En dat is uitermate vervelend. Onze eksters vormden namelijk een uitermate grappig en klef stel. Ze hadden de binnentuintjes tot hun domein verklaard en gebruikten de dakgoten en een stel hoge populieren verderop als uitvalsbasis. Ze verjoegen alles uit de binnentuintjes wat ze niet beviel. Dat waren vooral andere eksters, vlaamse gaaien en katten. Ook de enkele specht die af en toe de tuintjes bezocht moest het ontgelden: die leek met zijn zwartwitte verenpak teveel op een mini-ekster. De kleine vogeltjes, de mezen en de vinken, mochten blijven van onze blokhoofden.
De katten gingen ze te lijf met een risicovolle tactiek. Eén ekster ging een meter van de kat af zitten, blies zijn veren op zodat hij twee keer zo groot leek en imponeerde nog meer door hard geschetter. Zijn maatje liep vervolgens van achteren op de kat af, om hem even flink in staart of kont te pikken. Als de kat zich geschrokken omdraaide, wisselden ze hun rollen. Menig kat werd op die manier tot waanzin gedreven en durfde zich niet meer te laten zien.
In de avond zaten de eksters steevast dicht tegen elkaar aan op een dakgoot. Langdurig poetsten ze dan elkaars veren. Met de grote navels maakten ze heel zorgvuldig de huid rond de ogen van hun partner schoon. Daarna krabbelden ze hem even lekker in de nek.
Het leukste van deze eksters was dat ze bewust kinderloos waren. In de vijf jaar dat ze over de tuintjes heersten bouwden ze wel steeds een nest in één van de populieren, maar aan eieren leggen deden ze niet. Daar hadden ze geen zin in. Of het waren twee mannetjes, of twee vrouwtjes, dat komt bij de beste dieren voor. Dat maakte onze eksters tot dwarsliggers, die kozen voor een afwijkend leven. Zij waren geen mainstream, zij waren underground.
Maar nu is er nog maar één. Wat is er gebeurd op die rumoerige ochtend? Zijn ze te ver gegaan met hun kattengepest? Heeft één van de buurtkatten toch kans gezien er eentje te verschalken? Het kan ook zijn dat ze gewoon ruzie hebben gekregen. Eksters zijn in principe monogame dieren die trouw zijn aan hun partner, maar dat zijn wij mensen ook, en ook wij halen niet altijd samen de eindstreep. Laten we het maar op een echtelijke ruzie houden, de gedachte aan één van onze geliefde eksters in een kattenbek is onplezierig.
Ondertussen zwerft de overgebleven ekster eenzaam en verweesd rond. Hij pakt eens wat pinda’s, zit in zijn eentje op de dakgoot. Vreemde eksters mogen rustig passeren, katten lopen ongestoord rond, hij doet niets, hij denkt aan vroeger, aan zijn verdwenen geliefde. Lang zal het niet duren. In de lente zullen jonge, felle eksters deze eenzame single uit zijn territorium verdrijven. We hopen maar dat de opvolgers net zo leuk zullen zijn. Altijd spannend, nieuwe buren.
Krengen zijn het.
Als ze jonkies hebben maken ze 's morgens vanaf 5 uur een hels kabaal, andere vogels laten zich niet meer zien en een volle vuilniszak kun je niet op het balkon laten staan. Opzouten dus!