Toen ik in 1996 in de Haarlemmerpleinbuurt kwam wonen was de Haarlemmerdijk een straat met bouwvallen en kraakpanden. Een buurtstraat in verval waar naast de buurtbewoners niemand interesse had. Dit veranderde toen de straat 'geherprofileerd' werd: de straat werd opnieuw bestraat en panden werden opgeknapt. De kraakpanden verdwenen en maakten plaats voor nieuwbouw en gerenoveerde panden.
Met de herprofilering van de straat veranderde ook het winkelaanbod in de loop van de tijd. De niet te vermijden ketens deden hun intrede in de straat en ook minder buurtgebonden winkels openden de deuren. Helaas verdwenen ook een aantal winkels: de bakker en groenteboer konden niet langer concurreren met de AH in de straat. Sommige winkels die verdwenen waren al decennia lang gevestigd in de straat en mijn vrees was dan ook dat met het verdwijnen van de groenteboer de rest van de reguliere winkels spoedig zouden volgen.
Mijn vrees bleek echter niet helemaal gegrond: het aantal ketenwinkels bleef gering en er ontstond een aantrekkelijke mix van winkels. Onlangs las ik in de Vrij Nederland dat de Haarlemmerdijk en -straat uitverkozen waren tot een van de aantrekkelijkste winkelstraten van Nederland. De winkeliers van de straat en de 'straatmanager' voeren actief beleid voor een zo gevarieerd mogelijk aanbod van winkels in de straat. Ook probeert men het aanzien van de straat te verbeteren door bijvoorbeeld uniforme bankjes voor de winkels te zetten en lelijke uithangborden te vervangen door fraaiere examplaren, al dan niet met hulp van een subsidie. De inspanning werpt vruchten af: van heinde en verre komt publiek op de straten af.
De laatste tijd valt me echter op dat er meer en meer winkels komen die binnen no time weer gesloten zijn: belwinkels en uitzendburo's verdwijnen zo snel al ze komen. Ik hoop dat het incidenten zijn, en dat de dijk en straat nog lang een (relatieve) oase blijven in een stad waar bijna elke winkelstraat ten prooi is gevallen aan de 'verblokkerisering'.
Ik maak me alleen een beetje zorgen over mijn winkelgedrag. Wat verder namelijk in het VN artikel stond, is dat je de buurt krijgt die je verdient: als je natuurlijk niks koopt bij de kleine winkeltjes, dan verdwijnen ze vanzelf en neemt Blokker de straat over.
Ik koop ook nauwelijks bij die leuke ambachtelijke ondernemers. Ze zijn al dicht als ik boodschappen ga doen, en vaak heb ik ook geen zin in ambachtelijkheid en wil ik gewoon kant en klare rommel.
De groenteman die jij noemt, had daar anders leuk op kunnen inspringen. Mopperend wees hij destijds naar mijn AH-tas waar een zakje vers geschrapte worteltjes uitstak. “Weet je hoe oud dat spul is? Weet je hoe veel te veel je daarvoor betaalt?” Tja, dacht ik, jij verkoopt het niet, en ik heb geen zin om zo’n bos van loof te ontdoen en te schrappen. Ik wil wortel uit het vuistje! Nu! Meteen!
Kleine ondernemers mogen best vinger aan de pols houden vind ik: openingstijden aanpassen en het aanbod afstemmen op de vraag uit de buurt. Dat is toch logisch? Op de deftige Brouwersgracht wonen vast veel yuppen die graag een zak versgesneden groente komen halen. Nu gaan ze naar de AH.
Hopelijk lokt de Haarlemmerbuurt genoeg dagjesmensen met volle portemonnees om alle boetiekjes te kunnen behouden. En zal ik mijn winkelgedrag proberen te beteren.