De beroemde Amerikaanse schrijver Jack Kerouac (1922-1969) schreef On the Road. Het werd een geweldige bestseller in 1951. Het boek gaat over de avonturen van Sal Paradise (Kerouac zelf) en Dean Moriarty
(Neal Cassady), die in oude auto's door Amerika crossen, high worden op benzedrine en marihuana en alles doen wat God verboden heeft. Het werd de bijbel van de beatgeneratie, waarin schrijvers als Ginsberg , Corso en
Burroughs zouden opstaan.
Een aantal jaren later verscheen een Nederlandse vertaling door John VandenBergh.
In deze Bezige Bij vertaling heet het boek abusievelijk Op Weg. Dat had natuurlijk Onderweg moeten zijn, want een van de hoofdpersonen, Dean Moriarty, weet ons te melden:"We zijn voortdurend onderweg naar de eeuwigheid. " (Inmiddels is er een nieuwe vertaling van Guido Golüke, die gewoon On the Road heet)
Kerouac was in zijn laatste levensjaren behoorlijk aan de drank geraakt. Hij ondernam een tocht naar Italië waar hij voor een televisie-interview zo dronken werd dat hij in een comateuze slaap viel en niet meer wakker was te krijgen voor de uitzending. De gangmaker van het Grote Zwerven, maakte op het laatst alleen nog maar de tocht naar de ijskast van zijn moeder en terug, om bier en whisky te halen.
Hij bezocht Amsterdam nimmer. Zijn kompanen Corso en Burroughs later wel. Wel bivakkeerde Jack een tijdje in Parijs in een hotel in het steegje Gite le Coeur, dat inmiddels een toeristenattractie is, maar ook helaas op een afzichtelijke manier werd gerestaureerd. Of zoals de oude Geert van Oorschot zou zeggen: "Het werd onherstelbaar verbeterd!"
Film
Al in de jaren vijftig had Kerouac niemand minder dan Marlon Brando aangeboden On the Road te verfilmen. Brando reageerde niet. Cineast Coppola kocht de rechten tot verfilming twintig jaar geleden, maar het lukte hem niet om tot een verfilming te komen. Uiteindelijk was het vorig jaar zover. De Argentijnse filmer Walter Salles, maker van de Motorcycle Diaries, kreeg van Coppola opdracht om Road te gaan verfilmen.
Amsterdam
En zo konden we dan Kerouac eindelijk in Amsterdam verwelkomen. Maar alleen in een film en ook nog gespeeld door een acteur (Sam Riley). De vraag dringt zich op of de film, helaas al weer snel uit de bioscoop verdwenen, wel zo denderend was, als veel krantenrecensenten ons wilden laten geloven. Ik bekeek hem twee maal in het sfeervolle theater Rialto aan de Ceintuurbaan en zat daar 's middags met nog vijf andere mensen en 's avonds met niet meer dan twintig man. On the Road las ik tot nu toe vijf maal.
Wat me erg stoorde was de volkomen verkeerde casting van de acteurs en actrices. Sam Riley moet Paradise spelen, eigenlijk het alter ego van Kerouac, maar hij is een Ier en nergens geloofwaardig. Tom Sturridge speelt Carlo Marx, eigenlijk Ginsberg. Dat is ook erg ongeloofwaardig. Hij maakt van Marx een duffe nichterige homo, maar dat was Ginsberg helemaal niet.
Alleen Hedlund, die opdraaft als Cassady is meesterlijk. Maar hij speelt bijna de hele set weg. De attributen zijn mooi, auto's, ijskasten, toasters, café-interieurs allemaal nauwkeurig jaren vijftig, maar ze zijn te netjes, te opgepoetst. Nergens ligt stof, nergens komen de acteurs uit de plooi. En dat is jammer, erg jammer. De film is nu op DVD te verkrijgen. Ik raad de lezer aan om de prachtige boeken van Kerouac nog maar eens te gaan lezen en deze film links te laten liggen. Sorry Jack!
Noot: Karel Wasch schreef een aantal jaren geleden een biografie over Kerouac.
Reageer op "Inkt op de Amstel: Kerouac in Amsterdam"