Waar gaan jullie als bestuurscommissie nog over? Die vraag krijg ik bijna wekelijks te horen. Logisch, want je merkt aan alles dat de hervorming van de deelraden tot bestuurscommissies heeft geleid tot minder bevoegdheden voor de stadsdeelpolitiek. De stad is meer dan ooit de baas. Toch hebben we meer te zeggen dan je denkt.
Natuurlijk, sommige dingen mogen of kunnen we niet meer zelf doen. Het beste voorbeeld is onze eigen begroting: die stelt de stad op. In overleg met ons, dat gelukkig nog wel. Laatst sprak ik D66-wethouder Udo Kock van Financiën. Hij liet me weten dat we als bestuurscommissie niet meer kunnen schuiven tussen de toegewezen budgetten (zorg, handhaving, enzovoort), maar nog wel bínnen die budgetten. We hebben dus absoluut speelruimte.
Toch lijkt de tanende invloed van de bestuurscommissie de afgelopen maanden te hebben bijgedragen aan het vertrek van drie ervaren fractievoorzitters in Nieuw-West. Direct na de verkiezingen vertrok Michèl Tromp (VVD), niet veel later gevolgd door Paulus de Wilt (GroenLinks). Medio september stopte ook CDA-lijsttrekker Rien Fraanje, vanwege zijn drukke baan als directeur van het wetenschappelijk bureau van zijn partij.
Alledrie mannen met jarenlange ervaring, alledrie mannen ook die allicht hebben gedroomd van een bestuurspost. Hun invloed als ‘gewoon’ commissielid is geringer, maar nog altijd wezenlijk. Daarom vind ik het jammer dat we deze drie routiniers zijn kwijtgeraakt.
Jazeker, steeds meer verantwoordelijkheden verschuiven naar de Stopera, maar het is aan de bestuurscommissie om daar actief te gaan lobbyen. We zijn immers de ogen en oren van het stadsdeel, het ‘verlengd bestuur’. Een sterke commissie kan een krachtig geluid laten horen richting het stadsbestuur. We zijn er om op te komen voor de belangen van Nieuw-West.
Of het nu gaat om veiligheid, onderwijs, economie, de vluchtelingen die hier weer terug zijn of jongeren die als jihad-strijder afreizen naar Syrië (waar D66 vorige week vragen over stelde), we blijven ons als bestuurscommissie erover uitspreken. Want ook al gaan we er formeel misschien niet over, het gaat wel over ons stadsdeel en onze bewoners. Het is dus onze taak om daar iets mee te doen. Reken maar dat we zorgen dat de Stopera ons blijft horen.
Elke maand doet Jeroen Mirck als D66-commissielid verslag van zijn ervaring in de lokale politiek van Amsterdam Nieuw-West.
In Den Haag was er ook niet zoveel liefde voor de stadsdelen. Dat er nog een vorm van lokaal bestuur is, hebben we te danken aan het CDA. Niet omdat het CDA nu zo gecharmeerd is van stadsdelen maar omdat er in veel grote plattelandsgemeenten vaak dorpsraden zijn. En die zouden dan ook afgeschaft moeten worden.
Overigens typerend dat de BC's de ogen en oren van de Gemeenteraad moeten zijn. Dat zegt is over de afstand tussen de Gemeenteraad en de inwoners.
Geheid dat er zaken goed fout gaan. Denk maar eens aan de decentralisatie van de AWBZ en de WMO. Dat gaat om serieus geld. En dat terwijl het gemiddelde raadslid nog eens het verschil tussen credit en debet kent, laat staan een begroting kan lezen.