Geen betere manier om je buurt te leren kennen, dan er goed dronken te worden. Met dat excuus heb ik mijn twee vrienden, laat ik ze maar Danny en Maarten noemen, naar Bos en Lommer gelokt. Een kroegentocht moet uitsluitsel brengen over het bruisende gehalte van mijn nieuwe woonwijk. Maar het Grand Café doet weinig hoopvol aan. Gelukkig! Hij is nu al dicht! Hongerend naar dronkenschap miezeren we richting Cafe 't Lommertje.
En met die bar is iets geks aan de hand. Het heeft het uiterlijk van een alleraardigste Hollandse volkskroeg, maar er knalt Turkse muziek uit de speakers. Dat vraagt om uitleg. "We hadden een kroeg nodig voor het personeel van ons transportbedrijf, dat na het werk op de Vlugtlaan behoefte had aan een plek om even wat te drinken," legt bedrijfsleider Sella uit. Het resultaat is een vreemde mix van buurtkroeg en theehuis, waar de alcohol zonder probleem uit de toog vloeit. "Ook al is 98% Turks," aldus Sella. Het resultaat is een tamelijk bizarre mix van Turks en Nederlands.
Ons oog valt op de tap, die gemaakt is uit een oude duikershelm, en ondertussen is Danny verliefd geworden op de barvrouw. We krijgen zowaar een rondje van de zaak.
Dat ’t Sterntje niet de enige Turks/Hollandse kroeg is in buurt zal later blijken, maar we moeten door. Podium Mozaiek is de volgende halte, en om eerlijk te zijn valt die ons maar wat koud op ons dak. Die kale witte muren met pretentieuze tekeningen, de onzekere meisjes, het opgedrongen hip-culturele. Ik ga d’r vast nog wel eens heen hoor, op een mooie zomermiddag of een koude winteravond. Maar binnen ons drankgelag is voor Mozaiek eigenlijk geen plaats.
In het zojuist verbouwde café ’t Binnenpretje vermaken we ons met het dartbord, en laten we onze regel varen dat we maar één biertje naar binnen mogen harken. Gelukkig komt inmiddels enige vorm van dronkenschap om de hoek kijken.
Wel begin ik onderhand te twijfelen aan de dynamiek van mijn nieuwe wijk. Want het wordt me steeds meer duidelijk dat ik inderdaad naar een pure woonwijk ben verhuisd. Er is eigenlijk niet één kroeg die onbetwist een doodnormale kroeg is waar je zonder extra uitleg met een oude vriend nog even spontaan een laatste biertje pakt.
We proberen het nog in café Modern, op de Admiraal de Ruijterweg. Opnieuw een Turks-Hollandse kroeg, die als goede bonus gratis fruit en hapjes aanbiedt. En dan heb ik ’t niet over goedkope pinda’s, maar echte Turkse specialiteiten. Er staan zelfs wortels op de bar! (Nou vraag ik je...)
Het is inmiddels gestopt met regenen, en we besluiten naar de laatste kroeg te gaan. Café de Fluiter blijkt een heerlijke afsluiter. Barman Bram bakt een meane tosti, glundert over de uitverkochte mosselavond, en vertelt over het voordeel van werken in een kroeg in Bos en Lommer: "Hier kan je ten minste nog eens een dag vrij nemen, ook al zijn we 365 dagen per jaar open. In het centrum heeft iedereen het altijd druk." Ikzelf ben fan van de vetgemeste poes op de biljarttafel.
Mooi, het doel is bereikt, maar de kater is er niet minder om. Natuurlijk kan niet elke hoek van Amsterdam de hipste spot hebben, maar deze score is toch een beetje jammer. ’t Sterntje was de meeste vernieuwende kroeg die we zijn tegengekomen, en de Fluiter was ’n warm bad om in terecht te komen. Andere locaties ga ik zeker nog een tweede kans geven, ik woon hier ten slotte. En ach ja, ik woon in een WOONwijk, ik moet het accepteren. En zo ver is het nou ook weer niet naar Club 8.
Overigens is het Westerpark zo mogelijk nog dichterbij (Ketelhuis, Pacific West en nog wat tenten).