Gerrit Komrij (1944-2012) is een van de meest markante verschijningen in het naoorlogse literaire wereldje geweest.
Hij geselde zijn gehoor met vlijmscherpe teksten en joeg hele bevolkingsgroepen tegen zich in het harnas. Daarnaast won hij een groot aantal literaire prijzen, publiceerde gedichten, romans, toneel en essays.
Eenmaal had hij een eigen talkshow bij de VPRO. “Satirisch praatprogramma met publiek waarin Gerrit Komrij als Mies Bouwman door anderen vertolkte televisiepersoonlijkheden ontvangt en hen onverbloemd de waarheid zegt over hun aandeel in het aanbod van televisieprogramma’s.”
Hij noemde televisie de treurbuis. En schreef kritieken op de televisieprogramma's in de NRC. Zijn knorrende nasale stem maakte hem een markante verschijning en hij bezocht in Amsterdam etablissementen als Welling -achter het Concertgebouw- en De Kring. Altijd in gezelschap van zijn vriend, steun en toeverlaat Charles Hofman. Met Amsterdam had hij een haat-liefde verhouding.
Zo kunnen we in de essays uit 1991 gebundeld in Het Boze oog lezen:
"Nu de architectuur, na een korte en geduldig gedragen doodsstrijd, haar laatste snik heeft uitgeblazen, is zij het onvervreemdbaar eigendom geworden van de al evenmin op aanwezigheid van geest gestelde gieren van de sociologie. Voor de sociologen is de architectuur een rijk en dankbaar lijkenveld." Gevolgd dooreen vlijmscherpe aanklacht tegen de zielloze nieuwbouw in Amsterdam en vooral tegen de architecten, die daarvan de schuld dragen.
In 1984 verhuisde Komrij naar Portugal. Hij vestigde zich in Alvites. Later bewoonde hij een statig huis in de heuvels: Vila Porca de Beira.
Hij volgde Viktor van Vriesland op als een soort gedichtenpaus. Die rol bestond uit het samenstellen van een bloemlezing van gedichten getiteld: De Nederlandse poëzie van de 19e en 20e eeuw in 1000 en meer gedichten.
De vuistdikke bloemlezing lag nog niet in de boekhandel of ook daar barstte weer een rel los. Veel dichters voelden zich beledigd omdat hun verzen niet in de bloemlezing stonden en anderen protesteerden weer omdat sommige verzen er wel in stonden, terwijl die gedichten in hun ogen weer ondermaats zouden zijn.
In 2000 werd Komrij de eerste Dichter des Vaderlands . Een replica van de Engelse Poete Laureate, de titel die daar al sinds de middeleeuwen bestaat.
Gerd de Ley, de Belgische bloemlezer, zocht al in de jaren tachtig contact met Komrij om hem een aantal aforismen te ontfutselen. Het kwam tot een boekje in 1986: In de geest van de gieter. Het boekje werd verramsjt en Komrij en De Ley spraken af dat ze de exercitie opnieuw zouden doen. De Ley was/is specialist in aforismenboeken en bloemlezingen. Komrij: "Gerd de Ley selecteert aforismen uit alles en iedereen. Je moet je in een bunker met mortiergranaten ingraven om niet door Gerd de Ley geplunderd te worden."
Leverde dat leuke tekstjes op? De titel: Tien woorden per dag, verwijst naar een uitspraak van Komrij. Hij vond dat de mens in feite aan tien woorden per dag genoeg had, mits trefzeker neergezet. Hij had het over wijsneuzigheden, die op latere leeftijd aforismen zouden kunnen worden.
Er staat een aantal vlijmscherpe aforismen in:
'Politiek. De tak van criminaliteit waarin de dader vrijuit gaat.'
'Wie niets te zeggen heeft en dat voor de televisie doet, is meteen cabaretier.'
'Je moet in Nederland ook nooit laten blijken dat je ergens verstand van hebt, dan word je niet meer gelezen.'
En er is veel meer scherpzinnigs te lezen in dit boekje. Het is een boek om af en toe ter hand te nemen en er dan wat teksten uit op te diepen om ze op je in te laten werken.
In Winterswijk is het Gerrit Komrij College. Winterswijk is de geboorteplaats van de schrijver.
http://verbaljam.nl/archive/2003-12-11/d..
http://verbaljam.nl/archive/2007-02-13/v..