De lippen van Ruby Woo zijn altijd rood. Dag en nacht. Waar ander lippenrood gedurende de dag op gaat in woorden en koppen koffie, blijven die van Ruby Woo rood. Bloedrood. Aardbeirood. Robijnrood.
Wanneer ze, met de kou in haar botten haar fiets afstapt en parkeert in het tochtige fietsenhok, haar tas uit het kinderzitje vist , haar jas rechttrekt en met fiere stappen het schoolplein opstapt... dan zijn haar lippen woestrood. Ze hebben de kou en de wind verslonden.
Haar eerste slokken van de lauwe thee uit de koffiemachine laten vederlichte sporen van het rood na op de ‘Beste juf’ mok uit het keukenkastje.
Haar rode lippen smoezen de hele dag zachte woordjes in kinderoren. Goed gedaan en wat ben je toch knap en nog veel meer van dat zachte goed. Ze troost en lacht en drukt zo af en toe een rode frambozenkus op een kinderhoofd
Als ze boos is beweegt het rood snel. Woorden struikelen langs de lippen en laten spatjes op het gloeiende rood ontploffen. Soms staat het rood even stil. Een streep vuurrood lippenrood. Streng en onverbiddelijk. Als Ruby Woo klaar is met boos zijn, draait ze zich om en is er geen rood meer. Alleen maar een rechte rug die wegloopt. Het kinderhoofd kijkt haar na.
Soms zijn de rode lippen stil. Als de vergadering maar door emmert en ze de boot mist en het kinderzitje op haar fiets leeg blijft . Als de rapporten zich weer opdringen en ze moet ze vullen met onderwijstermen. Als het gesprek met de vechtscheidende vader en moeder geen goed einde heeft. Als ze de leerstofplanning moet maken. Als de onderwijspapierwinkel groter en groter groeit en haar boven de rode lippen stijgt. Dan wordt het rood minder rood. Dan wordt het rood de adem benomen.
Als het ondeugendste meisje van de klas onder de tafel vandaan kruipt, krullen de lippen van Ruby Woo in een gulle lach. Het meisje wil rode lippen. Ze tuit haar lippen en smeert de robijnrode lippenstift ook op haar lippen. “Kijk, Ruby Woo” . Zacht raakt haar vinger het rood Ruby Woo lacht.
Reageer op "De lippen van Ruby Woo"