Hoe moet je samenwerken met bewoners en ondernemers? Stadsdeel Oost heeft het er maar moeilijk mee en werkt daarom aan een visie op de samenwerking. Het traject heeft als titel ‘de kracht van Oost’ gekregen. Samen met actieve bewoners en ondernemers is inmiddels een eerste visie beschikbaar en dus kwam er een conferentie om deze te bespreken. Op 6 april discussieerde een bont gezelschap onder leiding van Daniel Schut over burgerparticipatie in het stadsdeel.
Al snel werd duidelijk dat het in het voormalige stadsdeel Oost/Watergraafsmeer kommer en kwel is met de burgerparticipatie. Vroeger was er een goede samenwerking tussen bewonersorganisaties, buurtcomités en het stadsdeel, maar sinds de fusie met stadsdeel Zeeburg is dat voorbij en moet het wiel helemaal opnieuw uitgevonden worden. En dat terwijl al bekend is dat ook stadsdeel Oost snel geschiedenis zal zijn.
De eerste en enige stelling ging over de relatie tussen de representatieve democratie en de participatieve democratie. Bijten deze elkaar? Wat als bewonersorganisaties iets anders willen dan de gekozen volksvertegenwoordigers in de stadsdeelraad? Het beste voorbeeld was de visie op de omgeving van het Amstelstation. Bewoners hadden jaren aan een visie gewerkt, maar uiteindelijk werd het plan door de politiek helemaal veranderd. Hoe zou dat beter gekund hebben? Niemand had er een antwoord op.
De avond en het bijbehorende project om een visie te ontwikkelen zijn gedoemd te mislukken. Burgers werden uitgenodigd om hun verhaal te doen en feedback te geven op een onleesbaar ambtelijk stuk, maar kregen in de praktijk nauwelijks de kans om hun woord te doen, dreigden weg te lopen en protesteerden luidkeels als ze het woord niet kregen. De wetenschappers op het podium kregen het woord iets vaker, en zeiden dan wel dat de inbreng van burgers serieus genomen moest worden, maar dat bleek tijdens het debat nergens uit. Het lijkt representatief voor hoe het altijd gaat, daar in Oost.
Het antwoord op de vraag wat te doen als de stadsdeelraad iets anders wil dan bewoners, is eenvoudig: de stadsdeelraad moet beslissen over welke zaken burgers zelf beslissingen mogen nemen en moet vervolgens die beslissingen laten voor wat ze zijn. Dat betekent: als burgers van het stadsdeel zelf mogen beslissen dat er in hun straat minder parkeerplaatsen moeten komen, moet de stadsdeelraad achteraf niet zeggen dat ze dat bij nader inzien niet wil. De stadsdeelraad heeft deze beslisbevoegdheid dan immers zelf aan de burgers overgedragen.
Dit is een simpele oplossing, maar niemand kwam erop. Dat was ook niet gek, want juist de stadsdeelraad was afwezig, terwijl er met hen ‘zaken gedaan zouden moeten worden’. Tot echt overleg komen was daarmee onmogelijk en het debat zinloos. De burgers voelden in ieder geval al intuïtief aan wat er komen gaat in Oost: als de stadsdeelraad niet bij zo’n debat aanwezig is, is het een illusie te denken dat zij beslissingsbevoegdheid aan burgers wil overdragen. Zo weet je zeker dat burgers ontevreden achter blijven.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie
vier reacties op "Participeren in Oost"
In mijn jaren in Almere vanaf het (bijna) eerste uur niets anders meegemaakt. Met de komst van Jorritsma werd het alleen maar slechter (maar toen was ik gelukkig al weg) gevlucht...
Het feit dat het stadsdeel het gesprek aan wil gaan is relevant. Dat ze nog niet precies weten hoe dat moet is een tweede. Ook ik vond de gespreksleider in het debat niet erg handig, maar ook de negatieve houding van enkelen uit het publiek droeg daaraan bij.
Verder was wel degelijk de wethouder aanwezig en actief betrokken in het debat.
Wanneer je in een stadsdeel met elkaar verder wil, moeten we de verwijten los laten en oppakken wat wel mogelijk is.
Elke locale overheid die ik spreek (dat zijn er best veel) heeft moeite met hun rol ten opzichte van participatie. Enerzijds willen ze dat inwoners zelf initiatieven opstarten en anderzijds zijn ze bang controle te verliezen.
Het gaat er mij om dat wij als inwoners onze verantwoordelijkheid pakken, niet voor elke vraag direct naar de politiek lopen, maar zelf kijken of we samen met onze directe omgeving een oplossing kunnen bedenken.
De wethouder was inderdaad aanwezig, maar het is uiteindelijk juist de deelraad die hier knopen moet doorhakken. Het resultaat is een project dat overloopt van de goede bedoelingen (daar wil ik niets aan afdoen), maar dat niet gaat werken omdat de deelraad alles kan blokkeren. Zij zijn dus bij uitstek aan zet, maar laten hun gezicht niet zien.
Ik ben het met u eens dat inwoners zelf ook initiatieven kunnen opstarten en niet steeds naar de politiek moeten kijken, maar andersom moet de deelraad daar burgers ook de ruimte voor geven!