Die zondagsrust is, met algemene instemming, ten prooi gevallen aan de 24-uurseconomie. Toegegeven: hier en daar hoor je nog wel eens wat orthodoxe christenen mopperen, maar hun dorpsgenoten ontvluchten massaal de zondagse beklemming. Op naar Amsterdam! Elke week staan ze in een lange file voor de parkeergarage van de Bijenkorf. In de koopgoot kun je over de koppen lopen. Blijkbaar wordt verveling aanvaardbaar als je er geld bij kunt uitgeven.
Eens in de twee weken is er een korte invasie van voetbalfans uit de provincie. Al na één blik op de troosteloze straten van de Poort vluchten ze terug naar hun eigen, veilige kant van het spoor. Na de wedstrijd springen ze in de auto en haasten zich naar huis. Toch verschilt de zondag in Zuidoost niet zoveel van die in Bovenkarspel, Margraten of Elst.
Zuidoost telt 80 verschillende kerkgenootschappen, één gemeente voor elke 1000 inwoners. (Ter vergelijking: op Urk is de verhouding 1:1500.) Wie op zondagmorgen door de Bijlmer loopt wordt om de zoveel meter onthaald op flarden kerkmuziek: slepende psalmen, temende gospel of kwieke koorzang.
Na kerktijd is het aardig om op een bankje in het Bijlmerpark te zitten. Surinaamse en Afrikaanse families wandelen vrolijk koutend in het zonnetje. De vrouwen in hun mooiste jurken, de mannen in een smetteloos pak, bijbels klemvast onder de arm. De jongetjes, met hun glimmend gepoetste schoenen en platte petten, lijken schaalmodellen van hun vaders.
Verderop, in Gaasperdam, is het stil als in een plattelandsdorp. Maar in plaats van een verstikkende groentesoepwalm hangt tussen de huizen de geur van saoto, pom of kip Paramaribo.
Het is merkwaardig dat uitgerekend in Zuidoost, ons meest multiculturele stadsdeel, de zondag op zijn Hollandst is. Balkenende, Rouvoet en Donner zouden zich er zomaar thuis kunnen voelen. En als de zondagsrust ze naar de strot vliegt, kunnen ze altijd nog de metro naar het centrum pakken. Amsterdam heeft het allemaal.
vier reacties op "Zondag in Zuidoost"
Het vreemde is dat het blanke volksdeel dan zo nostalgisch doet over dit tijdperk, het bangst voor de Bijlmer is.