AmsterdamCentraal.nl

Met deze woorden reageert Abdou Menebhi, voorzitter van de Amsterdamse Stedelijke Marokkaanse Raad, in de Volkskrant op de benoeming van Ahmed Aboutaleb tot wethouder. En zo heeft de affaire-Oudkerk een wel heel bijzonder staartje gekregen. In een stuk over Aboutaleb in het NRC uit september 2001 werd al gespeculeerd over de rol die hij mogelijk ooit zou spelen in de Nederlandse politiek. Een en al enthousiasme over de kwaliteiten van de 'vleesgeworden polderallochtoon'. Felix Rottenberg noemde hem een topspeler, die een plaats in de eredivisie verdient als minister of burgemeester van Amsterdam. Aboutalebs vrouw was iets voorzichtiger: "Ik geloof niet dat Nederland daar al klaar voor is. Misschien duurt het nog wel twintig jaar eer iemand als Ahmed burgemeester van Amsterdam kan worden."

Nu, tweeënhalf jaar later is hij weliswaar nog geen burgemeester, maar met de brede Oudkerk-portefeuille, Sociale Zaken, Onderwijs en Integratie, zit hij er niet ver naast. Dat wordt interessant, want hoewel hij momenteel wordt geprezen om zijn kwaliteiten als bruggenbouwer, is het ook een man met uitgesproken ideeën, een generaalstype, waardoor hij nog wel eens te snel wil in de ogen van anderen. Het is te hopen dat hij eigenzinnig genoeg is om kwalificaties als ongekroonde allochtonenkoning, witte Nederlander of bounty slechts ter kennisgeving aan te nemen, zodat hij verder "gewoon" zijn werk kan doen als superwethouder.