Nadat ik de vorige keer ongebreideld aan het zeuren was (dat lucht wel eens op) bezie ik de dingen nu met een nèt iets andere blik: letterlijk, want ik heb in een oog een nieuwe lens geïmplanteerd gekregen, waardoor er een iets killer, maar vooral zuiverder licht op alles geworpen wordt.
Om dat effect waar te kunnen nemen, moet ik toch wel nog steeds, mijn nog niet vernieuwde, dominante oog dichtknijpen.
Nu zie ik dat ik bij voorbeeld al jaren met de verkeerde kleur lippenstift rondloop.
Ik hoop dat het gaat wennen, want ik heb er een flinke voorraad van ingeslagen in verband met de neiging van de cosmetische industrie om na een tijdje bepaalde kleuren op te heffen omdat ze niet meer modieus zijn.
Mijn gebruikelijke zwartgalligheid in dit seizoen valt dit jaar ook erg mee.
Ik heb een lamp gekocht die iedere dag bij het ontbijt, gedurende een half uur een fel blauw licht naar me toe straalt, tegen de 'S.A.D.'
Het schijnt te helpen.
Dat gezeur van de vorige keer was opgespaard gram, wat ik er allemaal ineens uit gegooid heb.
Want dingen opschrijven helpt ook, nog meer als je denkt dat het gehoor zal vinden bij leeftijdsgenoten die met dezelfde aanpassingsproblemen worstelen.
Deze observaties heb ik bewaard in het zogenaamde “van Leer dossier”
Van Leer, was een vage kennis van mijn ouders, die in de 60er jaren verbitterd was vertrokken naar Californië.
Hij was uitvinder bij het Nat Lab van Philips, en had iets ontwikkeld, ik meen een grammofoonkop, die om verkoop-strategische redenen een tijdje was tegengehouden en later in productie gebracht werd zonder dat hij daarvoor enige erkenning had gekregen.
Hij was vrijgezel, had een complex overgehouden aan een Jappenkamp en is altijd geabonneerd gebleven op 'de Moesson', een krantje waarin veel gemijmerd werd over Tempo Doeloe.
Ook cultiveerde hij de rollende R van de oud Indiëgangers.
Misschien heeft hij wel een gouden handdruk gekregen van Philips.
Hij hoefde -eenmaal in de V.S.- niet meer te werken, en kon in zijn bescheiden optrekje in Sta. Monica van zijn pensioen gaan genieten. Nou, mooi weer had hij wel.
Maar hij ergerde zich groen en geel aan het volslagen gebrek aan enige beschaving in zijn omgeving en bracht het grootste gedeelte van zijn tijd doormet het schrijven van boze brieven aan kranten, tv stations en wat je nog meer kunt bedenken. Ik vond hem, die enkele keer dat ik hem ging opzoeken, een ouwe zeur, die in het verleden was blijven hangen, in herhalingen viel en niet inzag dat niemand op zijn gezeur zat te wachten.
En kijk mij nou eens, ook al jaren te veel tijd omhanden. Ik doe hetzelfde.
We zijn behept met een bepaalde voorstelling van de wereld zoals wij die graag zien en winden ons op omdat de wereld waarin wij leven daar steeds minder op lijkt.
Een open deur, komt U binnen!
In ieder geval hebben we kritisch vermogen, als daar ook het vermogen tot enige zelfkritiek bij zit is dat gezond.
Wat zo sneu voor van Leer was, en is (want voor zover ik weet leeft hij nog) is dat hij al die jaren alleen heeft geleefd, en dat er nou nooit eens iemand tegen hem heeft gezegd dat hij eens op moest houden met dat gezeik.
Ik ben ook alleen, maar heb nog regelmatig contact met mijn zuster, die me genadeloos de waarheid zegt .
Bovendien is het samenwonen met iemand allerminst een garantie dat je wordt gecorrigeerd. Ik ken genoeg voorbeelden van het tegendeel.
En laten we eerlijk zijn, onze angsten en het doemdenken zijn van alle tijden.
Ik heb, omdat ik wee werd van al die Kerstliedjes op de radio, maar weer een gemixte afspeellijst van mijn Ipod opgezet.
Zojuist hoorde ik “Vluchten kan niet meer” van Harry Bannink gezongen door Jenny Arean en Frans Halsema. Dat is zeker 40 jaar geleden geschreven.
Het negatieve gevoel heeft een mooi liedje opgeleverd. Zo gaat dat in de kunst.
Daarover een andere keer.
Een reactie op "Een andere blik"