Ikzelf rijd in een Ford Fiesta uit 1991. Het is mijn schatje. en wethouder Herrema wil ‘m nu een spuitje komen geven. Wat dat betreft lijkt mijn auto nog het meest op mijn kat Gizmo. Het beest pist overal in huis. Heel irritant. Maar om ‘m dan meteen af te maken…?
Een zomer werd maanden. De maanden werden een jaar. Mijn lieve Ford Fiesta bleek een trouw kameraadje bij verhuizingen, stedentrips en burgerlijke tochtjes. Aan onderhoud kostte hij niet veel en hij sukkelde rustig door verschillende APK’s heen.
Ik woonde toen nog in Den Bosch. Toen ik in 2006 naar Amsterdam verhuisde, bleek het bezit van een auto een stuk problematischer. Vooral het parkeren was een ramp, want geen vergunning. Het zal me nog lang bijblijven hoe eindeloos vaak ik op-en-neer moest fietsen van de Albert Cuyp naar bedrijventerrein de Schinkel, want daar stond mijn auto geparkeerd. Ik kan u verzekeren: dat is geen pretje. Aan de andere kant had het soms ook wel iets romantisch, dat terugfietsen door de Lairessestraat om 03.00 ’s nachts.
Hoe dan ook: in Amsterdam gebruikte ik de rooie rakker vrijwel alleen nog maar voor m’n werk en misschien voor een sporadisch uitstapje. Niet vaker dan één, twee keer per week denk ik. Pas bij m’n verhuizing naar Bos en Lommer bewees dat rooie monster zich weer in al zijn glorie. Daarvoor wist ik niet eens dat er zoveel inpastte. Bovendien was er in mijn nieuwe Prachtwijk geen wachtlijst voor een parkeervergunning, dus kon hij meteen voor de deur!
Tot ie vorige maand opeens de geest gaf. Iets met de koppeling. Een kort coma was het gevolg. M’n (ex-)vriendin en ik tobden lang en zwaar of we hem moesten laten oplappen. Opnieuw 400 euro. We konden geen afscheid nemen van dat autootje, ooit in liefde gekocht. "Hadden we het maar wel gedaan," zuchtte m’n ex nog vandaag. "Dan waren we in ieder geval van zulk soort moeilijke beslissingen af."
We besloten het dus toch maar te doen. Een paar dagen later was hij klaar. Ik reed naar huis en zette m’n PC aan. De krant plofte in mijn mailbox: ‘Amsterdam gaat oude auto’s weren,’ was de kop. Godverd…..
"Je auto is uit november 1991? Dan sta ik binnenkort op je stoep met een sloophamer," verzekerde Tjeerd Herrema me afgelopen maandag bij Amsterdam Centraal Live. Ik had hem net verteld dat m’n Fiesta uit november 1991 stamt. Hij lachen. Ik huilen.
Ik zei ’t eerder. Dat auto’tje is net de kat Gizmo, die bij m’n ouders woont. ’t Beest ziet er niet uit, slaapt voornamelijk, en pist overal. Mijn auto ziet er ook niet uit, rijdt vrijwel nooit, en stoot ook vervelende stoffen uit. Maar ik hou van Gizmo, en ik hou van m’n auto. Ik gebruik het ding nauwelijks, hij kost meer dan dat ie oplevert, maar dat gevoel van vrijheid is zo fantastisch! En ik heb er zoveel mooie herinneringen aan!
Ik stelde Herrema nog mijn alternatieve, eerlijke plan voor. Waarom niet gewoon geen nieuwe parkeervergunningen meer verstrekken aan zulk soort auto’s, als ze echt zo vervuilend zijn? Dan sterft ook mijn auto binnen een paar jaar een natuurlijke dood. Dat kon alleen niet, volgens de wethouder. Het gaat hem te langzaam. Bovendien mogen er geen milieueisen worden gesteld bij het verstrekken van een parkeervergunning.
Huh? Als ze daar dan eerst iets aan gaan doen! Dan fiets ik in de komende jaren nog met alle liefde een stukje om, omdat ik hem weer buiten de ring moet zetten. Net zolang tot mijn lieve wagentje uiteindelijk, in mijn eigen armen, een stille dood zal sterven...
Snik... :(
Ga Connect car, Green Wheels o.i.d.
Neem desnoods een kwaliteitstaxi.
Euthanasie is toch echt de beste oplossing voor je GizmoCar: zet 'm iets verder in West als Fitna uitkomt en wie weet gaaat de fik erin.
Go West!