Nogal wat Amsterdammers lijken vóór de afschaffing te zijn. Ik hoop dat ze beseffen wat zij zich daarmee op de hals halen.
Een veel gehoord argument bij de voorstanders van afschaffing is dat deelraden niet goed functioneren. Dat is een vreemde redenering. Wanneer we die lijn zouden volgen zaten we al spoedig zonder regering en zonder koningshuis. Logischer is het om iets dat niet goed functioneert te verbeteren.
Elke bestuurlijke indeling is feitelijk een manier waarop de macht wordt verdeeld. Daar gaat het om: macht. Minister Remkes (VVD) wil door schaalvergroting de macht weer naar boven trekken. Een van de argumenten daarvoor is beteugeling van de bureaucratie. In werkelijkheid bedoelt hij: beteugeling van al die extra dwarsliggers. Want als je tegenwoordig ergens tegen protesteert ben je direct een querulant.
De deelraden zijn indertijd juist ingesteld om de grote macht van ambtelijke diensten als Publieke Werken en het Grondbedrijf te breken en deze macht weer onder de rechtstreekse invloed van de democratie te brengen.
Tegenstanders van de deelraad (uit onverwachte hoek) als SP-ers Ivens en Van Dongen stellen voor de deelraden te vervangen door wijkraden. Een weinig overtuigend alternatief, want het instituut wijkraden hebben we al gehad vóór de deelraden. Die leden voornamelijk aan een gebrek aan slagkracht en bereikten resultaten via ondoorzichtige onderonsjes met ambtenaren van de centrale stad.
Ook komen beide heren met flauwe argumenten als zouden deelraden zich met weinig anders bezighouden dan hondenuitlaatbeleid en het wegslepen van woonboten. Het is niet waar. De deelraden hebben er in hun bestaansperiode wel degelijk voor gezorgd dat de kwaliteit van de wijken er in brede zin sterk op vooruitgegaan is.
Een stadsdeel is de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat. Inderdaad een extra bestuurslaag, maar ook een extra bescherming tegen de schaalvergroting. Wanneer je hem weghaalt vermindert de invloed van de burger op de politiek en vergroot je de afstand. En die afstand zal bij het wegvallen van de deelraden extra voelbaar zijn. Vroeger kon je de ambtenaren bij de centrale stad nog rechtstreeks bellen. Tegenwoordig zitten ze veilig weggedoken achter voorlichters en callcentra. De individuele aanspreekbaarheid is verminderd.
Schaalvergroting is allerminst garantie voor verbetering. Dat zien we op allerlei terreinen, zoals bij het onderwijs, de zorg, de politie, sociale woningbouw en zelfs bij de manier waarop we het televisiesignaal in onze huiskamer krijgen.
De vraag in de discussie omtrent de stadsdelen moet dus voor iedere burger zijn: wil ik democratische invloed op hetgeen zich in mijn wijk of buurt voltrekt? Wanneer je het bestuur overlaat aan een hogere bestuurslaag is het alsof er met Google Earth wordt uitgezoomd vanaf jouw wijk. De details zijn minder zichtbaar en dus is er onvermijdelijk minder aandacht voor. En dan krijg je natuurlijk al gauw dat bijvoorbeeld economische belangen voorrang krijgen op sociale en leefbaarheidsbelangen. Terug naar de regentencultuur? Waarschijnlijk precies wat Remkes wil. Voor zijn club geldt een variant op het gezegde over Frankrijk: het nadeel van Amsterdam is dat er ook mensen wonen.
Het is bijvoorbeeld toch het goed recht van burgers een beetje politieke invloed op wijkniveau te willen inleveren zolang ze maar van een - in hun ogen zeker - falende deelraad verlost zijn. Bovendien kun je met een burgerinitiatief ook bij de gemeenteraad terecht en met een stichting kun je bij de provincie en het rijk lobbyen. En die ambtenaren vind je toch wel als je een beetje goed zoekt.
Waarom niet beginnen met wat jezelf ook als eerste noemt: een logischer indeling en uitvoerende taken als bijvoorbeeld bouw- en woningtoezicht bundelen op een hoger niveau.
Een vraaggesprek op AT5 van Felix XLF met Achmed Aboutaleb mondde overigens uit in de onthutsende constatering van de laatste dat-ie zeker dik 60procent van z'n tijd kwijt is aan het zaken afstemmen met stadsdelen: Dat vinden de meeste burgers zonde van hun lokale politieke invloed die jij zo de hemel inprijst lijkt me.
Hoe zei Bos dat ook alweer.
Geef me drie argumenten waarom de Amsterdammer blij moet zijn met die lokale politieke invloed, Arnoud. Twee argumenten mag ook. Eentje dan?