Op Plein ’40-’45 werd onlangs geflyerd door de salafistische organisatie Hizb ut Tahrir. Nederland is een vrij land, dus mag iedereen folders uitdelen op een plein. Toch zat de boodschap van deze folder me niet lekker: ‘Neem afstand van westers staatsterrorisme!’
Aangezien er de laatste tijd veel politiek debat is over de rol van het salafisme inzake radicalisering, heb ik over deze flyeractie vragen gesteld in de bestuurscommissie van Nieuw-West. In antwoord op mijn vragen kreeg ik de gewraakte flyer in handen, opgespoord door een assertieve ambtenaar.
Ik schrok van de tekst op die flyer. Op de voorkant staat een getekende straaljager die bommen gooit op vermoedelijk Syrië. Op de achterkant staat een lange lap tekst waarin Hizb ut Tahrir stelt dat politici ‘misbruik maken’van de aanslagen in Parijs. Moslims worden volgens deze organisatie ‘in de val gelokt door met name het debat te voeren over radicalisering binnen de moslimgemeenschap, terwijl de werkelijke oorzaak buiten schot blijft.’
Wat is volgens Hizb ut Tahrir dan de oorzaak van alle problemen? Dat is het ‘westers staatsterrorisme’ in het Midden-Oosten, volgens de flyer goed voor ‘miljoenen burgerslachtoffers’. Natuurlijk, bombardementen wil niemand. Tegelijk is de term (staats)terrorisme misleidend: het gaat hier om gelegitimeerde VN-acties. Ook wordt de rol van daadwerkelijk terroristische clubs als IS en Al-Qaeda compleet verzwegen.
Dit soort misleiding vind ik kwalijk. Het is kenmerkend voor de politieke tak van het salafisme, die zich afzet tegen de westerse democratie. Salafisten streven naar de zogenoemde ‘zuivere islam’, een terugkeer naar de basis van de islam. Westerse moslims worden opgeroepen niet te integreren.
De folder nodigde mensen uit voor een lezing in Westpoort. Op YouTube vond ik beelden van die bijeenkomst. Twee vertegenwoordigers van Hizb ut Tahrir Nederland voeren het woord: Kamal Aboe Zaid verwijt media en politici dat zij het radicalisme binnen de moslimgemeenschap aankaarten. Okay Pala bekritiseert projecten gericht op deradicalisering en beleidsmaatregelen die als doel hebben om de moslimgemeenschap te ‘assimileren’ en afstand te laten nemen van hun kernwaarden.
Ik heb fundamentele problemen met dit soort fundamentalisme. Moslims oproepen om niet te integreren is laakbaar, want daarmee raken ze geïsoleerd. Het verzet tegen radicaliseringsbeleid is ook kwalijk, want niemand zit te wachten op extremisme in Europa of gehersenspoelde jongeren die als jihadi afreizen naar Syrië.
Kortom: ik vind het terecht dat salafistische organisaties als Hizb ut Tahrir kritisch worden gevolgd. Dat is iets anders dan ze verbieden, zoals PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch lijkt te bepleiten in een motie die de Tweede Kamer deze maand heeft aangenomen. Dat is een slecht idee, zei ik Marcouch afgelopen vrijdag bij Stichting Argan. Niet alleen is het in strijd met onze rechtsstaat, maar bovendien gaan verboden organisaties ondergronds. Dan hadden wij wellicht nooit geweten van deze radicale folder.
Verder schrijft Pala dat Hizb ut Tahrir ‘niet te boek staat als salafistisch’, maar dit wordt weersproken door wetenschappelijke publicaties en media als NRC Handelsblad. Ook heb ik van bewoners gehoord dat de flyeraars van deze organisatie actief aan passanten hebben gevraagd of zij interesse hadden in het salafisme. Ik krijg dan ook sterk de indruk dat Pala hier niet de waarheid spreekt.