Ik ging collecteren en kreeg zo onverwachts een kijkje in de ware ziel van de stad. Vorig jaar deed ik mee met de huis-aan-huis-collecte. Zover de deur al open ging was het standaardantwoord (uitzonderingen daargelaten - waarvoor dank): nee, dank u of nee, ik gireer al. Dit jaar doe ik mee aan de straatcollecte en sta een middagje op een drukbezochte plek in de stad.
Op zondagmiddag komen daar veel mensen voorbij. Hun handen vol met tassen van de winkels van de Kalverstraat. Op mijn standaardvraag: heeft u wat over voor ‘het goede doel’, krijg ik als standaardantwoord: nee, ik heb geen (klein)geld. Zonder blikken of blozen én zonder in de portemonnee te kijken. Als ze al niet zonder mij een blik waardig te gunnen voorbij lopen.
Natuurlijk hoef je het niet eens te zijn met elk doel en je hoeft vooral ook niet te geven aan elke collecte. Maar vooral de botheid waarop de meeste voorbijgangers reageerden ontstemde mij. Het ik-zie-je-wel-maar-doe-alsof-ik-je-niet-zie, het geen euridubbeltje over hebben voor een goed doel, maar o wat leefde we mee met Azië vlak na de ramp op 2e kerstdag.
Een man reikt in zijn broekzakken voor wat munten. Hij stopt ze één voor één in de groene collectebus en vertelt dat hij een vluchteling is. Gevlucht uit Irak. Uitgeprocedeerd dat ook. Onzeker over z’n toekomst slijt hij de dagen in een asielzoekerscentrum, z'n tijd gebruikt hij om te schrijven en te dichten.
Het collecteren gaf me een waar kijkje in de verscheidenheid aan zielen van de stad.
negen reacties op "Nee, dank u"
Ze hebben het er ook wel naar gemaakt! Het zijn net ratten, als je niet oplet worden het er steeds meer. Je struikelt bijkans over die veels te vriendelijk kijkende werkstudenten die uitgezocht lijken te worden om hun naïeve blik. Er is toch een grens aan mijn vrijgevigheid. En ik geef dus wel aan zwervers. Vooral als ze een slecht verhaal hebben, ik hou van mislukte verhalen. Laatst was er een met een straatkrant, en die zei ze te verkopen. “Wat staat er in dan?”, vroeg ik. “Nou, deze is eigenlijk voor mezelf, ik heb geen andere exemplaren meer”. Geniaal, ik heb meteen gegeven.
aan de doelen die zij voorstaan was het geen probleem.
Uit onderzoeken is gebleken dat het percentage dat werkelijk op de juiste plek belandt minimaal is.
Charity is big business…
(En bedelen in de binnenstad mag niet)
Slechts een enkele keer wordt ik in verleiding gebracht. Zoals met dat ene leuke WNF meisje op de Leidsestraat een paar maanden terug. Dat was even moeilijk. Maar die was dan ook wel heel erg leuk…
Ga maar collectes houden bij de grondbezitters, de real-estate en dus de staat. Geld zat daar. Scheelt bovendien in de kosten; Hoef je niet eerst te vragen wie er wat kwijt kan, dat zouden ze bij de belastingen namelijk, als het goed is, heel goed moeten weten.
Wees ook eens creatief. Volgens mij kan je zelf veel meer geld verdienen door een middagje te gaan werken ipv te collecteren. Stoot je ook niet zo het brood uit de mond van zwervers die een stuk minder opties hebben om geld te verdienen dan jij.
Bovendien, jij valt die mensen in de kalverstraat lastig, niet andersom. Mensen hebben er nou eenmaal niet altijd behoefte aan om lastig gevallen te worden. Moeten ze dan altijd perse aardig naar jou toe reageren? Ik denk het niet.
Tegen de mensen van het Parool zeg ik zelfs nu als ze me weer vragen of ik een krantje moet, ja maar dan zonder dat verkoop verhaaltje van je. Is hun animo meteen weg. Vervolgens de daklozen krantjesverkoper. En dan nog iemand voor “het goede doel”. Lekker hoor; even snel boodschappen doen op zondag.