Ik zou graag wat rustiger wonen. Wat groener, en wat goedkoper. Wat moet je dan? De stad uit natuurlijk! De snelste en voordeligste manier, zo dacht ik, is woningruil. Ik ken succesverhalen over woningruil, maar voor mij is het is geen succes geworden.
Sinds een jaar of anderhalf probeer ik via websites een ruilpartner-zoals dat heet- te vinden. Met een sociale huurwoning in Amsterdam in de aanbieding moet dat niet moeilijk zijn. Zou je denken. Maar hoe anders blijkt de praktijk.
Potentiele ruilpartners hebben vaak verrassend veel wensen doch weinig te bieden. Een voorbeeld: 28 vierkante meter aan de verkeerde kant van het spoor (maar wel dicht bij het bos) in een saai dorp. Ik ben bereid vierkante meters in te leveren in ruil voor woongenot. Ik ben zelfs bereid in een saai dorp te wonen.
De potentiele ruilpartners waren een jong stel. Ze wilden graag in Amsterdam gaan wonen wegens werk en vertier. Ze hadden een hele hoop wensen. Een tuin. Een huur tot 550 euro. Niet in Noord, wel in de Pijp of de Jordaan. Minstens 70 vierkante meter woonoppervlak. En gratis parkeren. Je blijft lachen! Mijn huis wilden ze niet.
Een half jaar later waren hun woondromen nog steeds niet uitgekomen en namen ze weer contact op. Plots was 4 hoog in Noord voor 750 euro per maand geen punt meer. Maar toen had ik er al geen fiducie meer in en heb vriendelijk bedankt.
Uitgebreide en onrealistische wensenlijstjes zie ik veel op de sites voor woningruil. Komen die mensen wel eens in Amsterdam, vraag ik me dan af. Lezen ze kranten, informeren ze zich überhaupt over de Amsterdamse woningmarkt?
Ooit was ik er bíjna. Mijn ruilpartners waren ook al een jong stel. Het ruilhuis was wederom piepklein, maar wel met een tuin, in een rustig straatje én in mijn geboortestadje. Ik ging bij hen kijken, zij bij mij. Het liep gesmeerd. Toen hoorde ik niets meer van ze. Aan het eind van mijn geduld realiseerde ik me dat ze geen interesse hadden. Ze hadden geen moeite genomen om me dat te laten weten. Waarom zouden ze ook. Niks laten horen is veel makkelijker.
Pas geleden had ik weer beet. Een fijne flat, rustig en lommerrijk gelegen, weer in mijn geboortestadje. De ruilpartner wilde per se in Noord wonen. Beter kon niet! Dus we maakten een afspraak voor een bezichtiging. Op zondagmiddag zou hij komen kijken. Op zondagochtend kreeg ik een SMS: het ging niet lukken en hij zou nog wel contact opnemen, volgende maand.
Toen was het genoeg, en het drong tot me door. Ik moet helemaal niet verhuizen, ik lijk wel gek! Wat hoop ik te vinden? Rust? Waar het rustig is, is geen werk. Groen? Dat heb je hier ook. Goedkoper? Dat is een illusie, wonen is duur, ook in saaie dorpen.
Ik blijf zitten waar ik zit. Want ruilen doet huilen.
Zo heb ik dus vele geïnteresseerden over de vloer gehad, in mijn 4 kamerwoning, centraal gelegen, mét tuin, in een gewilde buurt, net buiten centrum, met veel bergruimte, en parkeerplaats voor de deur.
Maar als ik dan terug ging kijken, mijn god, ik kwam echt wel bizarre krakkemikkige dingen tegen.
Uiteindelijk heb ik er 7 jaar over gedaan om iets te vinden.
Het is een fijn huisje. Met de nadruk op 'je'. Rivierenbuurt (vind het wel wat saai en tuttig, maar ach, ben zo op andere plekken). Tuintje heb ik niet meer (snik!). En heb heel veel spullen weg moeten doen, omdat ik nu nog maar kleine berging heb. En maar 2 kamers.
Ik heb er dus veel voor moeten inleveren, maar woon hier sindsdien met veel plezier.
Ik had wel ooit de hoop door te kunnen stromen naar een 3 kamerwoning naar een wat leukere buurt, maar door alle huurverhogingen en andere regels zit dat er denk ik niet meer in... of toch op z'n vroegst pas over 10 jaar (ik sta nu al 11 jaar ingeschreven...).