U kent ze wel: van die hekjes voor trambanen die u waarschuwen dat u hier niet over kunt rijden. Die hekjes zijn een soort flexibele armpjes zodat de tram er wel door kan. Op dat armpje staat dan de waarschuwing getattoeeerd dat de weg is opengebroken op deze trambaan en dat u zich met uw respectievelijke voertuig beter niet in de jungle kan wagen die er voor een metertje of tien achter ligt.
Welnu, ik vroeg me altijd al af hoe stevig die armpjes waren. Ze zagen er immers altijd uit als een laffe rubbersoort die nog geen agressief pakje boter in bedwang konden houden.
Gister besloot ik na een halve fles jenever en ik ben vergeten hoeveel bier om, wetenschapper dat ik ben, die theorie eens aan de waarheid te toetsen. Ik kan met zo'n onzekerheid toch niet doorleven, dacht ik nog. In het pikkedonker confronteerde ik het armpje met mijn vermoedens. Het armpje zei niets terug. Ik presenteerde het armpje met zijn handelingsalternatieven: of hij zou beargumenteren waarom hij niet van laf rubber was, of hij zou de consequenties moeten aanvaarden.
Hij zei niets.
Dus het werd tijd voor harde actie. Ik verraste de inwendige jenever en bier door sneller in actie te komen dan de alcoholische spierverslapper had verwacht en lanceerde mezelf tegen het armpje.
Nog geen tel later lag ik op mijn rug, een halve meter naar achteren. Damn! Het armpje had me een heel eind teruggeveerd. Het was toch niet zo laf als ik dacht en bleek behoorlijk wat kracht te bezitten.
Of ik ben slapper dan een aggressief pakje boter.
twee reacties op "plastic aikido"