Soms heb ik gewoon zin om mijn gemoed te luchten over iets tamelijk onbenulligs. Dit is zo'n moment.
Op de zonnige zondag anderhalve week geleden vatte ik het -achteraf bezien- onzalige plan op om met enkele vrienden op een terras te gaan zitten.
Aan de zuidzijde van Amsterdam bevindt zich aan de Amstel de uitspanning 'Het Kleine Kalfje'. Dat leek ons wel wat. Wij hadden honger en dorst.
Het was druk. Wij moesten geruime tijd wachten voordat de bestelling werd opgenomen. Daarvoor hadden wij begrip.
De kwaliteit van een etablissement valt af te meten aan twee dingen: uiteraard het eten, maar vooral ook de bediening. Wat het laatste betreft is drukte altijd een mooie toets of het personeel überhaupt in staat is een café-restaurant te runnen. Soms is het een lust voor het oog om te zien hoe strak en efficiënt het logistiek proces dan functioneert. Maar bij 'Het Kleine Kalfje' overviel mij al snel het bange voorgevoel dat ik een lange lijdensweg te gaan had.
Wij slaagden erin wat drankjes en een broodje dit en een broodje dat te bestellen bij een zongebruinde jongedame. Na enige tijd kwam zij melden dat de broodjes dit en dat op waren. Kan gebeuren. Dan maar iets anders kiezen uit de lijst van gerechten met moeilijke namen. Moeilijke namen zijn tijdrovend, want daarvan moet telkens worden uitgelegd wat het eigenlijk voorstelt. Maar dat kan aan mijn eigen culinaire achterlijkheid liggen. Veiligheidshalve beperkte ik mij daarom tot een appelpunt.
De jongedame ging drie bestekjes halen. Zo noemde zij dat: drie bestekjes. Hiertoe moest zij tien meter héén en tien meter terug lopen. Zij slaagde erin zich onderweg dusdanig dikwijls te laten afleiden dat zij uiteindelijk het doel van haar oorspronkelijke missie vergat. Na talloze warrige omzwervingen kreeg zij na een kwartier onze tafel weer eens in het vizier en sprak uit de verte: o ja, drie bestekjes! Opnieuw ging zij weer langdurig op weg voor onze drie bestekjes.
Om ons heen zagen wij gasten komen, bestekjes ontvangen, eten krijgen, eten opeten, vertrekken. Wijzelf waren inmiddels een halfuur verder en aan ons lot overgelaten. Naast ons zat een clubje later gearriveerde heren dat zelfs een tweede bestelling vlot ontving. Maar zij waren dan ook bekenden van een van de bedieners.
Na meer dan een half uur wisten wij het zeker: wij zaten in het verdomhoekje! Bij 'Het Kleine Kalfje' is dat tafel 37. Dan weet u dat vast.
Ik zei de jongedame voorzichtig dat het mij bevreemdde dat iedereen om ons heen eten kreeg en wij steeds maar niet. Zij viel mij agressief in de rede met de mededeling dat ik toch wel kon zien dat het druk was.
Dat kon ik zien. Ik opperde om dan tenminste alles op volgorde af te handelen. Het kwam niet over.
Op hatelijke toon beloofde zij dan wel alvast mij appelpunt te zullen brengen.
Als zoethoudertje, constateerde ik.
Het serveren van een appelpunt vergt een miniem aantal handelingen: taartschep eronder, overhevelen op een bordje, vorkje erbij. Na een beetje dressuur lukt dat zelfs een chimpansee. Een kalf blijkbaar niet. De jongedame verdwaalde opnieuw in andere warrige bezigheden en deed er tien minuten over. Wie het waagt er iets van te zeggen krijgt op bitcherige toon de wind van voren en wordt de mond gesnoerd.
Daarom rest mij niets anders dan het hier maar op te schrijven. Hier op internet, waar het ten eeuwigen dage zal blijven rondzwerven als een smet op de reputatie van dat kleine kutkalfje dat wat mij betreft zo snel mogelijk in de Amstel mag verdrinken. Dan dempen wij daarna de put en is Amsterdam gelukkig weer verlost van een onsmakelijk portie horeca. Wel jammer van zo'n historische plek.
Reageer op "Het Kleine Kalfje"