten hoor ik een troep paarden langs draven. Hohoo, Hohoo, schreeuwen de ridders. Het gekletter van zwaarden sterft weg.
Goden zij dank, nog gaan zij aan mijn steeg voorbij.
zes reacties op "De stad op slot"
En voor Daniel, onder 'besnuffelen' in stuk van Wieland, De Bijlmer in beeld, is artikel uit Volkskrant te vinden. Daar staat gedetailleerder beschreven wat Welten en consorte van plan zijn.