Ik lees het Parool, ik ga voor het grootstedelijk leed. Maar die stadswachten van het Parool vind ik ongelooflijke zeuren. Toch troffen ze mij afgelopen zaterdag met hun schrijven. Ze schreven over fietsenleed.
Hun voorbeeld: in de Gerard Brandtstraat met 25 huishoudens [met en zonder kinderen] staan 36 fietsen in de fietsenrekken en er zijn 30 wildparkeerders. Bijna 50% van de fietsen kan daar dus niet fatsoenlijk en veilig vastgehekt worden. De formule Huishouden : Fietsparkeerbehoefte = 25 : 66.
In de Vrolikstraat doen we het ongeveer met 1000 huishoudens [met en zonder kinderen]. Gerekend naar dezelfde verhouding betekent dat dat er in de Vrolikstraat parkeerbehoefte zou bestaan voor maar liefst 2640 fietsen.
Dat kan niet kloppen.
Ik kijk even naar buiten en tel nog geen 100 fietsenrekken. Dat levert nog geen 600 veilige fietsenparkeerplaatsen. Toch zie ik niet nog eens 2040 losse fietsen in de straat staan… Ik zie wel talloze fietswrakken vastgeketend aan fietsenrekken en nog eenzelfde aantal los in de straat. En een paar honderd fietsen los of vastgeketend aan boomtuinhekjes en palen.
Het is bijna 10 jaar geleden toen de Vrolikstraat geherprofileerd werd. Ik herinner me dat ik toen twee keer alle fietsen in de straat in kaart heb gebracht. Ik vond het een idioot plan en toch had ik het zelf bedacht. Het leverde toen een bovengemiddeld [gezien naar andere straten in dezelfde buurt] aantal fietsenrekken op in de straat. Dat was heel fijn. Er was toen amper een losse fiets in de straat.
Ik zal maar weer eens bij mijn vriendjes van de reiniging cq. knipdienst langs. Eens kijken of er wat te regelen valt, een extra knip- en verwijderrondje kan volgens mij geen kwaad.
(Maar wel alleen daar, de fietsenrekken verderop in de straat staan nog propvol)