Volgens een vriend van mij kan je in Amsterdam met een keppeltje op niet meer veilig over straat. Doe je dit toch dan varieren de reacties van discriminerende opmerkingen tot scheldpartijen en soms zelfs geweld. Natuurlijk zegt een bewering van één van mijn vrienden nog niet zoveel over de feitelijke situatie wat betreft antisemitische uitingen in Amsterdam, maar omdat ook de dodenherdenkingen van 2003 op verschillende plaatsen verstoord werden door antisemitische incidenten is er mogelijk wel iets aan de hand.
Dat de gemeente Amsterdam er ook zo over denkt, blijkt uit de nadruk die de laatste tijd gelegd wordt op de “onderwijzende en vormende taak in het geven van onderricht over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust” van de scholen. De gedachtegang is daarbij dat mensen die meer over elkaar weten, meer begrip voor elkaar op kunnen brengen en minder geneigd zijn elkaar te discrimineren. Gestoeld op het idee dat onbekend onbemind maakt, hoopt men de jeugd met de geschiedenis in de hand verdraagzaamheid bij te brengen.
Hoewel ik het belang van goed geschiedenisonderwijs zeker niet in twijfel wil trekken, vraag ik me wel af of dit nou zal werken. Heeft dergelijk onderwijs sowieso effect, en zo ja, is dat een positief effect? Hebben scholen eigenlijk wel voldoende invloed, naast de invloeden van ouders, peers, media, enz? Mijn twijfel komt voort uit het feit dat de niet-antisemitische meerderheid, grotendeels bestaand uit mensen met kennis van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, niet veel geleerd lijkt te hebben van de geschiedenis. Nu, bij mogelijk herlevend antisemitisme, heb ik niet de indruk dat je er als jood op kunt vertrouwen dat wanneer je slachtoffer wordt van discriminatie, niet-antisemitische toeschouwers iets doen om je te helpen. Met andere woorden: wat hebben wij, de “stille” meerderheid, dan geleerd?
Laat duidelijk zijn dat dit niet bedoeld is als kritiek vanuit een misplaatst superioriteitsgevoel. Aangaande dit soort zaken past naar mijn mening louter bescheidenheid omdat de kans dat je zelf wel optreedt als de situatie daar is, gewoon heel erg klein is. Daar komt nog bij dat ik zelf werkelijk geen idee heb wat ik zou moeten doen, behalve in een specifieke situatie optreden zoals je ook bij “gewoon” geweld zou doen, en daar zit hem dan ook de kneep. Het geschiedenisonderwijs lijkt erop gericht het aantal antisemitische daders zoveel mogelijk te beperken, wat echter niet leidt tot het uitsterven van antisemitisme. Wat de rol zou moeten zijn van niet-antisemitische toeschouwers is echter in zijn geheel niet duidelijk, terwijl je die juist nodig hebt om ervoor te zorgen dat joden hun keppeltjes kunnen blijven dragen in Amsterdam.
De oplossing? Misschien is het een idee als joden (met keppeltje) de klassen rondgaan (bijvoorbeeld als gastdocent een lesuur maatschappijleer) en uitleggen dat zij ook de politiek van Israels regering verwerpen. Dat je de ‘keuze’ voor een bepaald geloof moet verdedigen is idioot, maar blijkbaar noodzakelijk.