AmsterdamCentraal.nl

We weten ook dat de PvdA er ondanks de tegenvallende lokale verkiezingen van 2010 in is geslaagd vrijwel overal de grootste partij te worden. Het hoogste percentage dat ze haalden was in Zuid-Oost (37,4%), het laagste in Zuid (18,1%). Houden we gemiddeld een kwart aan - we zijn immers aan het schatten - dan komen we op acht à negen allochtone PvdA'ers uit.

Dan nu de realiteit. Of wacht. U mag nog even zelf tellen. We hebben de 38 bestuurders bij elkaar gezet, zodat u zelf kunt zien hoe hoog de concentratie allochtonen is. Dus klik en tel voordat u verder leest.

Lastig hè, zonder namen en zonder c.v.'s. Hoewel, puur op kleur komt u een heel eind. Ellian heeft het immers niet over Nederlanders met een Duitse, Franse of Vlaamse moeder. Z'on Willem Paquay in Noord bijvoorbeeld. Vermoedelijk autochtoon, maar voor hetzelfde geld stamt hij af van een Vlaamse priester. Ellian telt hem ongeacht de herkomst van zijn moeder of vader vast niet mee als allochtoon. Wij dus ook niet. Evenmin als die bruin getinte meneer op de tweede rij. Wel PvdA, maar zijn kleur heeft hij aan de zon te danken.

Wanneer u goed geteld hebt, bent u uitgekomen op zeven allochtonen. Voor de duidelijkheid nog eens de hele groep met stadsdeel en partij, plus scheiding in allochtonen en autochtonen:

Wat valt er op? Afgezien van het feit dat het Amsterdamse bestuur er nog altijd behoorlijk bleekjes uitziet, de verdeling over de partijen:

PvdA 5 van 17 = 29,4% GroenLinks 2 van 10 = 20% VVD 0 van 5 = 0% D66 0 van 5 = 0% SP 0 van 1 = 0%

Dat is overigens een forse stijging ten opzichte van de vorige raadsperiode. Toen waren er namelijk ook zeven allochtone bestuurders, maar bedroeg het totaal aantal bestuurders 54 (wederom incl. burgemeester). Door de afschaffing van een aantal stadsdelen steeg het percentage allochtone bestuurders ondanks gelijkblijvend aantal van 13 naar 18,4 procent. Vijftien jaar geleden zou men daar een juichend persbericht over geschreven hebben.

Reageerder Suffie heeft gelijk wanneer hij schrijft dat drie op de zeven stadsdeelbestuurders geen slechte score is. Maar dat is de top-top en reduceert de rest tot vier op de 31. En niemand kan toch beweren dat Fatima Elatik, Achmed Baâdoud, Marcel La Rose, Freek Ossel (de enige allochtoon in B&W) en Muriël Dalgliesh in de stad de touwtjes in handen hebben. Ook niet samen met GroenLinksers Urwin Vyent en Nevin Özütok.

Wat de ambtenarij, rechters, officieren van justitie, gemeentesecretarissen betreft, verwijs ik naar De macht in de stad is wit in Het Parool uit 2008. Ik laat me er graag van overtuigen dat dit inmiddels veranderd is, maar heb er een hard hoofd in.

Is het erg dat de verhoudingen zo scheef liggen? Ja, natuurlijk. Groepen kunnen een achterstand hebben in politieke vorming, zodat gelijke verdeling langer duurt, maar 18,4 t.o.v. 50,3 procent is absurd. Wie toch al geen fan is van de PvdA of GroenLinks en het vervelend vindt dat Amsterdammers steeds weer in grotere aantallen op deze partijen stemmen dan op andere, zou er eens bij andere partijen op moeten aandringen eindelijk eens wat allochtonen te zoeken die wel aan de partijnormen voldoen. Net als geschikte vrouwen bestaan geschikte allochtonen voor topposities ook.

Tot het zover is, zijn het in Amsterdam nog steeds de autochtonen die het voor het zeggen hebben.

N.B. dertien van de 38 bestuurders zijn vrouw, waarvan zeven van de PvdA, vijf van GroenLinks en een van D66. Ook hier laten de andere partijen het afweten.