Van de week ben ik in het Amsterdamse muziekgebouw naar de opera Die Zauberflöte geweest (erg mooi, vijf sterren in Het Parool). Op de terugweg naar mijn huis in de Baarsjes heb ik de tram gepakt. Het was om een uur of elf 's avonds. Het was behoorlijk druk in de tram, zeker met het publiek van de Stopera. Maar toch vond ik een stoel vlak bij de deur en het hokje van de conducteur. Er zat een jonge vrouw in het hokje.
Het viel me meteen op, net als bijna altijd in de tram, dat er bijna niemand groet als ze de tram of bus binnenkomen. Zelfs niet als ze een kaartje moeten kopen bij de persoon in het hokje. Het geld wordt neergegooid en het soort kaartje dat ze moeten hebben word genoemd en dan zonder boe of bah lopen de meeste reizigers weer weg. Misschien valt het me meer op omdat ik zelf veel met mensen werk, maar een hoop mensen zijn vreselijk onbeschoft. De hele rit naar de Baarsjes, toch een aardig eindje, heb ik op de mensen zitten letten.
Mensen die met zakken patat de tram in komen, iemand die na een half uur zoeken in haar portemonnee af begon te dingen op de ritprijs en toen ze geen korting kreeg kwaad stampend de tram weer verliet. Een lange rij schreeuwende, snauwende, kwaad kijkende, ongeïnteresseerde mensen kwamen de tram in. Heel soms zei er iemand iets van een groet tegen het meisje in het hokje. Zij keek niet vrolijk. Dat begreep ik. Wat een rotbaan lijkt me dat.
Omdat deze week iedereen weer schreeuwt en gilt over moraal, normen, waarden en fatsoen, dacht ik: als iedereen nou eens begint met elkaar gewoon gedag te zeggen en een beetje netjes te behandelen. Het is een heel klein stapje misschien, maar zoals Lao Tse al een paar duizend jaar geleden zei: 'Ook een lange weg begint met de eerste stap'.
Met mij vele andere burgers, velen zijn inderdaad ietwat chagerijnig.
Maar het meest stoor ik mij aan de veelal allochtone agressieve zwartrijders en hun geschreeuw.
En wellicht is dat de oorzaak van het opkomend gechagerijn in de openbare ruimte?