Aan de Kloveniersburgwal 72 bevindt zich de Oudemanhuispoort. Tegenwoordig nog vooral bekend door de boekenstalletjes, waar menig student tweedehands studieboeken kocht.
Nu zijn de antiquaren er druk doende. Het gebouw was al in de Gouden Eeuw in bedrijf als Oudemannenhuis. In de 19e eeuw deed het achter de poort links nog een tijd dienst als hospitaal. In 1880 nam de Universiteit van Amsterdam er bezit van. Het bestuur vestigde zich in het roemruchte Maagdenhuis.
Voor literatuurfans is het ook een opmerkelijke plek in Amsterdam. Jacques Presser, de bekende historicus laat het een rol spelen in zijn detective Moord in de Poort. En Simon Vestdijk geeft het een plaats in De dokter en het lichte meisje. Een roman, die menig scholier in de jaren '50 en '60 op zijn literatuurlijstje had staan voor het eindexamen.
In een belendend gebouw moeten studentenkamers zijn geweest. Dat vinden we in de roman van wijlen Andreas Burnier geheten De huilende libertijn. En voordat J.J. Voskuil bekend werd met Het bureau, schreef hij in 1963 Bij nader inzien. Hierin wordt haarfijn het studentenklimaat in de jaren zestig geschetst.
Een groot aantal literatoren bracht overigens zijn studietijd in Amsterdam door. Ik noem er enkele: Aart van der Leeuw, Herman Gorter, Willem Kloos en P.N. van Eyck, die het beroemde vers De tuinman en de dood vervaardigde. Hij zei eens tegen een vriend: "De voetstappen van de literatuur liggen hier nog!"
En daarom is deze plek zo bijzonder.
Een reactie op "Inkt op de Amstel: de Oudemanhuispoort"