Soms komen er een aantal zaken als vanzelfsprekend bij elkaar. Logisch, denk je dan. Zo’n moment had Cees van ’t Hof en hij legde het voor aan de chroniqueur, een molenliefhebber. Het ‘Stenen Hoofd’ – een pier aan ’t IJ naast de silodam aan de Westerdoksdijk - krijgt een opknapbeurt, er zijn plannen voor kleinschalige horeca en er is een verweesde molen, genaamd de ‘Otter’. Deze prachtige houtzaagmolen uit 1631 staat aan de Kostverlorenvaart, ingeklemd tussen een reeks nieuwbouw die maakt dat de molen nauwelijks wind vangt.
‘De Otter’ is het laatst overgebleven exemplaar van een reeks houtzaagmolens die tussen de 17de en 19de eeuw aan de westkant van de Buitensingelgracht stonden. Sinds 1816 staat de molen op het terrein van houthandel Van der Bijl en toen deze in 1921 een elektrische houtzaaginstallatie aanschafte, werd de molen werkloos.
In 1996 werd ‘De Otter’ op kosten van het stadsdeel gerestaureerd en tot in 2012 voltrok zich een heleboel getouwtrek of de molen nou wel of niet op deze plek moest blijven staan. Ondertussen is de houthandel gesloten, is het terrein verwaarloosd en de kap van de molen door plastic afgedicht tegen eventuele waterschade. Uiteindelijk heeft het stadsdeel in 2012 besloten dat de molen op zijn plek blijft staan. Politiek is nogal eens een kwestie van belangen afwegen en creatief denken vaak ver te zoeken. Helaas heeft de molen zelf geen stem, want wind, dat is wat een molen wil!
Maar van de wind alleen kan een molen, anno 2013, niet leven. Zou de molen worden verplaatst naar het Stenen Hoofd – een ‘stenen bak op poten uit 1905’ die zal worden gerepareerd en ingericht met een horecagelegenheid – dan zijn er nieuwe kansen, volgens Cees. Op die plek vangt de molen genoeg wind, er varen talloze boten en cruiseschepen langs die door dit oer-Hollands symbool worden verwelkomd. Misschien nog een aanlegsteiger voor rondvaartboten en klaar ben je!
‘Als het een kwestie van geld is, zou het dan niet tot een ‘leer-werkplek’ kunnen worden gemaakt voor werkloze jongeren’, dacht Cees verder. ‘Afbouwen, verschepen naar ’t IJ, opbouwen en eventueel werk op het terrein als de molen er eenmaal staat? Juist in tijden van hoge jeugdwerkloosheid zou dit idee beleidsmakers moeten aanspreken.’ Sommige Amsterdammers kunnen heerlijk dromen, nu nog voldoende medestanders en de politiek die dit schitterende plan oppakt. Kunnen we misschien volgende zomer van deze unieke, historische paltrokmolen genieten. Logisch, toch!
Hans Tulleners schrijft columns voor weekblad De Echo, waarin ook dit stuk is verschenen. Hij is erg benieuwd naar de reacties op dit idee.
Als Mokum binnen 3 maanden een inhuldigingsfeest uit de grond kan stampen moet zo'n plan toch zeker mogelijk zijn? Vroeger zat Mammoet aan de Westerdoksdijk, die voeren zo'n verplaatsingsklus uit als fluitje van een cent.